IP/04/583
Brussel, 3 mei 2004
Commissaris Fischler: "Verdere blokkering van de onderhandelingen over
de visserij op blauwe wijting is onaanvaardbaar en onverantwoord"
De verdere blokkering van de onderhandelingen tussen de kuststaten die
zich toeleggen op de visserij op blauwe wijting in de
Noordoost-Atlantische Oceaan is ernstig bekritiseerd door de heer
Franz Fischler, commissaris belast met landbouw,
plattelandsontwikkeling en visserij. Volgens de heer Fischler heeft de
Commissie in de voorbije zeven jaar de andere partijen ertoe aangezet
in te stemmen met een realistische en billijke verdeling van de
vangstmogelijkheden voor blauwe wijting, aangezien dat een absolute
voorwaarde is voor een effectief beheer van dit internationale
visbestand. Daarom en om tegelijk het bestand van blauwe wijting,
waarover de wetenschappers zich ernstige zorgen maakten, te
beschermen, heeft de Europese Gemeenschap gedurende jaren haar
vangsten eenzijdig beperkt. De andere partijen daarentegen hebben hun
vangsten exponentieel verhoogd, zodat zij nu aanspraak maken op een
groter deel dan dat waarop zij recht hebben. Het geduld van de EU
raakt evenwel op. In deze context en met het oog op de aangroei van
het bestand van blauwe wijting, heeft de EU de TAC's verhoogd met
350.000 ton, waardoor weer hetzelfde peil is bereikt als in de jaren
negentig. De commissaris dringt er bij de partners op aan te erkennen
dat een verdere blokkering van de onderhandelingen onaanvaardbaar en
onverantwoord is en nodigt hen uit om met constructieve en
realistische bedoelingen aan de onderhandelingstafel te komen zitten,
zodat een overeenkomst kan worden uitgewerkt die billijk is voor alle
partijen en de toekomst van deze visserijtak op lange termijn kan
worden gegarandeerd. Dat moet nu gebeuren, nu het bestand weer gezond
is.
De vijf betrokken kuststaten zijn de Europese Unie, de Faeröer,
Groenland, IJsland en Noorwegen. Wegens de visserijactiviteiten op
blauwe wijting is ook de Russische Federatie bij de onderhandelingen
betrokken. Sedert 1997 is de vangst van blauwe wijting op
internationaal niveau toegenomen van 650.000 ton tot meer dan 2
miljoen ton in 2003 (zie grafiek). Dat staat in schril contrast met de
TAC van 650.000 ton die de desbetreffende regionale
visserijorganisatie (de Visserijcommissie voor het Noordoostelijke
deel van de Atlantische Oceaan - NEAFC) sedert 1994 heeft vastgesteld.
Tussen de kuststaten zijn diverse onderhandelingsrondes gevoerd, tot
nu toe zonder succes. Die onderhandelingen maken deel uit van een
tweeledige aanpak waarbij de vijf kuststaten vangstbeperkingen
afspreken die gelden in de wateren onder hun verantwoordelijkheid. De
NEAFC stelt vervolgens de nodige instandhoudingsmaatregelen vast voor
het deel dat in internationale wateren wordt gevangen.
De onenigheid betreft hoofdzakelijk het verdelen van de totaal
toegestane vangsten, aangezien het totaal van de individuele
aanspraken veel hoger ligt dan 100% van die TAC. Bij gebrek aan
overeenstemming over het aandeel, hebben de partijen ook geen
overeenkomst kunnen bereiken over beheersmaatregelen voor de visserij
op blauwe wijting.
Blauwe wijting is belangrijk voor de EU aangezien heel wat lidstaten,
waaronder Spanje, Denemarken, het Verenigd Koninkrijk, Nederland,
Ierland, Frankrijk, Duitsland, Portugal en in mindere mate ook Zweden,
op blauwe wijting vissen. Blauwe wijting vertegenwoordigt 40% van de
bijdrage van de EU in de jaarlijkse uitwisseling van
vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen in de wateren van Noorwegen.
De EU heeft haar aandeel in de visserij op blauwe wijting vorig jaar
met 250.000 ton verhoogd en heeft nu besloten om daar voor 2004 nog
eens 350.000 ton aan toe te voegen. Daardoor komt het aandeel in de
buurt van het niveau van de jaren negentig. De EU heeft rekening
gehouden met recent wetenschappelijk advies om die maximumvangsten
vast te stellen. Uit biologisch oogpunt heeft het bestand, waarvan de
omvang aanzienlijk kan schommelen over zeer korte perioden, zich het
voorbije jaar zeer gunstig ontwikkeld en momenteel bevindt het zich op
een historisch hoog peil. De door de EU vastgestelde verhoging kan
bijgevolg volledig worden verantwoord op korte termijn.
Slechts een langetermijnovereenkomst over de verdeling van de
vangstmogelijkheden voor blauwe wijting kan een gezonde basis vormen
voor een rationeel en duurzaam beheer van dit bestand. De
onderhandelingen worden zo spoedig mogelijk voortgezet, nu de toestand
van het bestand nog gezond is.
European Commission