Wageningen Universiteit

http://www.wau.nl/pers/04/046wu.html

Persbericht Wageningen Universiteit: nr. 046, 6 mei 2004

Oratie prof. Van der Putten

Woekering van binnendringende plantensoorten dreigt

De komende klimaatverandering zal oorzaak zijn van nieuwe biologische invasies : het oprukken van bomen en andere planten van het zuiden naar het noorden. Zij blijken hun veelal ondergrondse natuurlijke vijanden, zoals schimmels en aaltjes, niet met zich mee te nemen en kunnen daardoor sterk gaan woekeren. Dat constateren ecologen in hun onderzoek naar de verdediging van planten tegen onder- en bovengrondse vijanden. Zulk fundamenteel onderzoek is noodzakelijk voor natuurbeheer, duurzame landbouw en gewasbescherming, zegt prof.dr.ir. Wim van der Putten op 6 mei bij de aanvaarding van zijn ambt als bijzonder hoogleraar Functionele biodiversiteit met bijzondere aandacht voor de rol van nematoden in multitrofe interacties aan Wageningen Universiteit.

Prof. Van der Putten, die ook is verbonden aan het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO), laat in zijn oratie Biodiversiteit: onzichtbare interacties belicht zien dat biologische invasies mogelijk zijn als een plant aan zijn natuurlijke vijanden ontsnapt. Dat is het geval wanneer planten in relatief korte tijd in een nieuw milieu terechtkomen.

Bospest

Prof. Van der Putten bestudeerde samen met Amerikaanse collega s vorig jaar het opmerkelijke uitblijven van bodemziektes bij de Amerikaanse vogelkers in Nederlandse bossen. In Amerika, waar de boom van nature voorkomt, zorgen ziekteverwekkende bodemschimmels onder de boom dat de kiemplanten afsterven. Daardoor blijft de vogelkerspopulatie in Amerika van beperkte omvang. De Amerikaanse vogelkers is de afgelopen eeuw echter in Nederland ingevoerd met de bedoeling de ondergroei van bossen te verbeteren. Eenmaal aangeplant begon de boom te woekeren. Overal doken zaailingen op die uitgroeiden tot boompjes. Als die niet regelmatig zouden zijn weggehaald, was het hele bos dichtgegroeid. Bosbouwers spraken daarom al gauw van bospest . De meeste invasies komen nu van andere continenten. We denken dat zulke invasies door het veranderende klimaat in de toekomst veelvuldiger uit Zuid-Europa zullen komen , aldus de Wageningse hoogleraar.

Functionele biodiversiteit

De functionele biodiversiteit, het vakgebied van prof. Van der Putten, gaat na wat plantensoorten precies met elkaar en met andere organismen doen in relatie met hun omgeving. Zo kan het onderzoek in de functionele biodiversiteit uitsluitsel geven over de kwestie of stabiele natuur in stand wordt gehouden door veel soorten of juist door enkele sleutelsoorten die maken dat de toestand voor een verstoring, zoals een binnendringende vreemde soort als de Amerikaanse vogelkers, zich weer herstelt. De functionele biodiversiteit houdt zich overigens ook bezig met de manier waarop misoogsten zijn te vermijden: Is daartoe een genetisch divers gewas gewenst, of moeten boeren een tolerant of resistent gewas verbouwen? Maar ook: Kun je ziekten en plagen bestrijden met een groot aantal natuurlijke vijanden, of moet je slechts enkele zeer specifieke soorten inzetten. Praktische vragen die fundamenteel onderzoek vergen.

De invasieve soorten, zoals de Amerikaanse vogelkers leveren veel informatie op over het onder- en bovengrondse voedselweb. Daarin worden micro-organismen en schimmels door aaltjes gegeten of tasten aaltjes de plantenwortel aan, en vormen zo een natuurlijke vijand voor de plant. In het toekomstige onderzoek zal prof. Van der Putten zich onder meer richten op het in kaart brengen van die interacties. Daarnaast construeert hij een soort thermometer voor de soortenrijkdom van het bodemleven. Deze thermometer staat voor een benadering: niet voor een instrument, zoals een koortsthermometer. Per vierkante meter grond zitten wel 5000 en misschien wel meer dan 10.000 soorten bodembewoners, maar wat hun functie is, is nauwelijks bekend. Voor de thermometer, vooral van belang voor het beheer van de bodem van landbouw- en natuurgebieden, worden gegevens over het bodemleven gecombineerd met data over interacties tussen soorten en de kringloop van voedingsstoffen.

Prof. Wim H. van der Putten (1958) studeerde vanaf 1977 in Wageningen, waar hij in 1989 promoveerde. Hij werkte al vanaf 1984 bij het Nederlandse Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), eerst bij het Biologisch Station Weevers Duin, vanaf 1988 aan het NIOO in Heteren, waar hij in 2000 hoofd werd van de afdeling Multitrofe interacties. Hij publiceerde meer dan zeventig artikelen en begeleidde zo n tien promovendi bij hun promotieonderzoek.