Minister President en minister van Buitenlandse Zaken aan China, 5-8
april 2004
Kamerbrief verslag bezoek Minister President en minister van
Buitenlandse Zaken aan China, 5-8 april 2004
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Azië en Oceanië
Afdeling Oost-Azië
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
3 mei 2004
Behandeld
Anne Bruls
Kenmerk
DAO-0288/04
Telefoon
070 3485514
Blad
1/6
Fax
070 3485323
Bijlage(n)
aa.bruls@minbuza.nl
Betreft
Verslag bezoek minister-president en minister van Buitenlandse Zaken
aan China, 5-8 april 2004
Hierbij bied ik u, mede namens de minister-president, het verslag aan
van ons bezoek aan China van 5-8 april jl.
Inleiding
Op uitnodiging van de Chinese autoriteiten brachten de
minister-president en ik van
5 tot 8 april jl. een bezoek aan China. Het betrof het eerste bezoek
van een Nederlandse minister-president aan China sinds 1995.
Doel van het bezoek was in de eerste plaats voorbereiding van het
Nederlandse EU-Voorzitterschap, met name van de EU-China Top die op 8
december 2004 in Den Haag zal plaatsvinden en gevolgd zal worden door
een EU-China Business seminar en een bilaterale Nederland-China Top op
9 december 2004. Daarnaast bood het bezoek de gelegenheid bilaterale
onderwerpen aan de orde te stellen en van gedachten te wisselen over
internationale kwesties.
Het belang dat ook van Chinese zijde aan het bezoek werd gehecht bleek
uit het feit dat er naast de ontmoetingen met premier Wen Jiabao en
minister van Buitenlandse Zaken Li Zhaoxing ook een ontmoeting
plaatsvond met president Hu Jintao.
Voorts was er een ontmoeting met vertegenwoordigers van het
Nederlandse bedrijfsleven.
Ikzelf had daarnaast een gesprek met Chinese deelnemers aan het
Nederlandse mensenrechtenprogramma
Gesprekken
EU -China
Zowel de minister-president als premier Wen beoordeelden de huidige
stand van de betrekkingen tussen de EU en China als positief. Op
steeds meer terreinen werd samengewerkt. Er was sprake van een brede
agenda en frequente bezoeken. De minister-president zette de
prioriteiten voor het Nederlands Voorzitterschap uiteen en gaf aan dat
de relatie van de EU met Azië hoog op de agenda stond. Zo zullen er
EU-Toppen plaatsvinden met China, India, Zuid-Korea en de ASEM.
EU-China Top
De minister-president heeft uiteengezet welke voorbereidingen aan
Nederlandse kant zijn getroffen voor de EU-China top op 8 december. Op
9 december zou daarnaast een bilaterale topontmoeting en een EU-China
Business seminar georganiseerd kunnen worden. Details werden in de
komende maanden uitgewerkt.
In dit kader werd van gedachten gewisseld over een aantal onderwerpen,
dat tijdens de top afgerond zou kunnen worden of waarop voortgang zou
kunnen worden geboekt zoals een douane overeenkomst, een re-admissie
(terugname) overeenkomst, sectorale dialogen op het gebied van
industrieel beleid en intellectueel eigendom en de financiële sector
en samenwerking op het gebied van non-proliferatie.
Premier Wen Jiabao verwelkomde het idee om aansluitend aan de
topontmoeting een EU-China bedrijfsleventop te houden en was graag
bereid die bijeenkomst toe te spreken.
Taiwan
Zowel premier Wen Jiabao als minister Li Zhaoxing spraken waardering
uit voor de EU-opstelling ten aanzien van de kwestie Taiwan. Er werd
een beroep op Nederland gedaan zich te houden aan het één-China
beleid. Zowel de minister-president als ikzelf bevestigden het
één-China beleid maar spraken tegelijkertijd de hoop uit dat de
spanningen tussen beide partijen via dialoog en op vreedzame wijze
zouden kunnen worden opgelost.
EU-wapenembargo
Het EU-wapenembargo werd door alle Chinese gesprekspartners
opgebracht. Zij spraken de hoop uit dat het embargo op zo kort
mogelijke termijn zou kunnen worden opgeheven. De psychologische
betekenis van het bestaande wapenembargo voor China moet niet worden
onderschat. Het ging om een politiek signaal dat wil zeggen
internationaal-politieke erkenning dat in China een nieuw tijdperk was
aangebroken. De minister-president en ikzelf hebben aangegeven dat
binnen de EU hierover een discussie gaande was. In deze discussie
speelden twee kwesties een centrale rol: de opstelling van China ten
aanzien van de kwestie Taiwan en het in gang gezette proces van
hervormingen, met name op het terrein van de mensenrechten. Ook voor
Nederland waren dat zwaarwegende kwesties.
Mensenrechten
Dit onderwerp is in alle gesprekken aan de orde gesteld. De
minister-president benadrukte het belang van het onderwerp
mensenrechten in de betrekkingen tussen de EU en China en sprak
waardering uit voor de recente maatregelen die China had genomen,
zoals de aanpassing van de Grondwet ("de overheid respecteert en
beschermt de mensenrechten"), de afspraken voor bezoeken van
VN-rapporteurs etc. Hij gaf aan dat er in Nederland zorg bestaat over
de mensenrechtensituatie in China en in dat verband grote waarde te
hechten aan bezoeken van de Nederlandse mensenrechten-ambassadeur en
aan de EU-mensenrechtendialoog met China die op concrete resultaten
zou worden beoordeeld. In dit kader heeft de minister-president met
name de afschaffing van de doodstraf, ratificatie van het
VN-BuPo-Verdrag, afschaffing van administratieve detentie
(re-education through labour), de kwestie Tibet en de vrijheid van
godsdienst aan de orde gesteld.
Een lijst met individuele gevallen werd overhandigd.
Premier Wen ging uitgebreid in op de mensenrechten-problematiek. Hij
erkende dat de situatie nog verre van perfect was, maar dat Peking
gecommitteerd was aan verbetering van de situatie. Niet vergeten moest
worden dat China voor een immense problematiek stond, waarbij zowel
economische ontwikkeling als hervorming van het politieke en
juridische systeem tegelijk nagestreefd werden. Dialoog en
samenwerking met partners -en vermijden van confrontatie- waren
daarbij volgens hem essentieel.
De minister-president gaf aan groot belang te hechten aan het
veranderingsproces dat China doormaakt. Door middel van de inzet van
financiële middelen voor Mensenrechten en Goed Bestuur draagt
Nederland actief bij aan dit proces.
In mijn discussie over mensenrechten met minister Li heb ik in het
bijzonder het belang benadrukt van de verbetering van de
mensenrechtensituatie in Tibet en van de noodzaak meer respect te
tonen voor het culturele en religieuze erfgoed.
Market economy status
China verzocht Nederlandse steun bij het verkrijgen van de gewenste
`market economy status'. De minister-president gaf aan dat de Europese
Commissie in deze het voortouw heeft en dat er thans een grondig
onderzoek wordt uitgevoerd. Toegezegd werd dat Nederland tijdens het
voorzitterschap voortgang op dit dossier zal steunen.
Internationale kwesties
ASEM
In mijn gesprek met minister Li stelde ik de kwestie van de
uitbreiding van de ASEM met Birma aan de orde. Minister Li ging er
vanuit dat de drie Aziatische landen, Laos, Cambodja en Birma, in één
keer zouden toetreden; dan zouden ook de tien nieuwe EU-lidstaten
kunnen toetreden.
Hij had er vertrouwen in dat de nog openstaande problemen rond de
uitbreiding opgelost zouden worden. Ik heb benadrukt dat de situatie
in Birma zou moeten veranderen; onder de huidige omstandigheden was
deelname van Birma geen optie.
Non-proliferatie
Met betrekking tot non-proliferatie schetste ik het grote belang dat
Nederland en de EU hieraan hechtten. Het Chinese beleid en het recente
verzoek om aan de Nuclear Suppliers Group deel te nemen werden
verwelkomd. Deelname was met name afhankelijk van een gedegen
nationale exportcontrole. Minister Li gaf aan dat nadere samenwerking
inzake non-proliferatie tussen de EU en China was geboden.
