Gemeente Baarn

Jaarrekening 2003 Gemeente Baarn

29-04-2004

De jaarrekening van de Gemeente Baarn sluit met een nadeel van EUR 689.000,= . Dit is fors minder negatief dan het eerder verwachte tekort van EUR 1.200.000,=. De voornaamste oorzaak hiervan is een forse incidentele meevaller op salariskosten van gemeentelijk personeel. Het tekort wordt ten laste gebracht van de Algemene reserve.

Bij de behandeling van de Begroting 2003 heeft de gemeenteraad ingestemd met een aantal maatregelen om het negatieve saldo op de begroting om te buigen. Uit de jaarrekening kan geconcludeerd worden dat deze maatregelen hebben bijgedragen aan een beperking van het te verwachten negatieve resultaat.

Maatregelen
Eén van de maatregelen die het tekort beperkt hebben is het besluit van de gemeenteraad om voor 2003 geen automatische prijscompensatie toe te staan voor uitvoeringsbudgetten behalve voor lonen en huren. Deze maatregel heeft circa EUR 400.000,= opgeleverd.

Ook is een taakstellende bezuiniging op het Gewest Eemland opgelegd van EUR 200.000,=. Die bezuiniging is inmiddels nagenoeg gerealiseerd. In 2003 is al structureel EUR 165.000,= behaald en inmiddels toont de definitieve afrekening over 2003 aan dat er nog EUR 20.000,= extra is gerealiseerd.

Besparing personeelskosten
De toepassing van een selectieve vacaturestop en de krapte op de arbeidsmarkt in 2003, hebben geleid tot een besparing op de kosten van het eigen personeel. Een ander effect van de maatregel is de afvloeiing van personeel. Begin 2004 waren alle vacatures die ingevuld moesten worden ook daadwerkelijk ingevuld.

Reservering voordeel Wet Werk en Bijstand
De invoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB) per 1 januari 2004 heeft tot gevolg dat de gemeente niet meer 75% hoeft terug te betalen over het totaal aan verhaal en terugvordering dat per 31 december 2003 nog openstaat. Verwacht wordt dat 600.000,= van de openstaande debiteuren leidt tot een daadwerkelijke invordering. Het college van B&W stelt voor om dit voordeel te reserveren om de risicos te dekken die het onderdeel inkomensvoorziening van de nieuwe Wet Werk en Bijstand met zich meebrengt. Het bedrag dient dan als een buffer voor de eerste opvang van tegenvallers in de uitvoering van deze wet.