Hoe staat de persvrijheid er voor?
18 april 2004
In ons land
Wat is de staat van de persvrijheid in ons land? Moeten journalisten
zich wapenen tegen de commerciële pr en tegen de
overheidsvoorlichting? Wat is de betekenis van de Wet Openbaarheid van
Bestuur voor het dagelijkse werk? En is er sprake van toenemende
belemmeringen in ons land voor de persvrijheid
Vragen die professor dr. Frank van Vree 3 mei beantwoordt bij de
presentatie van zijn onderzoek naar de vrijheid van de journalist en
de persvrijheid in ons land. Minister Donner van Justitie reageert,
waarop een discussie volgt.
Elders
bron: worldpressfreedomday.org
Persvrijheid bestaat niet voor de 134 journalisten die eind 2003
ergens ter wereld in de gevangenis zaten. Enkele voorbeelden:
Birma
Persvrijheid bestaat niet voor een collega in Birma. Zaw Thet Htway,
wacht op de doodstraf omdat hij als sportjournalist vragen stelde over
het verdwijnen in Birma van een internationale donatie van $ 4 miljoen
voor de promotie van de voetbalsport. Negen andere Birmese
journalisten zitten al jaren gevangen in dit land.
Cuba
Persvrijheid bestaat ook niet voor de 28 Cubaanse journalisten. In
maart vorig jaar gearresteerd en binnen een week achter gesloten
deuren veroordeeld tot gevangenisstraffen van tien tot bijna dertig
jaar. Samen met schrijvers organiseerde de NVJ een waardig protest met
zwijgende schrijfmachines bij de Cubaanse ambassade. Dit jaar is de
demonstratie herhaald. De internationale gemeenschap komt traag op
gang. De commissie mensenrechten van de Verenigde Naties is nog steeds
niet tot een veroordeling gekomen van de verwerpelijke handelswijze
van de Cubaanse machthebbers.
China
De Volksrepubliek is in 2003 kwantitatief nog steeds de grootste
schender van persvrijheid. Eind 2003 zitten er 39 journalisten
gevangen. Chen Renjie en Lin Youping hebben er de twijfelachtige eer
de langst gevangen zittende journalisten in China te zijn, 21 jaar.
Chen werd in 1983 veroordeeld tot levenslang. Zijn collega Lin kreeg
aanvankelijk de doodstraf. Dat vonnis is omgezet naar levenslang. Een
derde journalist, die met hen samen een pamflet had gemaakt over het
gebrek aan vrijheden, Chen Billing, werd ook ter dood veroordeeld en
geëxecuteerd.
Een ander opvallende zaak is die van Gao Qinrong. Gao die voor het
staatspersbureau werkte maakte in die functie gewag van een mogelijk
corruptieschandaal bij een irrigatieplan. Het staatspersbureau
publiceerde zijn reportage vervolgens niet, het officiële Volksdagblad
(een krant voor de partijelite) wel. Het irrigatieschandaal werd
nationaal nieuws. Gao betaalt een hoge prijs voor zijn primeur. Eind
1998 wordt hij gearresteerd en veroordeeld tot 13 jaar
gevangenisstraf.
Algerije
Djamel Edine Fahassi, verslaggever van de staatsradio Alger Caine III
en medewerker van enkele kranten, is in 1995 bij zijn woning ontvoerd.
Vermoedelijk door een van de geheime diensten. Sindsdien is zijn lot
onbekend. Fahassi was eerder veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf
maar na vijf maanden in vrijheid gesteld. Een Algerijnse
regeringsfunctionaris ontkent betrokkenheid van de staat.
Blijven protesteren
De trieste lijst van gevangen journalisten gaat zo nog een tijd door.
Nog een paar opmerkelijke observaties: In Eritrea zitten 17
journalisten in de gevangenis. En in EU kandidaat Turkije verblijven
vijf collega's in de gevangenis.