Terrorisme
Ten aanzien van terrorisme onderstreepte ik de mondialisering van dit
vraagstuk. Internationale samenwerking bij de bestrijding was geboden;
ook China had hierin een rol te spelen. De strijd tegen het terrorisme
mocht echter niet ten koste gaan van het internationale recht of de
bescherming van individuele mensenrechten. Minister Li merkte op dat
de VN een leidende rol moest hebben.
Noord Korea
Minister Li gaf aan de indruk te hebben dat Kim Yong Il, die hij een
week tevoren had gesproken tijdens een bezoek aan Pyongyang, bereid
bleef mee te werken aan een oplossing. Hij verwachtte dat de in het
kader van het zespartijenoverleg afgesproken werkgroep eind april
bijeen zou komen en de volgende plenaire ronde van het
zespartijenoverleg eind juni 2004.
Afghanistan
Ten aanzien van Afghanistan merkte ik op dat een actieve betrokkenheid
van China om bij te dragen aan de stabiliteit van groot belang was.
Minister Li gaf aan dat China belangrijke financiële steun aan
Afghanistan had toegezegd en diverse lopende projecten in dat land
had.
Irak
Zowel de minister-president als ikzelf brachten het belang op van
eensgezindheid van de internationale gemeenschap. Voor China en voor
Nederland staat terugkeer van soevereiniteit naar de Irakezen voorop,
samen met een centrale rol voor de VN en noodzaak voor een snelle
wederopbouw.
Bilaterale betrekkingen
President Hu en premier Wen spraken zich positief uit over de stand
van de bilaterale betrekkingen. De minister-president gaf aan dat
Nederland op vele terreinen actief betrokken was bij het
veranderingsproces dat China doormaakt, zoals onderwijs,
watermanagement, transport, milieu, landbouw en
ontwikkelingssamenwerking. In dat laatste kader zijn ook middelen
beschikbaar voor verbetering van justitiële instrumenten en
mechanismen. De Nederlandse belangstelling voor de ontwikkelingen in
China bleek ook duidelijk uit de recente bezoeken van zes Nederlandse
bewindslieden.
Economische betrekkingen
Premier Wen sprak lovende woorden over de ontwikkeling van de handel,
die het afgelopen jaar tot meer dan 15 miljard US$ was gegroeid en
waarmee Nederland de tweede handelspartner binnen de EU was geworden.
Met totale investeringen van meer dan 5 miljard US$ was Nederland de
vierde EU-investeerder in China. Hij bepleitte in het bijzonder
investeringen in het achterblijvende westen en het noordoosten.
Landbouwbetrekkingen
Ten aanzien van de samenwerking op landbouwgebied gaf premier Wen aan
dat deze zeer succesvol was. Hij stelde voor deze samenwerking verder
te verdiepen. Hij merkte op dat de drie projecten die momenteel liepen
een grote uitstraling hadden. De minister-president gaf aan dat op het
Chinese verzoek voor een vierde project inzake duurzame ecologische
landbouw positief werd gereageerd.
Nederlandse bedrijfsleven
Tijdens het gesprek dat de minister-president voerde met
vertegenwoordigers van het Nederlandse bedrijfsleven in China werd
gesproken over de eigenheden van het zakendoen in China besproken
(waaronder investeringsklimaat en toegang tot de Chinese markt) en
over aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Appreciatie
Het bezoek was nuttig en succesvol, zowel vanuit EU als bilateraal
perspectief, met afspraken over het verloop van de ontmoetingen in
Den Haag op 8 en 9 december 2004. De betrekkingen hebben zich
inmiddels zodanig ontwikkeld, dat ook onderwerpen waarover de meningen
uiteenlopen, zoals de mensenrechten, in alle openheid kunnen worden
besproken.
Ook van Chinese zijde bleek waardering voor het bezoek, zowel uit de
toon als de inhoud van de gesprekken.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Ministerie van Buitenlandse Zaken