Toespraak staatssecretaris bij nationale herdenking van Duitse capitulatie op 5 mei 2004 in Wageningen

5-5-2004 15:00:00

"Vrijheid is kiezen en delen"

Dames en heren,

We zijn vandaag bijeen in Wageningen om te vieren dat Nederland bijna 60 jaar lang in vrede en vrijheid leeft. Hoewel dat voor veel jonge mensen misschien vanzelfsprekend lijkt, weten velen onder u dat vrijheid kostbaar is. Dat vrijheid soms bevochten moet worden, soms tegen een hele hoge prijs. De Franse schrijver Jean Paul Sartre heeft eens gezegd: "In de angst wordt de mens zich bewust van zijn vrijheid." Denkend aan de verschrikkelijke aanslagen in Madrid en New York, winnen deze woorden overduidelijk aan betekenis. De dreiging van het internationale terrorisme doet een ieder van ons, jong en oud, realiseren dat vrijheid kwetsbaar is, dat het geen vanzelfsprekendheid is. Het drukt ons hard met de neus op de feiten: de vrijheid, die door velen zo zwaar bevochten is, wordt opnieuw bedreigd.

Het is daarom dat we op een dag als deze nadrukkelijk stil staan bij de betekenis van vrijheid. "Vrijheid is kiezen én delen", vormt het centrale thema van de herdenking van de bevrijding voor dit jaar. Vrijheid betekent dat we keuzes kunnen maken, maar tegelijk dat we rekening moeten houden met de keuzes van anderen. Vandaag, hier in Wageningen, staan wij stil bij degenen die hun lot nadrukkelijk verbinden of in het verleden hebben verbonden aan het beschermen van onze vrijheid, bij het beschermen van onze democratie. Bescherming, opdat er ook echt iets te kiezen valt.

De veteranen onder ons hebben daadwerkelijk voor deze vrijheid op de bres gestaan en hun leven hierbij in de waagschaal gezet. Velen van hen deden dat tijdens de Tweede Wereldoorlog; de vijf donkerste jaren van ons Koninkrijk in de vorige eeuw. Helaas betekende de toen bereikte vrede niet automatisch vrijheid voor iedereen. Ook in de bijna zestig jaar nadien hebben onze militairen zich wereldwijd moeten inzetten voor vrede en vrijheid. Tijdens het defilé, dat zo dadelijk plaatsvindt, komt dat duidelijk naar voren.

Ook op dit moment staan Nederlandse mannen en vrouwen schouder aan schouder om bijvoorbeeld in Irak, Afghanistan en, we zouden het bijna vergeten, Voormalig-Joegoslavië te zorgen voor vrede en veiligheid. Met hun aanwezigheid in deze landen leveren de Nederlandse militairen een concrete bijdrage aan de stabiliteit en veiligheid. Zij dragen er aan bij dat ook de bevolking in deze landen in de nabije toekomst in vrijheid mag leven, hun eigen toekomst mag kiezen en in voorspoed mag delen.

Hoewel wij Nederlanders over het algemeen niet erg scheutig zijn met het geven van complimenten en het verleden ons soms weinig boeit, zou het toch goed zijn wanneer we vaker stil staan bij de inspanningen die door Nederlandse militairen en ex-militairen zijn verricht om de vrijheid binnen en buiten Nederland te verdedigen en te beschermen. Voor een deel doen we dat nu al vandaag. Hier in Wageningen, waar we stil staan bij de capitulaties van Duitsland en Japan bijna 60 jaar geleden. Waar we de moeilijke omstandigheden gedenken, waaronder militairen en verzetslieden in het verleden hun belangrijke werk hebben verricht.

Ieder heeft zo zijn gedachten bij de bezetting van Nederland en Nederlands-Indië. Ik zelf ben weliswaar net ná de oorlog geboren, hier vlakbij in Bennekom. Maar de herinneringen aan de oorlog waren in ons gezin lange tijd nadrukkelijk aanwezig. Vanwege de bombardementen op Rotterdam, werden mijn ouders en mijn zusters geëvacueerd naar Bennekom. Lang waren zij hier echter niet veilig. Als gevolg van de Slag om Arnhem in 1944 werd het gezin opnieuw geëvacueerd. Mijn zus raakte op dat moment ernstig ziek. Zij werd op een kar vol gewonden Duitse militairen afgevoerd naar een ziekenhuis. Lange tijd wisten mijn ouders niet waar zij was en of zij nog in leven was. Het heeft enige tijd geduurd voordat ons gezin uiteindelijk weer herenigd werd. Mijn moeder heeft hier vaak over verteld en wanneer ik nu de beelden uit Irak zie van verscheurde gezinnen en menselijk leed, moet ik hier steeds aan terugdenken.

De meeste mensen hebben de opgedane ervaringen uit de oorlogstijd uiteindelijk goed verwerkt. Het blijkt echter dat niet iedereen goed met zijn of haar oorlogservaringen kan omgaan. Dat voor sommigen de pijnlijke herinneringen telkens weer terugkeren. Soms zo erg, dat een normaal leven haast niet meer mogelijk is. Een dag als deze is daarom ook belangrijk voor het herbeleven van het verleden met gelijkgestemden. Voor het vinden van steun bij elkaar. Dat geldt zowel voor onze veteranen uit de Tweede Wereldoorlog en conflicten daarna, als ook voor onze mensen die op dit moment een hele moeilijke taak in Irak uitvoeren. Zij verdienen nu en later dezelfde aandacht.

Vanaf volgend jaar staan we landelijk stil bij hetgeen dat onze veteranen voor Nederland hebben betekend. Immers, dan vindt de eerste landelijke veteranendag plaats. Speciaal op de verjaardag van Neerlands bekendste veteraan: Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard. Het Comité Landelijke Veteranendag is door mij op 11 februari ingesteld, en is inmiddels volop aan de gang. Ik kan u verzekeren dat ook de veteranenwereld in dit comité vertegenwoordigd is. De voorzitter van het Veteranenplatform is bijvoorbeeld als permanent adviseur aan het comité toegevoegd. Hij zal samen met de Inspecteur der veteranen en de voorzitter van het veteraneninstituut binnen het comité de behoeftes van de veteraan behartigen bij de invulling van deze dag.

Ik verwacht dat de Veteranendag een bijzondere dag zal worden. Een dag die zal gaan bijdragen aan de verdere zichtbaarheid van de veteraan in onze samenleving. Een positie die voor veteranen in veel andere Westerse landen al bestaat. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Canada, of Frankrijk. De hier aanwezige buitenlandse veteranen kunnen hiervan getuigen. Het is overigens fijn dat deze veteranen hier vandaag aanwezig zijn. Het geeft ons immers de mogelijkheid om onze dankbaarheid te betonen voor hun inzet en betrokkenheid zovele jaren geleden.

Dames en heren,

Als het gaat om de versterking van de positie van de veteraan heb ik de voormalige Inspecteur Generaal der Krijgsmacht, luitenant-generaal De Veer, verzocht te kijken hoe het gesteld is met het Nederlandse veteranenbeleid. Immers, de afgelopen jaren is er op dit vlak veel veranderd, veel vernieuwd en veel vooruitgang geboekt. Ik wil echter weten in hoeverre het huidige beleid voldoet en of er misschien ook zaken zijn die nog verbeterd moeten worden. Het rapport is nog niet afgerond, maar de verwachting is dat hij mij voor de zomer zijn advies zal doen toekomen. De Veer zal zich vooral richten op de vraag hoe we de zorg en nazorg voor militairen en veteranen beter op elkaar kunnen afstemmen. Een goede zorg voor actieve en niet-actieve militairen acht ik van groot belang. Hun zorg is mijn zorg.

Dames en heren,

Volgens de Nederlandse dichter Willem Bilderdijk "ligt in t verleden het heden, in het nu, wat worden zal." Als we naar de recente ontwikkelingen in de wereld kijken, geeft dat misschien een somber beeld. Maar ik weiger pessimistisch te zijn over onze toekomst. Juist in deze moeilijke tijden zien we dat er ook veel landen zijn die wel hun verantwoordelijkheid nemen voor het beschermen van de vrede in de wereld. Ik ben er van overtuigd dat Nederland, Europa en haar bondgenoten dat ook in de toekomst zullen blijven doen, hoe moeilijk dat soms ook kan zijn.

De Minister, Henk Kamp, en ik hebben daarom besloten de toekomstige krijgsmacht anders in te richten. De expeditionaire taak van de krijgsmacht staat hierbij voorop. Dat betekent dat die Krijgsmacht zo moet worden ingericht dat zij snel, doeltreffend en waar dan ook ter wereld kan optreden. En dat doen we steeds beter. In die mening ben ik zeker gesterkt na mijn recente bezoeken aan Irak. Ik heb gezien dat de aanwezigheid van de Nederlanders in de provincie Al Muthanna heeft bijgedragen aan de stabilisatie in het gebied. De bevolking is blij met de inspanningen die door ons worden gepleegd. Zij is blij met de verkregen vrijheid en kans op een betere toekomst. Ondanks de recent opgelopen spanningen, is het aan de internationale gemeenschap om Irak te blijven steunen bij de wederopbouw. Steun, zodat er straks niet alleen iets te kiezen, maar ook te delen valt.

Dames en heren,

Wat ik telkens weer besef, en wat u aan den lijve heeft ondervonden, is dat vrijheid geen vanzelfsprekendheid is. Dat vrijheid de wil vereist om te delen. Dat vrijheid bevochten moet worden, en vaak tegen een verschrikkelijke prijs. Dat besef is voor ons allen in deze samenleving van groot belang. Niet alleen om het verleden te begrijpen, maar ook om de toekomst te bevatten.

Ik dank u voor uw aandacht.