Niet alleen protest helpt. Ook Essentiel voor de persvrijheid is
concrete materiële ondersteuning van de onafhankelijke media in de
moeilijke landen. Organisaties als Free Voice/SCO en Press Now spelen
daarbij vanuit ons land een belangrijke rol. Trainingen door het RNTC
dragen evenzeer bij aan de versterking van de journalistiek.
Reporters Respond geeft steun aan individuele journalisten die in de
verdrukking komen. CPJ, RSF, IFEX, de WAN. IFJ en Freedom House
monitoren de perssituatie wereldwijd.
Persvrijheid bestaat niet in 68 landen. Slechts 20% van de
wereldbevolking geniet persvrijheid. Wat kunnen we doen?
De 193 landen die de wereld telt, laten zich op het terrein van de
persvrijheid globaal rangschikken in drie groepen.
In 2002 kent een kleine zeventig landen geen persvrijheid, 47 landen
hebben een zekere mate van persvrijheid maar rommelt ermee. India
bijvoorbeeld heeft een grillig toelatingsbeleid voor buitenlandse
journalisten en beperkt vaak hun vrijheid om te werken. De strijd
tegen het terrorisme lijkt in veel landen als eerste slachtoffer de
persvrijheid te maken. En de resterende 78 landen kennen een redelijke
mate van persvrijheid.
In percentages gesteld: 20% van de wereldbevolking kent persvrijheid,
38% gedeeltelijke persvrijheid en 48% van de mensheid kent geen
persvrijheid
In het congresprogramma van 3 mei wordt dieper ingegaan op deze
materie in een bijdrage van Wereldomroep, RNTC, SCO, Press Now en
Freedom House. Specifiek wordt ook aandacht geschonken aan de
persvrijheid in Europa.
De cijfers van Freedom House over de stand in 2003 van de persvrijheid
in de 193 landen zullen tegen die tijd ook bekend zijn.
Een voorbeeld: Amnesty en Eritrea
Gelukkig zetten niet alleen de bovengenoemde organisaties en de NVJ
zetten zich in voor de persvrijheid in de moeilijke landen. Zo is er
bijvoorbeeld de vrijwilligers groep uit Utrecht Amnesty Groep 17 van
Amnesty International die zich inzet voor tien journalisten in
Eritrea. Een partner van de NVJ, het Noordamerikaanse Committee to
Protect Journalists (CPJ) noemde vorig jaar op de
wereldpersvrijheidsdag Eritrea een van de tien slechtste plaatsen om
als journalist werkzaam te zijn. Eind september 2001 zijn in Eritrea
tien journalisten gearresteerd nadat de regering op 18 september de
onafhankelijke media - waar zij voor werkten - had verboden. De
journalisten zijn gevangen gezet omdat zij zich in hun artikelen
kritisch hadden uitgelaten over de regering. Ook hadden zij
schriftelijk geprotesteerd tegen het verbod op de onafhankelijke
media.
Zij worden op geheime plaatsen gevangen gehouden, zonder contact met
de buitenwereld, zonder dat een aanklacht tegen hen is ingediend en
zonder proces.
Vijf andere journalisten zijn bij verschillende gelegenheden in 2001
en 2002 gearresteerd naar aanleiding van hun journalistieke
werkzaamheden. Een van hen is onverwacht vrijgelaten in januari 2003.
De overige vier worden nog steeds vastgehouden zonder contact met de
buitenwereld, eveneens zonder dat een aanklacht tegen hen is ingediend
en zonder proces.
Amnesty International heeft de journalisten erkend als
gewetensgevangenen: zij zitten alleen wegens hun legitieme
journalistieke werkzaamheden gevangen. Amnesty International eist hun
onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating.
Wegens de zeer slechte omstandigheden in de Eritrese gevangenissen en
hun geheime opsluiting in niet officiële detentiecentra, is Amnesty
International uiterst bezorgd over hun veiligheid. Mogelijk wordt
essentiële medische zorg aan hen onthouden.
Nederlandse Vereniging van journalisten