3 mei 2004
PERSBERICHT
Promotie Elise van den Hoven aan TU Eindhoven
Grasduinen door je eigen herinneringen
Maak ontwerprichtlijnen voor een apparaat waarmee je door je eigen
herinneringen kunt grasduinen. Dat is kort samengevat de opdracht voor
het promotie-onderzoek van drs. Elise van den Hoven MTD. Zij verdedigt
haar proefschrift Graspable Cues for Everyday Recollecting donderdag 6
mei om vier uur aan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e).
Promotoren zijn prof.dr. Matthias Rauterberg en prof.dr.ir. Berry
Eggen, beiden hoogleraar industrial design aan de TU/e.
De 29-jarige Elise van den Hoven (1974, Best) uit Veldhoven studeerde
in 1998 af als biologe aan de Universiteit Utrecht en aansluitend
voltooide zij een tweejarige postdoctorale studie User-System
Interaction van het Stan Ackermans Instituut van de TU/e. Vanaf vorig
jaar werkt zij als universitair docent bij de faculteit Industrial
Design van de TU/e.
Elise van den Hoven werkte in een team van zes onderzoekers in een
samenwerkingsproject met Philips Research en het Eindhoven Embedded
Systems Institute aan haar opdracht. Zij was met name verantwoordelijk
voor het werk dat te maken heeft met de toekomstige gebruiker van het
apparaat. Dat werk omvatte onder meer het ontwerpen van de
gebruikersinteractie en de bediening van het apparaat.
Veranderingen in herinneringen
Uit onderzoek blijkt dat het autobiografisch geheugen van de mens niet
werkt als een soort bibliotheek waar je alleen maar het juiste boek
(lees: herinnering) hoeft te vinden, maar dat je iedere keer als je je
iets herinnert de situatie opnieuw probeert te construeren zoals jij
op dat moment denkt dat het logischerwijs heeft plaatsgevonden. Dit
heeft belangrijke gevolgen voor het omgaan met herinneringen, want
deze kunnen dus veranderen.
Elise van den Hoven in dit verband: Dit betekende voor mijn werk dat
het onmogelijk is om een apparaat te maken waar al je herinneringen in
opgeslagen zijn, want de echte herinneringen zijn veranderbaar. Maar
er is wel een manier om zelf herinneringen te gaan construeren,
namelijk door cues - ook wel triggers genoemd - te gebruiken.
Voorbeelden van cues kunnen zijn: fotos, geuren, audio en video
(geluid en beeld) en bijvoorbeeld ook souvenirs. Daarom heb ik
bestudeerd wat het effect is van deze cues op het aantal
herinneringdetails dat mensen wisten nadat ze van een cue gebruik
hadden gemaakt. Zodoende kwam ik te weten welk type cue het meest
effectief herinneringen oproept.
Onderzoek onder 120 deelnemers
Voor haar onderzoek heeft Elise van den Hoven 120 mensen ondervraagd.
Zeventig deelnemers zijn een dagje uit geweest naar het Archeon, het
archeologisch themapark in Alphen aan de Rijn. Aangezien bekend is uit
onderzoek dat activiteiten beter onthouden worden dan locaties en
personen, liet de onderzoekster iedere deelnemer actief dingen maken,
o.a. een fibula, dit is de Romeinse voorloper van de veiligheidsspeld.
Ruim een maand na dit uitstapje moest iedere deelnemer terugkomen naar
het Natuurkundig Laboratorium om in een huisomgeving (het HomeLab)
vragenlijsten in te vullen over het dagje uit. Ieder kreeg één
vragenlijst met een cue en één vragenlijst zonder cue. De vragenlijst
bevatte bijv. de volgende vraag: beschrijf zo uitgebreid en
gedetailleerd mogelijk wat u zich herinnert van de activiteit fibula
maken. De verwachte uitkomst van het onderzoek, zoals gebaseerd op
bepaalde principes uit de psychologie (bijv. the encoding specificity
principle), was dat er met een cue meer herinnerd zou worden dan
zonder. Maar dit bleek niet het geval. Mensen schreven significant
meer herinneringdetails op zonder cue dan met enige andere cue en er
was geen significant verschil tussen de verschillende cue-types.
Dit betekent dat in dit onderzoek een geschreven vraag meer opriep dan
een vraag plus een foto, geur, audio, video of zelfgemaakt souvenir.
Een van de verklaringen zou kunnen zijn dat een cue mensen doet
concentreren op de inhoud van deze cue, waarbij bijv. in het geval van
de foto vergeten wordt wat zich ervoor, erna en buiten de foto
afspeelde. Uiteraard is er meer onderzoek nodig om deze theorie te
kunnen testen. De promovenda heeft de resultaten van haar onderzoek
gepresenteerd op diverse plaatsen, o.a. ook op een conferentie naar
toegepast psychologisch geheugenonderzoek in Aberdeen, Schotland.
De bevindingen heeft Elise van den Hoven gebruikt bij het maken van
ontwerprichtlijnen voor de bouw van een digitaal apparaat dat mensen
helpt bij het ophalen van hun persoonlijke herinneringen in een
huiselijke omgeving.
Technische Universiteit Eindhoven