Ook over loon voor niet-gewerkte dagen (ploegendienst) is de werkgever
sv-premie verschuldigd.
Bron: Rechtbank Haarlem
Datum actualiteit: 3-05-2004
In deze zaak gaat het over werknemers die bij de werkgever in vaste
dienst werkzaamheden verrichten op boorplatforms, in een patroon
waarbij twee weken werken op het platform wordt afgewisseld met twee
weken niet werken. De vraag lag voor of de werkgever over het loon dat
betrekking heeft over dagen waarop die werknemers niet werken
sv-premie verschuldigd is. Hiervan is sprake als de niet gewerkte
dagen worden aangemerkt als loondagen. Het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen telt in deze vierwekenperiode vier maar vijf
loondagen, twintig derhalve, waarover de werkgever premie is
verschuldigd. De werkgever telt slecht tien dagen, telkens (maximaal)
vijf dagen in de week dat ze werken.
De rechtbank heeft allereerst vastgesteld dat de werknemers werkzaam
zijn in ploegendienst in de zin van artikel 9 CSV.
Voorts is de rechtbank - anders dan de Centrale Raad van Beroep in de
uitspraak van 31 mei 2001, gepubliceerd in RSV 2001/184, heeft
geoordeeld - van oordeel dat in de weken waarin de betreffende
werknemers niet werkzaam zijn geweest, het aantal loondagen op grond
van artikel 9, vijfde lid, CSV, vijf dagen bedraagt. In die weken
hebben de betreffende werk-nemers immers uitsluitend als gevolg van de
ploegendienst op minder dan vijf dagen per week werkzaamheden
verricht, namelijk op geen enkele dag van de week. Op grond van
artikel 9, vijfde lid, CSV worden zij geacht over dit tijdvak van
veertien dagen op vijf dagen per week loon te hebben genoten. `Het
tijdvak, waarin hij in ploegendienst werkzaam was' als bedoeld in
artikel 9, vijfde lid, CSV omvat naar het oordeel van de rechtbank
namelijk zowel de veertiendaagse periode waarin de werknemer als
gevolg van die ploegendienst feitelijk arbeid verricht, als de
veertiendaagse periode waarin hij eveneens als gevolg van de
ploegendienst niet werkzaam is.
In de weken waarin de werknemers op alle dagen werken moeten volgens
de rechtbank in beginsel zeven loondagen in aanmerking worden genomen.
Gelet echter op het bepaalde in artikel 9, zesde lid, CSV en artikel
2, eerste lid, van de Nadere regels maximumdagloon en franchises WW
dient een middeling over een tijdvak van vier weken plaats te vinden
en blijft ten aanzien van een werknemer die in een aaneengesloten
periode van vier werkweken meer dan twintig loondagen heeft genoten
het meerdere aantal dagen buiten beschouwing.
De rechtbank is dan ook tot de conclusie gekomen dat op goede gronden
per vier weken twintig loondagen in aanmerking zijn genomen. Noch de
uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 31 mei 2001 noch het
beroep op het gelijkheidsbeginsel maakt dit anders.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AO8658
Zie het origineel