Ingezonden persbericht

Ministerie van Financiën doet greep uit kas RDW

ZOETERMEER, 20040504 -- Minister Zalm doet een ongeoorloofde greep uit de kas van de RDW (voorheen Rijksdienst voor het Wegverkeer) en andere zelfstandige bestuursorganen (ZBO) om alsnog aan de EMU-norm van 3% te voldoen. Een ontoelaatbare actie aldus de ondernemingsraad van de RDW. Hierdoor brengt het ministerie van Financiën de RDW - één van de best draaiende ZBO's - in financiële problemen.


De RDW moet als zelfstandig bestuursorgaan 32 miljoen euro aan vermogen inleveren. Dat is vrijwel het gehele eigen vermogen. De RDW moet éénzijdig een lening afnemen van 32 miljoen euro bij het ministerie van Financiën en wordt vervolgens gedwongen datzelfde bedrag als gift te schenken aan het ministerie van Financiën.
Deze handelswijze heeft tot gevolg dat de solvabiliteit van de RDW dermate laag wordt dat de RDW het normale bedrijfsrisico niet meer met eigen middelen kan opvangen of erger, dat de financiering van de bedrijfsvoering zelfs in gevaar komt.
De RDW rest dan niets anders dan kostenverhoging van de dienstverlening. Dus kostenverhoging voor het publiek en het bedrijfsleven. Daarnaast brengt het mogelijk de organisatie zelf in problemen en daarmee de werkgelegenheid.
De afgelopen jaren hebben de directie en medewerkers eendrachtig gewerkt aan het verbeteren van de bedrijfsvoering van de RDW om zodoende een goede dienstverlening te kunnen bieden aan onze klanten. De beoogde maatregel maakt abrupt een einde aan het enthousiasme binnen de dienst. Demotivatie is het gevolg.

Op 16 april 2004 heeft de minister van Financiën in zijn brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal de contouren voor de besluitvorming ten aanzien van de Voorjaarsnota bekend gemaakt. De contouren schetsen een verslechtering van het EMU-saldo voor 2004. De minister van Financiën schetst op hoofdlijnen de uitgavenmaatregelen waartoe het kabinet heeft besloten om het EMU-saldo te verbeteren.

Eén van de geschetste maatregelen is die van het aantasten van de vermogenspositie van de zelfstandige bestuursorganen. Het ZBO RDW wordt volgens nadere informatie aangeslagen voor een vermindering van het vermogen met 32 miljoen euro. Aangezien de informatie in de brief van de minister nogal beperkt is, wordt hier kort uitgelegd hoe de RDW als zelfstandig bestuursorgaan in financiële zin werkt en wat de voorgestelde maatregel van de Minister inhoudt.

De RDW is in 1996 verzelfstandigd. De verzelfstandiging is geregeld in de Wegenverkeerswet 1994. Uitgangspunt in de wettelijke regeling is dat de RDW financieel zelfstandig opereert binnen de kaders van de wet en de hieromtrent met V&W gemaakte afspraken. De bevoegdheden van de Minister van Verkeer en Waterstaat ten aanzien van de RDW zijn expliciet opgesomd in de Wegenverkeerswet 1994. De Minister heeft geen wettelijke bevoegdheid om eenzijdig de omvang van het eigen vermogen van de RDW te bepalen. Ook de Minister van Financiën heeft een dergelijke bevoegdheid niet.

De voorgestelde maatregel komt hier op neer dat de RDW éénzijdig wordt verplicht een lening af te nemen van 32 miljoen euro. Hierdoor ontstaat de situatie dat de RDW een ongewilde schuldpositie krijgt jegens het ministerie van Financiën. De RDW wordt vervolgens gedwongen een gift van 32 miljoen euro te doen aan het ministerie van Financiën. De gift stroomt bij Financiën als incidentele meevaller binnen en daar is het de Minister van Financiën om te doen. Het EMU-tekort kan zodoende worden verminderd. Deze wijze van "spaghetti-boekhouden" druist in tegen elke fatsoensnorm en is niet toegestaan. Het brengt zelfs het zelfstandig bestuursorgaan RDW in de problemen.

De RDW heeft bewezen als zelfstandig bestuursorgaan goed op eigen benen te kunnen staan. De RDW werkt in financiële zin zelfstandig, waarbij op juiste wijze uitvoering is gegeven aan het met de Minister van Verkeer en Waterstaat overeengekomen beleid van efficiency en doelmatigheidsverbetering. Als gevolg van de voorgestelde maatregel kan aan dit beleid geen verdere uitvoering meer worden gegeven. Een extra lening, notabene niet nodig voor de bedrijfsvoering maar opgelegd om de Minister van Financiën eenmalig te helpen, werkt nog jaren kostenverhogend door in de bedrijfsvoering. De solvabiliteit van de RDW wordt dermate laag dat de RDW het normale bedrijfsrisico niet meer met eigen middelen kan opvangen of erger, dat de financiering van de bedrijfsvoering zelfs in gevaar komt. Dit is het paard (voor de RDW en uiteindelijk voor de burger en bedrijven) achter de wagen spannen en onacceptabel.

Voor de ondernemingsraad van de RDW is het onverteerbaar dat de structurele bedrijfsvoering van een zelfstandig (en goed!) functionerend bedrijf ondergeschikt wordt gemaakt aan de onrechtmatige incidentele maatregel van de Minister van Financiën om het EMU-tekort te verminderen. Het is volstrekt onbegrijpelijk dat de Minister van Verkeer en Waterstaat hieraan meewerkt. Er wordt in strijd gehandeld met de wet- en regelgeving, gemaakte afspraken worden geschonden, er wordt op grove wijze afbreuk gedaan aan de zelfstandigheid van de RDW en voor ons als ondernemingsraad nog het belangrijkst, de bedrijfsvoering komt in gevaar.

Overigens zal deze incidentele maatregel, die voor de RDW structurele gevolgen heeft, ook negatieve consequenties hebben voor de burgers en bedrijven. De kosten zullen stijgen, waardoor het gematigde tarievenbeleid niet meer gecontinueerd kan worden.



Ingezonden persbericht