De Unie
LHV - Toch nog akkoord sociaal plan
4 mei 2004 - Na het overleg van 15 april 2004, waarin de
onderhandelingen tussen vakorganisaties en de LHV vastliepen is veel
gebeurd. De LHV heeft alsnog ingestemd met een verbetering van het
sociaal plan, hierdoor konden wij op 23 april 2004 toch nog tot een
onderhandelingsresultaat komen. Het gaat om een verbetering van de
outplacementregeling en verbetering van de mogelijkheden voor scholing
van medewerkers, die daardoor een betere positie op de arbeidsmarkt
krijgen.
Op 26 en 27 april 2004 hebben de vakorganisaties een drietal
gezamenlijke achterbanbijeenkomsten gehouden. In deze bijeenkomsten
hebben wij informatie verstrekt over het sociaal plan, de
ontslagprocedure en de onderhandelingen. Bovendien heeft het ook voor
de vakorganisaties relevante informatie opgeleverd waar wij weer mee
terug zijn gegaan naar de LHV. Het betreft verduidelijkingen van de
gemaakte afspraken. Uit de achterbanbijeenkomst zijn geen verzoeken
voor inhoudelijke wijzigingen gekomen.
De resultaten van deze laatste ronde zijn vastgelegd in een nieuwe
versie van het sociaal plan. Dit sociaal plan kunt u downloaden via de
website van De Unie, of via het intranet van de LHV.
Stemprocedure
U kunt het stemformulier, als u lid bent van De Unie, gebruiken om
mede te delen of u het wel of niet eens bent met het sociaal plan. Ik
adviseer u zich bij uw meningsvorming te concentreren op de inhoud van
het sociaal plan. Ik heb sterk de indruk dat met dit sociaal plan de
grenzen van de draagkracht van de LHV wel zijn opgezocht. Pas na
instemming door de leden is het sociaal plan definitief.
De algemene lijn uit de achterbanbijeenkomsten
* Financiële middelen
Een groot deel van de medewerkers vraagt zich af of de financiële
middelen van de LHV wel toereikend zijn om het sociaal plan te
kunnen betalen. Dit is op zich een terecht punt van aandacht. De
structuur van het sociaal plan biedt weinig mogelijkheden om het
kostenbeslag te verminderen. De hoogste kostenpost is het nakomen
van de overeengekomen arbeidsvoorwaarden waaronder de opzegtermijn
en de wachtgeldregeling. Het gaat erg ver om in een sociaal plan
de aanspraken van medewerkers te verminderen. Aanvullende
financiële middelen worden in het sociaal plan aangewend voor
outplacement en scholing. Ervaring leert dat door het inzetten van
deze instrumenten juist een besparing wordt gerealiseerd omdat het
beroep op wachtgeld hierdoor lager zal uitvallen.
* Voortzetting belangenbehartiging LHV
Veel onrust is ontstaan omdat de LHV nog geen
formatieplaatsenplan, functiebeschrijvingen en organogram heeft
overlegd voor de voortzetting van haar taak als
belangenbehartiger. Bekend is dat een 45-tal arbeidsplaatsen
hierdoor behouden kunnen blijven.
Indien er geen plan komt, voorzien van positief advies van de
Ondernemingsraad, kan in principe ieder die betrokken is geweest
bij taken op het gebied van belangenbehartiging (centraal of
decentraal) ook een functie in de nieuwe organisatie claimen.
* Voortzetting projecten
Ook over de voortzetting van bepaalde projecten (onder andere
Preventie) bestaat grote onduidelijkheid onder de medewerkers. De
LHV stelt zich tot op 23 april 2004 op het standpunt dat,
voorzover de financiering van projecten (inclusief
pseudo-werkgeverschappen) nog doorlopen tot eind van het jaar, de
LHV niet meer zorg kan dragen voor de uitvoering van deze
werkzaamheden omdat de landelijk dekkende structuur wegvalt.
Vakorganisaties hebben gevraagd de ontslagen voor het projectdeel
in te trekken. De LHV heeft toegezegd dit te zullen doen als
geldstroom/ subsidie definitief is toegezegd en als het
organisatorisch mogelijk is het project centraal uit te voeren.
Een vergelijkbare situatie ontstaat bij DHVs waar tot eind van
2004 de financiering wordt gegarandeerd door de regionale
zorgverzekeraar(s). Ook dan geldt dat de werkzaamheden niet per 1
juli 2004 zijn vervallen. De LHV gaat er in voorkomende gevallen
vanuit dat de medewerkers dan van rechtswege over zullen gaan.
Ontslagprocedure
De LHV heeft het collectief ontslag al gemeld. Per persoon moet de LHV
een toelichting en motivatie sturen aan het CWI. Deze stukken krijgt u
in ieder geval van het CWI, tezamen met een reactieformulier en een
toelichting. Dit formulier moet u binnen een termijn van 10 dagen
insturen. Indien u geen inhoudelijk verweer wil voeren kunt u zich
refereren aan het oordeel van het CWI. U loopt niet het risico
hierdoor uw aanspraak op een WW-uitkering te verliezen.
Indien u wel verweer wilt voeren kunt u daarvoor het formulier
gebruiken. Indien u hulp wilt hebben van De Unie, neem dan zo snel
mogelijk contact op.
U kunt in de CWI-procedure bijvoorbeeld aanvoeren:
* dat (een deel van) uw werkzaamheden niet, of nog niet vervallen
zijn
* dat (een deel van) uw werkzaamheden door de LHV zijn opgedragen
aan een collega, terwijl deze collega een korter dienstverband
heeft.
* dat uw werkzaamheden door de LHV opgedragen zijn aan een collega
terwijl er geen sprake is van onderling uitwisselbare functies.
Nadat u uw verweer heeft ingediend, zal het CWI uw verweer voorleggen
aan de LHV. De opmerkingen van de LHV ontvangt u dan weer, zodat u
nogmaals de gelegenheid krijgt uw mening te geven.
Na deze ronde zal het CWI een uitspraak doen. Het is ook mogelijk dat
na de eerste ronde het CWI besluit uw verweer ongegrond te verklaren
en de LHV een ontslagvergunning te verlenen.
Met deze ontslagvergunning kan de LHV uw arbeidsovereenkomst opzeggen.
Er moet dan wel een opzeggingstermijn van 5 maanden in acht genomen
worden. Gedurende deze opzeggingstermijn loopt de arbeidsovereenkomst
gewoon door. U ontvangt dus uw normale salaris en de LHV kan van u
vragen uw werkzaamheden gewoon uit te voeren. De uitspraak van het CWI
is definitief, er is geen hoger beroep mogelijk.
Ik hoop u hiermee enig inzicht te hebben gegeven in zowel het sociaal
plan als in de ontslagprocedure. Heeft u nog vragen, neem dan gerust
contact op.
Inge de Vries
Bestuurder
dinsdag, 4 mei 2004