De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
DL. 2004/1346
datum
03-05-2004
onderwerp
Vragen van het lid Van Velzen inzake duurzame vezelhennepteelt in de
Veenkoloniën
TRC 2004/697
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u mede namens de staatssecretaris van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer de antwoorden
op de door het lid Van Velzen (SP) gestelde vragen over de
mogelijkheden voor een duurzame vezelhennepteelt in de Veenkoloniën.
(Ingezonden 25 maart 2004).
datum
03-05-2004
kenmerk
DL. 2004/1346
bijlage
1
Deelt u mijn mening dat vezelhennepteelt een belangrijke rol kan
spelen in de ontwikkeling van duurzame landbouw en werkverschaffing in
de Veenkoloniën? Kunt u uw antwoord toelichten?
De teelt van vezelhennep kan een rol spelen bij de ontwikkeling van
duurzame landbouw in de Veenkoloniën. Dat geldt echter ook voor de
teelt van andere gewassen in dat gebied. De teelt van hennep is goed
vergelijkbaar met andere gangbare teelten. Bestrijdingsmiddelen worden
niet gebruikt. De noodzaak daartoe is minder groot. Dit wordt mede
ingegeven door de korte groeiperiode van het gewas, die in het
algemeen niet meer bedraagt dan vier maanden. Door de korte
groeiperiode is de hoeveelheid droge stof productie beperkt en
dienovereenkomstig de CO -opname. Voor de teelt van vezelhennep is
de arbeidsvraag gering en goed vergelijkbaar met de teelt van een
zomergraan. Voor de werkgelegenheid in het gebied is de teelt van een
hectare vezelhennep vergelijkbaar met de teelt van een hectare
zetmeelaardappelen.
2
Kunt u aangeven wat de bijdrage van de vezelhennepteelt kan zijn aan
de Nederlandse CO -reductie-verplichtingen in het kader van het
Kyoto protocol?
Door lange hennepvezels in te zetten voor de vervanging van glasvezels
in isolatiemateriaal en de korte vezels voor andere technische
toepassingen kan theoretisch (als er duurzame industriële toepassing
plaatsvindt) een CO -besparing worden bereikt, door het voorkomen
van een hoger energieverbruik (CO ) bij de productie van glasvezels
(zie echter ook mijn antwoord op vraag 3).
Wanneer de hennepvezels vervolgens worden toegepast in
composietmaterialen voor de automobielindustrie kan, door het lagere
gewicht van deze composieten ten opzichte van de conventionele
composieten met glasvezel, nog iets extra aan CO -besparing worden
bereikt, door besparing op fossiele brandstof. Het toepassen van
hennepcomposieten gebeurt bijvoorbeeld (in onderdelen) binnen de
Duitse en Oostenrijkse automobielindustrie.
Indien bij de vezelhennepteelt reststromen vrijkomen die kunnen dienen
als alternatieve brandstof in de energieopwekking, kan sprake zijn van
een bijdrage aan de CO -reductieverplichtingen. In dat geval wordt
namelijk fossiele brandstof vervangen door biomassa, dat als
klimaatneutraal mag worden aangemerkt. In verband met de relatief lage
calorische waarde van dergelijke biomassa is relatief veel materiaal
nodig ten opzichte van fossiele brandstof om vervanging van enige
substantiële omvang te realiseren.
3
Is het waar dat vanuit milieuoogpunt vezelhennep als isolatiemateriaal
voordeliger is in productie en gebruik dan glasvezel? Zo ja, kunt u uw
antwoord toelichten? Zo neen, waarom niet?
Een concluderend antwoord op deze vraag is niet eenvoudig te geven.
Voor een grondige afweging is gedetailleerde informatie nodig over de
milieueffecten van de verschillende producten (levencyclusanalyse:
LCA). Voor diverse specifieke producten gemaakt van hennepvezels zijn
deze specifieke milieugegevens mij onbekend.
Globaal valt het volgende op te merken:
Wanneer een algemene vergelijking wordt gemaakt tussen
isolatieproducten van natuurlijke materialen en producten gemaakt van
glaswol dan valt op dat het verschil in milieubelasting gering is.
De gunstige milieuscore van glaswol wordt veroorzaakt door het hoge
hergebruik oud glas (circa 70%) ten behoeve van de productie van
glaswolproducten. Daarmee scoort glaswolisolatie evenals producten van
vernieuwbare grondstoffen goed op het milieueffect uitputting.
Nadeel van toepassing van vernieuwbare grondstoffen als
isolatiemateriaal is, dat ze gevoelig zijn voor biologische afbraak.
Dat betekent dat ze bij toepassing als isolatiemateriaal geïmpregneerd
moeten worden. Hiermee wordt (naast het hergebruik van glas) het
geringe verschil in milieubelasting in vergelijking met glaswol
verklaard.
Voordeel van producten uit vernieuwbare grondstoffen is evenwel dat
deze kunnen worden verbrand (zie ook hieronder). Glaswol zal in de
afvalfase minder makkelijk kunnen worden verwerkt. Het grootste
gedeelte van het materiaal (circa 80%) zal na verwijdering worden
gestort.
Isolatieproducten gemaakt van glaswol en natuurlijke materialen hebben
in het algemeen een betere score (lagere milieubelasting) op het
milieueffect 'emissie' als producten gemaakt van kunststoffen (met
name styreen en polyurethaan).
Indien vernieuwbare grondstoffen als reststromen vrijkomen, kunnen die
inderdaad dienen als alternatieve brandstof in de energieopwekking.
Dit zou passen in het algemene beleid ten aanzien van
bio-brandstoffen. Op deze wijze kan sprake zijn van een bijdrage aan
de CO -reductieverplichtingen. In dat geval wordt namelijk fossiele
brandstof vervangen door biomassa, dat als klimaatneutraal mag worden
aangemerkt. In verband met de relatief lage calorische waarde van
dergelijke biomassa is relatief veel materiaal nodig ten opzichte van
fossiele brandstof om vervanging van enige substantiële omvang te
realiseren. Om het beoogde aandeel bio-energie binnen onze
energiehuishouding op langere termijn te bereiken, zal naar
verwachting import van biomassa nodig zijn.
4
Is het waar dat Duitsland de productie en het gebruik van vezelhennep
als isolatiemateriaal financieel steunt? Zo ja, deelt u mijn mening
dat Nederland er goed aan zal doen het Duitse voorbeeld te volgen
gezien de voordelen op het gebied van duurzame landbouw en
werkverschaffing?
Het is mij niet bekend dat Duitsland de productie en het gebruik van
vezelhennep als isolatiemateriaal financieel steunt. Ook in Duitsland
valt de teelt onder de akkerbouwsteunregeling van de EU. Nederland
biedt net als Duitsland ook de mogelijkheid de teelt van vezelhennep
onder de Non Food-Non Feed-regeling te brengen. Daarbij is het
mogelijk op in het kader van de akkerbouwregeling braakgelegd land,
gewassen (zoals vezelhennep) te telen die niet in de voedings- of
veevoedersector worden gebruikt.
5
Bent u bekend met geluiden uit de vezelhennepteeltsector dat de
Nederlandse en Europese wet- en regelgeving de groei van de sector
onnodig beperkt? 1) Zo ja, bent u bereid te onderzoeken hoe de huidige
(subsidie)regels voor de teelt en verwerking van hennep en vlas in
Europa en in Nederland te vereenvoudigen is? Zo ja, welke stappen gaat
u ondernemen? Zo neen, waarom niet?
Nee, mij zijn geen geluiden bekend uit de vezelhennepsector dat door
de Nederlandse en Europese wet- en regelgeving de groei van de sector
onnodig beperkt wordt. Daar is ook geen aanleiding voor. De
regelgeving rond de steunverlening voor teelt en verwerking van
vezelhennep is eenvoudig. Voor de teelt van vezelhennep kunnen de
boeren gebruik maken van de regeling EG-steunverlening
akkerbouwgewassen. Voor de productie van vezels uit hennepstro en
vlasstro kan de verwerker steun krijgen tot en met het verkoopseizoen
2005/2006. Voor Nederland is er financiële steun beschikbaar voor de
productie van 5550 ton vezel. In 2005 zal de Europese Commissie een
verslag over de verwerkingssteun presenteren aan de Raad en het
Europees Parlement voorzien van passende voorstellen indien daar
aanleiding toe is. Dit betekent dat voor de eventuele voortzetting van
de verwerkingssteun een politiek besluit noodzakelijk is.
Afgaande op de marktvraag naar de vezel ligt daar niet direct een
beperking, maar voor een opschaling van de hennepteelt is in ieder
geval in Nederland geen ruimte. In Duitsland is er steun voor de
verwerking van 12.000 ton vezel. Met de teelt van 2000 ha vezelhennep
en 200 ha vlas in 2003 wordt het volume aan vezel in dat land maar
voor de helft benut.
6
Is het waar dat vezelhennepteler Firma Dekro BV een bedrag van circa
EUR 68.000 is misgelopen door het niet verstrekken van subsidies en
door een boete als gevolg van een overtreding van de regels door een
derde partij waarin zaden verkeerd zijn gelabeld? 2) Is het verder
waar dat 26 vezelhenneptelers in de omgeving van Oude Pekela een
totaal bedrag van circa EUR 350.000 kwijt zijn als gevolg van
hetzelfde delict? 3) Zo ja, vindt u de sancties proportioneel gezien
de overtreding? Kunt u uw antwoord uitleggen?
In 2003 hebben in Nederland 98 telers een aanvraag ingediend voor de
ondersteuning van de teelt van vezelhennep. De totale oppervlakte
bedraagt daarbij 1382 ha. Bij 26 telers zijn tijdens controle
onrechtmatigheden vastgesteld met het gebruik van zaaizaad. Het
betreft daarbij totaal 468 ha. Het totaal aangevraagde bedrag voor de
teelt van hennep bedraagt EUR 460.000.
In verband met onvolkomenheden wordt aan de 26 telers totaal EUR
165.000 niet uitbetaald. Op 16 van de 26 bedrijven is een afwijking
geconstateerd op meer dan 50% van de aangevraagde oppervlakte.
Afwijkend betekent in dit geval dat op die oppervlakte in verband met
het gebruik van zaaizaad onrechtmatigheden zijn vastgesteld. Daar waar
sprake is van een afwijking wordt de oppervlakte gecorrigeerd. De
korting voor deze 16 telers bedraagt totaal EUR 138.000.
Naast het niet toekennen van aangevraagde steun moet een sanctie in
bepaalde situaties opgelegd worden op grond van het communautaire
Geïntegreerd Beheers- en Controle Systeem (GBCS). De afwijking in
percentage bepaalt de hoogte van de sanctie. Bij de 16 telers waar de
afwijking groter is dan 50% vindt komende drie jaar in het kader van
de regelgeving ook een verrekening plaats op betalingen van de
steunregeling vallend onder het GCBS-regime (totaal EUR 43.000 extra
gekort).
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
PDF-versie van de brief
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Vragen van het lid Van Velzen inzake duurzame vezelhennepteelt in de
Veenkoloniën (PDF-formaat, 57 kB)
---
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit