Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1A Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 2513 AA 's-GRAVENHAGE

Uw brief Ons kenmerk
UB/IBA/2004/23342

Onderwerp Datum
Evaluatie aanbesteding 29 april 2004
reïntegratiecontracten 2003

In het voorjaar van 2003 is het UWV gestart met de aanbesteding van reïntegratietrajecten volgens de nieuwe beleidslijn van het Kabinet als verwoord in de notitie "Naar een werkende reïntegratiemarkt". Het Kabinet heeft daarbij het oogmerk om via marktwerking te komen tot een efficiëntere en effectievere besteding van de beschikbare reïntegratiemiddelen. De invoering van een hogere mate van resultaatfinanciering moet leiden tot meer marktwerking: de contracten die UWV sluit met reïntegratiebedrijven, worden gebaseerd op het no cure no pay dan wel het no cure less pay principe, een en ander afhankelijk van de afstand tot de arbeidsmarkt van de betrokken doelgroepen. In mijn brief van 28 mei 2003 (Kamerstuk 26448 nr. 71) waarmee ik u de zgn. "Quick Scan" van UWV toezond over de effecten van de eerste aanbestedingsronde per 1 juli 2003, heb ik aangegeven u op de hoogte te houden van de ontwikkelingen terzake. Inmiddels heeft TNO in opdracht van UWV een evaluatieonderzoek naar de aanbesteding van de reïntegratiecontracten 2003 verricht en een aantal aanbevelingen gedaan. Het rapport bied ik u hierbij aan. UWV heeft naar aanleiding van dit rapport en de aanbevelingen van TNO een aantal voorstellen gedaan. Met deze brief informeer ik u over mijn visie op het rapport en de voorstellen van UWV.

De inhoud van het rapport
Het onderzoek van TNO heeft plaatsgevonden vanuit twee invalshoeken: een interne evaluatie onder UWV-medewerkers en een externe evaluatie onder reïntegratiebedrijven en cliënten. Daarbij is gebruik gemaakt van persoonlijke interviews en schriftelijke enquêtes. TNO concludeert in de eerste plaats dat met de nieuwe aanbestedingsprocedure een belangrijke kwaliteitsslag is gemaakt en vindt dat UWV goed op weg is naar een professionele en kwalitatief hoogwaardige aanbestedingsprocedure. Deze conclusie heeft zowel betrekking op het gebruikte "Programma van eisen" als op de professionalisering en deregulering van de procedure. Over het algemeen zijn de reïntegratiebedrijven van mening dat de procedure transparanter is geworden, met name in de offertefase. De aanbesteding in vier ronden met verschillende doelgroepen heeft het bovendien zowel voor landelijk als regionaal opererende reïntegratiebedrijven eenvoudiger gemaakt om te offreren. Verder is in de aanbestedingen expliciet ruimte gelaten voor nieuwe toetreders.

2

Het rapport signaleert ook een aantal knelpunten zoals de omvang van het Programma van eisen, het ontbreken van een standaard format voor geleverde prestaties, de inzet van scholing en nog te weinig aandacht voor de samenstelling van doelgroepen. Volgens TNO zouden de knelpunten in belangrijke mate kunnen worden weggenomen door gebruik te maken van een lijst met vaste aanbieders ("preferred suppliers"), met wie langdurige contracten kunnen worden aangegaan op grond van goede prestaties. Dit zou voor deze bedrijven niet alleen kunnen leiden tot een aanzienlijke lastenverlichting, maar ook meer garantie bieden op een vaste werkvoorraad, waardoor een stabielere basis voor hun bedrijfsvoering zou kunnen ontstaan. Ook signaleert het rapport een zekere onvrede bij reïntegratiebedrijven over het aanbod van scholing in de aanbesteding. Het rapport stelt dat veel bedrijven er voor kiezen geen scholing aan te bieden nu scholing in de trajectprijs wordt geacht te zijn inbegrepen. TNO beveelt in dit verband aan onderzoek te doen naar de toegevoegde waarde van scholing op de (duurzaamheid van) plaatsingsresultaten. Daarmee zou kunnen worden vastgesteld voor welke cliënten scholing meerwaarde heeft.

