Gemeente Breda

Persberichten

29-04-2004

Gemeentelijk woonbeleid voldoet aan aanbevelingen Woning Behoefte Onderzoek

De gemeente Breda heeft de resultaten van het landelijk Woning Behoefte Onderzoek Thuis in Breda vertaald naar de Bredase woningmarkt om haar beleid te toetsen. Hieruit blijkt dat het gemeentelijk woonbeleid voldoet aan de belangrijkste aanbevelingen uit het onderzoeksrapport Thuis in Breda. De nota Perspectief Wonen gaat echter nog een stapje verder. Zo streeft de gemeente naar een flexibele inzet van de bestaande voorraad, zodat sneller ingespeeld kan worden op tijdelijke veranderingen in de vraag.

Het onderzoeksrapport Thuis in Breda maakt deel uit van het Woning Behoefte Onderzoek 2002. Het Woning Behoefte Onderzoek (WBO) is een trendmatig onderzoek naar de ontwikkelingen op de landelijke woningmarkt en wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VROM. Uit het onderzoek blijkt, dat de bevolking in de periode 1998-2002 van samenstelling is veranderd en dat de economische ontwikkeling welvaart heeft gebracht. Deze ontwikkelingen hebben zich vertaald in een verandering van de woonwensen. Er is meer behoefte aan koopwoningen dan aan huurwoningen. Ook hecht men meer waarde aan kwaliteit in zowel de huur- als de koopsector.

De belangrijkste aanbevelingen uit het onderzoeksrapport zijn: · Bouw voor de doorstroming: voeg aan de bovenkant van de markt woningen toe om aan de onderkant van de markt woningen vrij te maken. · Voeg ontbrekende kwaliteiten toe.
· Bouw vooral eengezins koopwoningen in de duurdere segmenten. · Voeg huurwoningen toe in de dure en middeldure prijscategorieën.

Deze aanbevelingen komen overeen met de doelen en de maatregelen van het gemeentelijk woonbeleid, dat onder andere is weergegeven in de beleidsnota Perspectief Wonen.

Woonwensen
Het WBO meet de woningbehoefte door te vragen naar woonwensen en heeft de woonwensen vergeleken met de woningvoorraad. Uit deze vergelijking blijkt, dat Breda absoluut en relatief gezien beschikt over voldoende bereikbare woningen. Toch is er in Breda sprake van meer vraag dan aanbod als het gaat om zowel meer- als eengezinswoningen. Dit heeft allereerst te maken met wat scheef wonen wordt genoemd. Van scheef wonen is sprake als bijvoorbeeld bereikbare huurwoningen worden bewoond door huishoudens die eigenlijk meer kunnen betalen. Deze huishoudens wonen dus te goedkoop. Ook wenden huishoudens die een koopwoning wensen zich soms eerst tot de huursector, die vooral uit bereikbare woningen bestaat.
De behoefte aan meer kwaliteit blijkt uit de relatief grote vraag naar de duurdere segmenten in de bereikbare sector en naar middeldure en dure huur- en koop woningen. In deze segmenten constateert het WBO een tekort. Voor de goedkope huurwoningen blijkt er meer aanbod te zijn dan vraag en is er sprake van een overschot.

Slaagkansen
Landelijk zijn de slaagkansen in de periode 1998-2002 afgenomen. Voor starters sterker dan voor doorstromers. Opvallend echter is dat in Breda de slaagkansen van starters zijn toegenomen tegen de landelijke tendens in. Dit terwijl Breda weinig tot geen uitgesproken startersaanbod, bijvoorbeeld nieuwbouwwoningen, heeft.

De economische neergang heeft in de periode 1998-2002 niet geleid tot minder vraag naar koopwoningen bij huishoudens die binnen twee jaar willen verhuizen. Met name starters stellen de koop van een woning uit. Doorstromers die wel willen verhuizen maar op termijn, stellen ook hun vraag uit.
Meer informatie over het Woning Behoefte Onderzoek Thuis in Breda vindt u op de gemeentelijke website: www.breda.nl.

Breda, 29 april 2004