p_vragen_van_de_kamerleden_van_velzen_en_kortenhorst_over_het_jsf-_pro Ministerie van Defensie


---

Kamervragen en antwoorden
---

Antwoorden op vragen van de Kamerleden Van Velzen en Kortenhorst over het JSF- programma

29-4-2004 16:35:00

Antwoorden op vragen van de Kamerleden Van Velzen en Kortenhorst over het JSF- programma (uw kenmerk: 2030405820 en 2030406240)

In de bijlagen bied ik u mede namens de minister van Economische Zaken de antwoorden aan op vragen over het JSF-programma van de Kamerleden Van Velzen (uw kenmerk 2030405820) en Kortenhorst (uw kenmerk 2030406240).

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

BIJLAGE 1

Antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Velzen over de mogelijke prijsstijging van de Joint Strike Fighter. (uw kenmerk: 2030405820)

1. Kent u het artikel Lockheed Joint Fighter Development Cost Up 17 Percent? Klopt het dat de productiekosten voor de F-35 JSF inmiddels met 17% zijn gestegen ten opzichte van het geplande budget? Zo neen, welke prijsstijging heeft er plaatsgevonden? Klopt het dat dit een vertraging van een jaar oplevert, dat er minder toestellen geproduceerd zullen worden en dat het productieproces over een langere periode uitgerekt zal worden met de nodige extra prijsstijgingen die daar uit voortkomen?

Het artikel is bekend. Het hogere budget voor de SDD-fase is vooral nodig om gewichtproblemen op te lossen. Vooral bij de Short Take Off and Vertical Landing (STOVL) variant van de JSF niet de versie waarvoor Nederland belangstelling heeft - bestaat een risico dat deze aan het einde van de SDD-fase te zwaar is. Dit risico is gemeld in de jaarrapportage over het jaar 2002 (Kamerstuk 26488, nr. 17). Bij de invoering van het gedetailleerde ontwerp bleek dat het gewichtsprobleem groter is dan werd verwacht. Daarom worden aanvullende gewichtsbesparende maatregelen genomen.

De SDD-fase moet waarschijnlijk met ongeveer anderhalf jaar worden verlengd om gewichtsbesparende maatregelen te ontwikkelen en te implementeren. Ook voor de ontwikkeling van software is meer tijd nodig. Om met name de gewichtsproblemen op te kunnen lossen, worden in de Amerikaanse presidentiële begroting voor 2005 aanvullende fondsen opgenomen. Voorts wordt in de Amerikaanse begroting een voorziening getroffen om risicos op een meer conservatieve wijze af te dekken. Verder wordt het project uitgebreid met zogenaamde "Anti Tamper" maatregelen. Dit moet voorkomen dat software van de JSF in vijandelijke handen valt. In het licht van het voorgaande wordt de prognose voor het SDD-budget verhoogd van $ 33,1 miljard naar ongeveer $ 40,5 miljard, in totaal een verhoging van $ 7,4 miljard. De productiefase zal als gevolg van de verlenging van de SDD-fase ongeveer één jaar later starten. Het aantal te produceren vliegtuigen in de SDD-periode zal worden gereduceerd. Volgens de laatste gegevens van het Amerikaanse JSF "Program Office" blijft het totaal aantal te produceren vliegtuigen echter gelijk. Het Amerikaanse ministerie van Defensie en Lockheed Martin werken thans aan de detaillering van de noodzakelijke programmabijstelling.

De gevolgen voor de kale stuksprijs (de prijs exclusief het ontwikkelingskosten deel) moeten nog worden vastgesteld op basis van de nog uit te werken detaillering van de programmawijziging. De in de stukspijs in rekening te brengen ontwikkelingskosten, de zogenoemde "Non Recurring Costs" (NRC), zullen stijgen als gevolg van de verhoging van het SDD-budget. Landen die de JSF van de plank kopen, zullen hierdoor waarschijnlijk een hogere stukprijs moeten betalen. Nederland is als niveau-2 partner vrijgesteld van betaling van NRC.

2. Kunt u aangeven wat de effecten van deze prijsstijgingen zijn op de Nederlandse business case en op de verwachte productie-omzet voor de Nederlandse industrie? Kunt u nog steeds garanderen dat "de omzetverwachtingen ongewijzigd zijn sinds het opstellen van de business case"? Zo neen, is het denkbaar dat u het project voor kortere of langere tijd opschort of afblaast indien u tot de conclusie komt dat de omzetverwachtingen niet haalbaar zijn?

Met het oog op de lange duur van het programma en de vele variabelen die tussentijds kunnen wijzigen, is bij het opstellen van de medefinancieringsovereenkomst tussen de Staat en de Nederlandse luchtvaartindustrie expliciet gekozen voor een evaluatie van alle variabelen van de "business case" in 2008. Een eventueel tekort in de "business case" zal dan worden gedicht door de industrie. De "business case" wordt niet tussentijds aan elke bijstelling van de variabelen aangepast.

Wel blijf ik alert op wijzigingen en op mogelijke gevolgen daarvan. Omdat Nederland bij de verwerving van de JSF geen NRC hoeft te betalen, heeft de verhoging van het SDD-budget, bij gelijkblijvende overige uitgangspunten, een positief effect op het door afdrachten van de industrie te dekken tekort in de "business case". Daarnaast is echter ook sprake van een verschuiving van het productieschema, waardoor de omzetafdracht van de Nederlandse industrie aan de Nederlandse overheid later plaatsvindt. Dit veroorzaakt een negatief effect op de "business case". Per saldo leveren deze programmawijzigingen naar verwachting geen negatief effect op de "business case" op.

Zoals in antwoord op vraag 1 gesteld, blijft het totaal aantal te produceren vliegtuigen gelijk. Genoemde programmawijzigingen geven daarom geen aanleiding om de omzetverwachtingen van de Nederlandse industrie bij te stellen.

BIJLAGE 2

Antwoorden op vragen van het lid Kortenhorst (CDA) over ontwikkelingen binnen het JSF-programma (uw kenmerk 2030406240)

1. Kent u de berichten1 in de Amerikaanse media over een mogelijke budgetoverschrijding en vertraging in de System Development and Demonstration (SDD)-fase van het JSF-project? Is het waar dat de Amerikaanse overheid meer geld gaat uittrekken voor de SDD-fase? Zo ja, waar en hoe werkt dat door in de Nederlandse bijdrage aan de SDD-fase en in de business case?

Ja. Zie het antwoord op vragen 1 en 2 van het lid Van Velzen.

Nederland heeft zich met het tekenen van het SDD-MoU verplicht tot een financiële bijdrage van $ 800 miljoen. In lijn met dit MoU kan een hogere bijdrage niet worden afgedwongen.

2. Als er sprake is van een jaar vertraging in het programma kan de vervanging van de Nederlandse F-16s dan nog tijdig aanvangen?

De productiefase zal met deze programmawijziging starten in 2007 in plaats van 2006. Nadat de details van de programmawijziging zijn uitgewerkt, zal worden bezien of er gevolgen zijn voor de leverschemas aan de partnerlanden.

3. In hoeverre is het feit dat het startgewicht van de JSF in sommige varianten te hoog is een probleem voor de door Nederland overwogen CTOL-variant?

4. Welke activiteiten worden door de Amerikaanse betrokkenen (leverancier, overheid) ontplooid om de ontstane situatie qua product, tijd en geld te redresseren?

Het gewicht is op zichzelf geen eis, maar een afgeleide van het eisenpakket, waarvan de belangrijkste eisen de zogenoemde "Key Performance Parameters" (KPPs) zijn. Ook andere eigenschappen zoals motorvermogen en luchtweerstand beïnvloeden de prestaties.

Op basis van de ontwerpresultaten tot nu toe en een extrapolatie van de overige, nog te ontwerpen delen van het vliegtuig, valt het gewicht van alle drie de varianten hoger uit dan oorspronkelijk was verwacht. Met een aanvullende ontwerpinspanning wordt verwacht dat het overgewicht voor een belangrijk deel zal worden teruggebracht. De "Conventional Take Off and Landing" (CTOL) variant , waarvoor Nederland belangstelling heeft, en de "Carrier Version" (CV) variant blijven met dit hogere gewicht voldoen aan de KPPs. Voor de Short Take Off and Vertical Landing (STOVL) variant worden grotere problemen verwacht, waardoor aanvullende maatregelen nodig zijn.

Thans wordt gewerkt aan de detaillering van de noodzakelijke programmabijstelling. Met de verhoging van het SDD-budget kan het programma naar verwachting zodanig worden bijgesteld dat voldoende tijd en middelen beschikbaar zijn om de ontstane problemen op te lossen.

5. Kunt u een overzicht geven van de laatste stand van zaken in het JSF-programma betreffende de ontwikkeling van het vliegtuig, betreffende de financiële aspecten daarbij en betreffende de inschakeling van de Nederlandse industrie? In hoeverre, en zo ja waar en hoe, is inmiddels sprake van Europese samenwerking binnen het project?

6. Welke voortgang is te melden ten aanzien van het verkrijgen door Nederland van de positie van "Regional Support Centre"?

7. Wanneer verwacht u de Kamer te informeren over de resultaten van de verwervingsvoorbereiding?

Binnenkort zal de jaarrapportage "Vervanging F-16" aan de Kamer worden aangeboden. Uw vragen zullen met deze rapportage uitgebreid worden beantwoord.

8. Is er mede gezien de huidige lage dollarkoers, en de reële verwachting dat tot deze aanschaf wordt overgegaan welke in dollars zal moeten worden betaald een beleid ten aanzien van het eventueel kopen van termijndollars? Zo ja, hoe ziet dat beleid er uit? Zo neen, kan aangegeven worden wat de overwegingen zijn al dan niet een beleid terzake te gaan ontwikkelen?

Defensie kent een beleid ten aanzien van het afdekken van koersrisico's van haar valutabehoefte in niet EMU-valuta, waaronder US-dollars. Met dit beleid wordt beoogd 80% van de totale valutabehoefte af te dekken. Om dit te bereiken worden alle materieelverplichtingen vanaf 25 miljoen op het moment van contractsluiting afgedekt met termijnvalutacontracten. Ook de ingeschatte prijsescalatie over de contractduur wordt in de afdekking meegenomen. Binnen dit beleid zal in voorkomend geval de verplichting voor de aanschaf van de JSF worden afgedekt met termijndollars.

Nieuws