Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Inspectie Werk en Inkomen

Directie Toezicht algemeen

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 11563 Mevrouw drs. J.A.M. Hilgersom, Directeur-Generaal 2502 AN Den Haag Arbeidsomstandigheden en Sociale Verzekeringen Prinses Beatrixlaan 82 Postbus 90801 2595 AL Den Haag 2509 LV DEN HAAG Telefoon (070) 304 44 44 Fax (070) 304 44 45 www.iwiweb.nl

Contactpersoon mw. M.J. Stomp-der Weduwe Datum 16 januari 2004 Doorkiesnummer (070) 304 47 99 Uw brief van 8 december 2003, SV/A&L/03/93514 E-mail mstomp@iwiweb.nl Ons kenmerk 2004/95 Onderwerp 1028/76
T-toets concept-voorstel Wet wijziging systematiek herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswet- ten

Geachte mevrouw Hilgersom,

In bovenvermelde brief heeft de heer dr. G.J.M. de Vries de inspectie verzocht een toezichtbaar- heidstoets uit te voeren op het concept-voorstel Wet wijziging systematiek herbeoordelingen ar- beidsongeschiktheidswetten. Naar aanleiding van dit verzoek heeft de inspectie deze toets uitge- voerd. In aansluiting op mijn brief van 17 december 2003 aan de heer De Vries breng ik hierna de resultaten daarvan onder uw aandacht.

In het concept-wetsvoorstel wordt, aldus de memorie van toelichting, voorgesteld de wettelijke herbeoordelingen zoals die thans in de arbeidsongeschiktheidswetten staan, te vervangen door een eenmalige herbeoordeling waarvoor de uitkeringsgerechtigden op basis van leeftijd worden opge- roepen.

Het vervallen van de wettelijke herbeoordelingen levert voor de toezichtbaarheid geen problemen op. Wel kan er naar de mening van de inspectie, als gevolg van het ontbreken van specifiek over- gangsrecht terzake, onduidelijkheid bestaan over de vraag tot welk moment de activiteiten met be- trekking tot de huidige wettelijke herbeoordelingen dienen te worden uitgevoerd, respectievelijk tot welke datum het resultaat van die herbeoordelingen kan worden geëffectueerd. De inspectie gaat er vooralsnog van uit dat, indien de voorschriften betreffende de eerste- en vijfdejaars wettelijke her- beoordelingen op 1 juli 2004 vervallen, het resultaat van een op die voorschriften gebaseerde her- beoordeling uitsluitend kan worden geëffectueerd voor zover de ingangdatum ligt vóór 1 juli 2004. Indien dat het geval is, acht de inspectie het weinig zinvol van het UWV en de belanghebbenden te verlangen dat zij tot 1 juli 2004 uitvoering geven aan activiteiten met betrekking tot de wettelijk herbeoordelingen1 in die gevallen waarin het effectueren van een dergelijke herbeoordeling toch niet meer aan de orde kan zijn. De inspectie geeft u, mede onder verwijzing naar de beleidslijn van de inspectie inzake contra-legem handelen en gedogen, in overweging te bezien of, en zo ja op wel-


1 Bijvoorbeeld het in kennis stellen van de belanghebbende van de mogelijkheid van het doen van een aanvraag om voortzetting van de uitkering uiterlijk vier maanden voor het einde van de periode van 5 jaar en het tijdig doen van een dergelijke aanvraag door de belanghebbende op grond van artikel 34, tweede en derde lid, van de WAO. De Inspectie Werk en Inkomen houdt toezicht op de uitvoering van de sociale zekerheid en is een organisatie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Ons kenmerk 2004/95
ke wijze, met betrekking tot deze activiteiten kan worden geanticipeerd op de voorgestelde wets- wijziging. Daarbij dient uiteraard rekening te worden gehouden met de mogelijkheid dat de wet op een later moment dan 1 juli a.s. in werking treedt, zodat het anticiperen dan tot gevolg kan hebben dat de uitkering dient te worden voortgezet, zonder dat de voorgeschreven wettelijke herbeoorde- ling heeft plaatsgevonden.

Ten aanzien van de voorgestane eenmalige herbeoordeling merkt de inspectie allereerst op dat hoewel in de toelichting uitdrukkelijk wordt uitgegaan van een eenmalige operatie, in de WAO, Waz en de Wajong bepalingen worden ingevoegd1 op grond waarvan het in beginsel mogelijk is vaker een dergelijke herbeoordelingsoperatie uit te voeren. Dit gegeven heeft echter op zich geen invloed op de toezichtbaarheid.

Op grond van de bedoelde bepalingen vindt herbeoordeling plaats op een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur (amvb) te bepalen tijdstip. Dit tijdstip kan voor verschillende groepen van personen verschillend worden vastgesteld. De bestaande arbeidsongeschikten zullen, aldus de toe- lichting, worden herbeoordeeld met toepassing van nieuwe normen. Deze nieuwe normen betreffen niet het arbeidsongeschiktheidscriterium zoals dat in het nieuwe stelsel zal worden geregeld, maar betreffen de nadere regelgeving over de claimbeoordeling zoals die zal worden vormgegeven in het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten. In de toelichting wordt globaal ingegaan op de voorgestane wijzigingen van het Schattingsbesluit. Het is voor de inspectie niet goed mogelijk de toezichtbaarheid van de eenmalige herbeoordeling te beoordelen aan de hand van de globale be- schrijving van de herbeoordelingsoperatie en van de wijzigingen van het Schattingsbesluit. Zo geeft de toelichting geen antwoord op bijvoorbeeld de vraag welke beoordelingsmaatstaf moet worden gehanteerd, indien na de inwerkingtreding van de onderhavige wet, maar voor het tijdstip waarop de betrokkene aan de beurt is voor de eenmalige herbeoordeling, een professionele herboordeling plaatsvindt. Gelet op het vorenstaande verzoekt de inspectie u de amvb's betreffende de (eenmali- ge) herbeoordeling en de wijziging van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten even- eens voor een T-toets aan de inspectie voor te leggen.

Tenslotte vraagt de inspectie nog uw aandacht voor het volgende. Uit de toelichting blijkt dat de cohortgewijze herbeoordelingen vanaf juli 2004 geen betrekking hebben op bepaalde groepen ar- beidsongeschikten. Het gaat daarbij met name om personen die vallen onder het overgangsrecht op grond van de Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen. Krachtens artikel XVI van die wet (in samenhang met de artikelen XIV en XXV van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen) gelden voor de bedoelde personen de oude arbeids- ongeschiktheidscriteria. De bepalingen inzake de wettelijke herbeoordeling (o.m. artikel 34 WAO) zijn echter, behoudens voor degenen die op 31 juli 1993 recht hadden op een arbeidsongeschikt- heidsuitkering en op 1 augustus 1993 50 jaar of ouder was, wel op deze personen van toepassing. Dit impliceert dat ook de voorschriften inzake de eenmalige herbeoordeling op hen van toepassing zijn. Aangezien de voorgestelde bepalingen geen mogelijkheid laten om voor bepaalde groepen van personen af te zien van herbeoordeling, impliceert dit dat deze personen, anders dan blijkens de toelichting is beoogd, ook onder de voorgestane eenmalige herbeoordeling vallen. Nu het niet de


1 De voorgestelde artikelen 34, vierde lid, WAO, 35, vijfde lid, Waz en 28, vijfde lid, Wajong.
2/3

Ons kenmerk 2004/95
bedoeling is dat voor de desbetreffende personenen een nieuw arbeidsongeschiktheidscriterium gaat gelden, geeft de inspectie u in overweging, dit alsnog nadrukkelijk te regelen1.

Ik vertrouw erop u met deze toets van dienst te zijn en verzoek u mij, overeenkomstig de afspraken zoals die zijn neergelegd in het Protocol SG-IG IWI, schriftelijk te informeren tot welke aanpassin- gen de resultaten van de T-toets aanleiding hebben gegeven.

Hoogachtend,
De inspecteur-generaal
Werk en Inkomen

(mr. L.H.J. Kokhuis)

St/Oth


1 Bijvoorbeeld door de bepalingen zo te formuleren dat in de amvb kan worden bepaald dat de eenmalige herbeoordeling niet voor deze groep arbeidsongeschikten geldt.

3/3