ingezonden brief van de algemeen directeur staatsbosbeheer, 3 mei 2004
Na het verschijnen van de Nota Ruimte waren overwegend negatieve
commentaren te beluisteren. Is er dan helemaal niets goed aan de Nota
Ruimte? Laten we het eens van de positieve kant benaderen.
Gemeenten en Provincies kunnen samen met groene partijen, zoals
Staatsbosbeheer en rode partijen zoals projectontwikkelaars en bouwers
aan de slag met gebiedsontwikkeling. Een integrale benadering waarbij
de relatie tussen stad én ommeland en dorp én landelijk gebied in één
plan benaderd wordt. Provincies moeten voor zulke bovenregionale en
bovenlokale zaken hun regierol oppakken. Daar ligt voor hen dé
uitdaging.
Het Rijk moet daarbij wel de juiste voorwaarden scheppen. Dus niet
eerst bezuinigen op het provinciefonds en vervolgens aannemen dat de
provincies nu een, twee, drie een instrumentarium uit de grond stampen
om de nieuwe rol en taken voortvarend aan te pakken. Hier ligt een
duidelijke taak voor de centrale overheid.
Ook moet het Rijk helder zijn in de kwaliteitseisen die gesteld worden
bij de nieuwe ontwikkelingen. De natuurlijke waarden van ons landschap
moeten duurzaam geborgd zijn en door de planologische ontwikkelingen
in de komende jaren versterkt worden. Want meer mensen hebben nog meer
behoefte aan bereikbaar groen. Dat vraagt wel van het Rijk dat ze
toezien op het werk van provincie en gemeente. En het vraagt een
bereidheid om zonodig in te grijpen.
Een heldere regierol voor de Rijksoverheid is zeer gewenst, zelfs
noodzakelijk. Maar de echte uitdaging is voor provincie, gemeenten en
private partijen. Want in een land waar publieke 'armoede' en private
'rijkdom' heerst, liggen er kansen op het gebied van intensieve
samenwerking.
Ir. C.J. Vriesman
Algemeen Directeur Staatsbosbeheer
Staatsbosbeheer