05 mei 2004
Rode Kruis: krijgsgevangenen menswaardig behandelen
Het Internationale Rode Kruis (ICRC) heeft, als neutrale en
onpartijdige hulporganisatie, het recht om gevangenen te bezoeken. Dat
kunnen behalve krijgsgevangenen, dus gevangen genomen militairen, ook
andere groepen gevangenen zijn. Door tijdens deze bezoeken met de
gevangenen onder vier ogen te spreken, tracht het ICRC zich op de
hoogte te stellen van de toestand in de gevangenis. Zo kan men
vaststellen of de behandeling van de gevangenen voldoet aan de eisen
van het Humanitair Oorlogsrecht.
Krijgsgevangenen beschermen tegen geweld
Mishandeling van krijgsgevangenen is in strijd met het Derde Verdrag
van Genève. Volgens dat verdrag moeten krijgsgevangenen worden
beschermd tegen daden van geweld, in de eerste plaats gaat het daarbij
om daden van fysiek geweld. Daarnaast zijn daden van intimidatie
verboden. Alle krijgsgevangenen moeten gelijk worden behandeld,
uitzonderingen zijn alleen toegestaan op grond van leeftijd, geslacht
of lichamelijke gesteldheid. Verder moeten krijgsgevangenen worden
beschermd tegen de nieuwsgierigheid van het publiek. Dus ook tegen de
media.
Geen marteling, druk of dwang
Bij ondervraging is de krijgsgevangene alleen verplicht zijn voor- en
achternaam, geboortedatum, rang en legernummer te geven. Zo kan hij
geregistreerd worden en weet men dat hij krijgsgevangen is gemaakt.
Andere vragen mogen hem wel gesteld worden, maar er mag absoluut geen
geestelijke of lichamelijke marteling, druk of dwang worden gebruikt
om hem te laten antwoorden. De ondervraging moet gebeuren door
daarvoor opgeleid en deskundig personeel.
Meer informatie:
* Humanitair Oorlogsrecht
* Behandeling van krijgsgevangenen (factsheet, download)
Het Nederlandse Rode Kruis