Ingezonden persbericht



- Persbericht -

PERSVRIJHEID NEEMT WERELDWIJD AF

Deel wereldbevolking dat toegang heeft tot vrije media zakt tot nieuw dieptepunt; Italië zakt naar categorie 'gedeeltelijk vrij'

New York, 3 mei 2004 - Volgens een uitgebreid onderzoek dat vandaag door Freedom House is gepubliceerd is de persvrijheid in 2003 wereldwijd aanzienlijk afgenomen. Politieke druk, geweld en gerechtelijke stappen tegen journalisten door de overheid en andere actoren tegen journalisten verslechteren de condities in veel landen met als resultaat dat voor het tweede achtereenvolgende jaar de vrijheid voor nieuwsmedia wereldwijd is afgenomen. Het onderzoek 'Freedom of the Press 2004: A Global Survey of Media Independence' laat zien dat de vrijheid het sterkst achteruitging in landen waar de democratie achteruitholt zoals Bolivia en Rusland, en in oudere, gevestigde democratieën waarvan Italië er het meest uitspringt.

Het rapport werd gepubliceerd voorafgaand aan de Dag van de Persvrijheid die plaatsvindt op 3 mei.

Gegevens uit het rapport zijn online beschikbaar op www.freedomhouse.org/research/pressurvey.htm.

Het onderzoek heeft de mate van vrijheid met betrekking tot gedrukte media, radio- en televisie-uitzendingen en het internet beoordeeld in elk land ter wereld en deelt elk land in in de categorie 'vrij', 'gedeeltelijk vrij' of 'niet vrij'.

Wereldwijde trends
Het onderzoek laat zien dat tien landen - Bolivia, Bulgarije, de Kaap Verdische Eilanden, Gabon, Guatemala, Guinee-Bissau, Italië, Moldavië, Marokko en de Filippijnen, naar een lagere categorie terugvielen. Kenia en Sierra Leone zijn de enige twee landen die progressie boekten en een categorie in gunstige zin opschoven.

Het Midden-Oosten en Noord-Afrika kennen de geringste persvrijheid; 90% van de landen kent geen vrije pers.

Van de 193 onderzochte landen (inclusief de door Israël bezette gebieden c.q. de Palestijnse autoriteit), kennen er 73 (of te wel 38% van alle landen en 17% van de wereldbevolking) een vrije pers met vrijwel geen restricties ten aanzien van de nieuwsmedia. 49 landen (25% van het totaal en 40% van de wereldbevolking) kennen een gedeeltelijke persvrijheid en kennen enige restricties ten aanzien van de pers. En 71 landen (37% van het totaal en 43% van de wereldbevolking) kennen geen persvrijheid, met staatscontrole en andere hindernissen voor de pers.

Het gedeelte van de wereldbevolking dat leeft in een omgeving met een vrije pers, is met 5% teruggelopen in de afgelopen twee jaar. Het aantal mensen dat leeft in landen waar geen persvrijheid is, is met 5% toegenomen.

'Steeds minder mensen in de wereld hebben ongecensureerde en vrije toegang tot informatie over hun eigen land', zei Jennifer Windsor, directeur van The Freedom House. 'Het is beangstigend dat deze verslechtering deels plaatsvindt in democratieën, waar persvrijheid een noodzakelijke component is van het democratisch bestel.'

In Italië leidde toenemende concentratie van de media en daaruitvoortvloeiende politieke druk tot een degradatie van dat land van persvrij naar gedeeltelijk persvrij. 'Premier Servio Berlusconi is in staat geweest onbehoorlijke invloed uit te oefenen op de publieke omroep RAI', zei Karin Deutsch Karlekar, de onderzoekster en opsteller van dit rapport. 'Dit brengt de toch al zorgelijke mediaomgeving verder in disbalans met het enorme media-imperium van Berlusconi.' De beheersmaatschappijen van Berlusconi omvatten de drie grootste commerciële televisiestations van Italië.

Lichtpuntjes
De meest dramatische mediaontwikkeling vond dit jaar plaats in Irak dat tot voor kort te boek stond als een van de meest repressieve persomgevingen.

Sinds de omverwerping van het regime van Saddam Hoessein in april 2003, geven honderden media een breed scala aan opinies uit. De Irakezen herwonnen vrije toegang tot internet en tot ongecensureerde buitenlandse televisie-uitzendingen. Niettemin bleef Irak een 'niet-persvrij land' vanwege het voortdurende gebrek aan veiligheid, de moord op ten minste 13 journalisten afgelopen jaar en een dubbelzinnig wettelijk systeem. Irak is op de ranglijst evenwel flink omhoog gegaan.

Opmerkelijke verbeteringen vonden plaats in Sierra Leone. De toenemende politieke stabiliteit na de burgeroorlog heeft ertoe geleid dat journalisten vrijer kunnen opereren. Dit land schoof op van niet vrij naar gedeeltelijk vrij. In Kenia hadden de media een grotere redactionele onafhankelijkheid en nam het aantal schendingen van de persvrijheid sterk af onder de nieuwe democratische regering.

'Ondanks enkele specifieke verbeteringen en een algemene opwaartse trend naar grotere persvrijheid in de tweede helft van de jaren negentig, hebben de laatste twee jaar een dramatische verslechtering te zien gegeven', zei Karlekar. 'Door de staat geleide intimidatie en pogingen de media te beïnvloeden, vindt nog steeds plaats door regeringen die in toenemende mate onwillig zijn om kritische uitingen te tolereren'.

Politieke, wettelijke en economische druk
In een aantal landen hadden politieke onrust en geweld tijdens verkiezingen een negatieve invloed op de pers.

In Bolivia bedreigden de overheid en de aanhang van de oppositie de pers en belaagden zij journalisten fysiek, waardoor dit land terugviel van deels vrij naar niet vrij. In Rwanda onthielden de autoriteiten alle kandidaten in de verkiezingen gelijke toegang tot de media, terwijl de staatsmedia werden ingezet om de oppositie ervan langs te geven.

Andere, aan verkiezingen gerelateerde intimidatie van pers, vond plaats in Argentinië, Azerbeidzjan, Guatemala en Guinea. Verkiezingen voor 2004 waren de aanleiding om campagnes tegen de onafhankelijke media te voeren in Algerije, Kameroen, Tunesië en Oekraïne, meestal in de vorm van toegenomen wettelijke belemmeringen en druk.

Het onderzoek laat ook toegenomen politieke en economische invloed op de media in andere landen. In Roemenië bijvoorbeeld, leidde toegenomen inzet van rechtszaken door autoriteiten aangespannen tegen onafhankelijke media en toename van aanslagen op journalisten tot een significante terugval op de ranglijst.

In Bulgarije, dat terugviel naar gedeeltelijk vrij, handhaafde de regering haar controle over de staatsomroep en sluisde zij advertentie-inkomsten naar pro-regeringsgezinde media. In Gabon organiseerde de regering een inperking van de private media door toestemming om te publiceren in te trekken en een aantal private media te verbieden of uit te stellen. Hierdoor viel dit land terug naar de categorie 'niet vrij'.

De omstandigheden voor de pers verslechterden in Rusland, dat in 2002 al terugviel naar 'niet vrij'. In 2003 consolideerde het Kremlin haar vrijwel totale controle van de omroep. Autoriteiten zetten ook wetgeving en financiële druk in om verdere kritische aandacht in de media terug te dringen, met name voor gevoelige onderwerpen zoals de oorlog in Tsjetsjenië.

'Economische druk kan leiden tot toenemende zelfcensuur onder journalisten', zei mevrouw Windsor. 'Helaas worden deze factoren vaak over het hoofd gezien wanneer wordt gekeken naar de mate van persvrijheid.'

In andere landen, waaronder Marokko, leidde nieuwe wetgeving tot terugval van categorie. Na 13 jaar te boek te hebben gestaan als 'gedeeltelijk vrij', viel dit land terug naar 'niet vrij'. In mei stelde de regering artikel 41 van antiterreur wetgeving in, waarmee striktere beperkingen en straffen op openlijke belediging werden ingesteld.

Regionale trends
Noord- en Zuid-Amerika: van de 35 landen in deze regio zijn er 17 (49%) 'persvrij', 13 (37%) 'gedeeltelijk persvrij' en 5 (15%) zijn 'niet persvrij'. Hoewel iets minder dan de helft van het aantal landen in de regio persvrijheid kennen, is de negatieve trend uit 2002 doorgezet wat leidde tot degradatie van Bolivia naar 'gedeeltelijk vrij' en Guatemala naar 'niet vrij'. In de afgelopen twee jaar is het percentage landen waar de media 'vrij' zijn, teruggelopen van 60 naar 49%, terwijl het percentage van landen met pers die 'niet vrij' is, is opgelopen van 6 naar 14%.

Azië Pacific: van de 39 landen in deze regio staan er 17 (44%) in de lijst van persvrije landen, 8 (20%) zijn gedeeltelijk vrij en 14 (36%) kennen geen persvrijheid.Terwijl deze regio een relatief hoog niveau van persvrijheid laat zien, vielen de Filippijnen, een land dat de afgelopen zes jaar te boek stond als persvrij, terug naar de regionen van de gedeeltelijk persvrije landen, vooral vanwege aanhoudend veel geweld tegen journalisten. In Afghanistan, dat het meeste aantal plaatsen op de ranglijst omhoog opschoof in 2002, bleven de media 'niet vrij'. Ondanks een doorgaande expansie van onafhankelijke gedrukte media en omroepen in 2003, blijven journalisten blootgesteld aan druk van regelgeving en bedreigingen van politieke en militaire leiders. Het percentage mensen in deze regio dat toegang heeft tot vrije media liep in 2003 terug tot 7%.

Centraal en Oost-Europa en de voormalige Sovjet-Unie: van de 27 landen in deze regio zijn er 8 (30%) 'persvrij', 8 (30%) zijn er 'gedeeltelijk vrij' en 11 (40%) zijn 'niet vrij'. De teruggang overtrof de landen waar winst werd geboekt in 2003. Dit kwam vooral omdat twee landen, Bulgarije en en Moldavië, in een lagere categorie terecht kwamen. Behalve in Georgië bleef de situatie voor de pers in Centraal Europa en de Kaukasus zeer problematisch. Van de landen uit de voormalige Sovjet-Unie en het Oostblok, die buiten de uitbreiding van de Europese Unie zijn gebleven, is er niet één 'vrij', zijn er 3 'gedeeltelijk vrij' en 11 kennen geen persvrijheid.

Midden Oosten en Noord-Afrika: van de 19 landen in deze regio kent 1 land (Israël) persvrijheid. Eén land, te weten Koeweit, is 'gedeeltelijk persvrij' en 17 landen (90%) kennen geen persvrijheid. In 2003 viel Marokko terug in de categorie 'niet persvrij', vooral als gevolg van antiterreur wetgeving en wettelijk verbod van kritische radiozenders. Het Midden Oosten is de enige regio met een gemiddelde waardering als 'niet persvrij'.

Sub-Sahara Afrika: van de 48 landen in deze regio, kennen er 7 (15%) persvrijheid, 17 (35%) zijn 'gedeeltelijk persvrij' en 24 (50%) zijn 'niet persvrij'. In deze regio vonden de sterkste bewegingen plaats, met drie landen die terugvielen en twee die een categorie omhoog opschoven.

West-Europa: van de 25 landen in West-Europa, zijn er 23 (92%) gewaardeerd als 'persvrij' en 2 landen (8%) zijn 'gedeeltelijk persvrij'. Terwijl West-Europa het hoogste niveau van persvrijheid in de wereld kent, sloot Italië zich aan bij Turkije als 'gedeeltelijk vrij' land. Het is voor het eerst sinds 1988 dat de media in een West-Europees land - anders dan Turkije - gewaardeerd wordt als 'gedeeltelijk persvrij'.

De slechtste scores
De vijf slechtst scorende landen op het gebied van persvrijheid zijn Birma, Cuba, Libië, Noord-Korea en Turkmenistan. In deze landen bestaan geen onafhankelijke media of is het vrijwel uitgesloten als zodanig te opereren. De rol van de pers is te werken als een verlengstuk van het heersende regime en de toegang van burgers tot onpartijdige informatie is vrijwel onmogelijk.

Na aanvankelijk positieve signalen en verbeteringen in 2003, traden de Cubaanse autoriteiten in maart op tegen onafhankelijke media en werden 27 journalisten gearresteerd, vervolgd en veroordeeld tot lange gevangenisstraffen.

De persvrijheid in Zimbabwe, Eritrea en Equatoriaal Guinee bleef slecht, waar autoriteiten regelgeving, opsluiting en andere vormen van intimidatie inzetten om zo de mogelijkheid van onafhankelijke media om vrijelijk te rapporteren, te beperken.

Over Freedom House
Freedom House, met hoofdkantoor in Washington, is een non-profit en onpartijdige organisatie die is opgericht in 1941. De oorspronkelijke inzet was het isolationisme in de buitenlandse politiek van de Verenigde Staten te helpen doorbreken en bij te dragen aan het herstel van vrijheid in Europa. Na de Tweede Wereldoorlog heeft Freedom House zich gericht op bestrijding van nieuwe dictaturen van rechtse- of linkse signatuur. Het onderzoek naar de persvrijheid is dit jaar voor de 25e keer uitgevoerd. Freedom House wordt gefinancierd uit particuliere bijdragen en giften. Er werken nu 99 mensen in 13 vestigingen; 2 in de Verenigde Staten en 11 daarbuiten.