Voorts beveelt TNO aan meer aandacht te besteden aan de samenstelling van de doelgroepen. Door meer in homogene doelgroepen aan te besteden, kunnen reïntegratie- bedrijven meer maatwerk bieden. UWV zou hierbij ook meer moeten werken met cliëntprofielen, een activiteit waarmee UWV overigens al is gestart. Volgens TNO is een bijkomstig voordeel dat afromingseffecten op deze manier kunnen worden ingedamd.

Visie SZW
Ik ben ingenomen met de conclusie van TNO dat UWV met de aanbestedingsprocedure een belangrijke kwaliteitsslag heeft gemaakt en dat het UWV hiermee goed op weg is naar een professionele en kwalitatief hoogwaardige aanbestedingsprocedure. De rapportage van TNO bevestigt dat met het vorig jaar ingezette beleid een goede weg is ingeslagen. UWV heeft voorgesteld om in het licht van de aanbevelingen van TNO een discussie te starten over de toekomst van de aanbestedingsprocedure. UWV heeft daarom voorgesteld om, vooruitlopende op deze discussie, de aanbesteding per 1 juli 2004 drie maanden te verschuiven. Met UWV realiseer ik mij, dat sinds de verschijning van de Kabinetsnotitie "Naar een werkende reïntegratiemarkt" het nodige is veranderd. Ik achtte het evenwel, gelet op de positieve conclusies uit het TNO-rapport, gewenst de aanbesteding per die datum gewoon door te laten gaan. Ik heb UWV van mijn standpunt op de hoogte gebracht met mijn brief d.d. 5 april jongstleden. Ik heb daarbij tevens aangegeven dat er uiteraard geen enkel bezwaar tegen is dat UWV voorstellen tot lastenverlichting reeds bij de volgende aanbestedingsprocedure implementeert. UWV heeft daarop alsnog de aanbesteding per 1 juli a.s. gedaan. Ik heb inmiddels met instemming kennisgenomen van de verbeterslag die UWV daarin heeft aangebracht, onder meer resulterend in het bekorten van het "Programma van eisen" tot een document van slechts 16 bladzijden, terwijl dat in het verleden 60 tot 80 pagina's omvatte.

Wat de verdere voorstellen van UWV betreft, merk ik op dat ik daarop bij de aanbieding van het trendrapport, dat ik voornemens ben dit najaar naar de Kamer te sturen, zal ingaan. Ik waardeer het dat UWV over ontwikkelingen op de reïntegratiemarkt nadenkt en voorstellen ontwikkelt. Voor mij vormen de voorwaarden die zijn vastgelegd in Europese en nationale regelgeving over het aanbesteden van reïntegratietrajecten, in financiële kaders en in genoemde kabinetsnotitie (met betrekking tot transparantie, marktwerking, resultaatfinanciering en het creëren van een level playing field) het toetsingskader.

3

In een bestuurlijk overleg met UWV op 26 april jongstleden heb ik afgesproken om nog voor de start van de aanbesteding per 1 oktober a.s. met UWV te bezien hoe knelpunten kunnen worden weggenomen ten einde de gewenste voordelen van de aanbesteding te behouden en nog bestaande nadelen weg te nemen. Te behouden elementen zijn dus onder meer marktwerking, een mix van no cure no pay en no cure less pay en een begrensd in plaats van een onbegrensd budget. Over de uitkomst hiervan zal ik de Kamer informeren.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)

4

Bijlagen


1. TNO-Rapport

2. Brief UWV d.d. 25-03-2004

3. Brief Minister van SZW aan UWV d.d. 05-04-2004