De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
DL. 2004/1351
datum
04-05-2004
onderwerp
Stroombanden voor honden
TRC 2004/2024
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Hierbij ontvangt u, mede namens de minister van Justitie, de
antwoorden op de vragen van de Kamerleden Ormel (CDA),
Snijder-Hazelhoff (VVD) en Van der Ham (D66) over het gebruik van een
stroomband bij honden.
datum
04-05-2004
kenmerk
DL. 2004/1351
bijlage
1. Deelt u de conclusie van een onderzoek naar het gebruik van
stroomband bij honden 1)? Zo neen, waarom niet?
Antwoord:
Het rapport is mij bekend en ik heb de conclusies bekeken. In het
rapport worden door de onderzoekers ook nuanceringen aangebracht.
Ik deel de conclusie dat het gebruik van stroombanden effect heeft
op het gedrag van de hond. Uit het rapport begrijp ik voorts dat
de opzet van de training waarin de stroomband wordt gebruikt
bepalend is voor de aard van eventuele blijvende effecten op de
hond.
Vindt u het gebruik van een stroomband vallen onder 'een redelijk
doel' zoals omschreven in artikel 36 van de GWWD?
Antwoord:
Dit hangt af van de wijze waarop de stroomband toegepast wordt.
Indien de stroomband wordt gebruikt door een deskundige als
hulpmiddel om moeilijk af te leren en maatschappelijk
onaanvaardbaar gedrag te corrigeren en als de stroomstoot
vergelijkbaar is met een corrigerende tik, dan acht ik het gebruik
van een stroomband redelijk. Het gebruik van een stroomband acht
ik niet redelijk wanneer deze op een zodanige wijze wordt gebruikt
dat er pijn of letsel wordt toegebracht of dat de gezondheid of
het welzijn van het dier wordt benadeeld.
Acht u het risico aanwezig dat een stroomband kan worden aangewend
tegen personen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u dan van mening
dat stroombanden ingedeeld kunnen worden in categorie II volgens
artikel 2 van de Wet Wapens en Munitie? Geldt dit voor alle typen
stroombanden?
Antwoord:
Ja, het risico is aanwezig dat deze tegen personen kunnen worden
aangewend. Stroombanden die personen weerloos kunnen maken of
waarmee pijn kan worden toegebracht zijn krachtens artikel 2 van
de Wet wapens en munitie aan te merken als wapens in categorie II
sub 5 van deze wet. Ook het voorhanden hebben van een stroomband
die volgens artikel 2 aan te merken is als een wapen uit categorie
II sub 5, is volgens artikel 26 van de Wet wapens en munitie
verboden. In artikel 3a van de Wet wapens en munitie zijn op dit
verbod uitzonderingen gemaakt voor onder andere de krijgsmacht en
de politie. Of stroombanden wapens zijn in de zin van de Wet
wapens en munitie hangt af van de stroomband en de wijze waarop
deze kan worden toegepast.
Bent u bereid te komen tot beleid en een eventueel verbod van de
stroomband? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke wijze
Antwoord:
Het gebruik van een stroomband bij een dier kan op grond van
artikel 36 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren worden
bestraft. Dit artikel verbiedt het zonder redelijk doel of met
overschrijding van hetgeen voor het bereiken van zodanig doel
toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken, dan
wel de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen. Indien
stroombanden personen weerloos kunnen maken of pijn kunnen
toebrengen, is het voorhanden hebben van stroombanden reeds
strafbaar in artikel 26 van de Wet wapens en munitie. Een verbod
op stroombanden acht ik derhalve niet noodzakelijk.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
PDF-versie van de brief
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Stroombanden voor honden (PDF-formaat, 34 kB)
---
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit