Persbericht Amsterdam, 6 mei 2004
Kosovo
Handel in vrouwen en meisjes is schending van mensenrechten
'Hij zei dat we zijn eigendom waren. Door ons te kopen had hij het
recht ons te slaan, te verkrachten, ons uit te hongeren en ons te
dwingen sex te hebben met klanten.'
'Zelfs bij koud weer moest ik dunne jurkjes dragen... - werd ik door
de baas gedwongen internationale soldaten en politiemensen te dienen.'
Getuigenissen van verhandelde vrouwen en meisjes.
Ondanks een aantal positieve maatregelen blijft de handel in vrouwen
en meisjes een schandalige schending van de mensenrechten in Kosovo.
De internationale gemeenschap is verantwoordelijk voor de groei van
een sex-industrie, die is gebaseerd op het misbruik van verhandelde
vrouwen, zei Amnesty International tijdens een persconferentie. De
organisatie maakte de resultaten bekend van onderzoek naar de handel
in vrouwen en meisjes in Kosovo.
'Vrouwen en meisjes worden als slaven verkocht. Ze worden bedreigd,
geslagen, verkracht en opgesloten door hun eigenaars.Onder hun
cliënten bevinden zich internationale politiemensen en vredestroepen.
De meisjes en vrouwen zijn vaak te bang om te ontsnappen en de
autoriteiten schieten ernstig te kort bij het verlenen van hulp,' zei
Amnesty International.
Het rapport ''So does that mean I have rights? Protecting the human
rights of women en girls trafficked for forced prostituions in Kosovo'
toont aan dat verhandelde vrouwen en meisjes te lijden hebben onder
een hele reeks mensenrechtenschendingen, zoals ontvoering,
vrijheidsberoving, marteling en mishandeling, waaronder psychologische
dreiging, slaan en verkrachting.
Jonge vrouwen en meisjes, die vaak kwetsbaar zijn vanwege een
achtergestelde economische positie of doordat ze eerder fysiek
misbruikt zijn, zijn makkelijke doelen. Zij dromen van een beter leven
en de handelaars grijpen dit aan door hen 'werk' in het westen aan te
bieden. In plaats van een normale baan te krijgen lopen de vrouwen en
meisjes in een val, waarbij ze als slaven tot prostitutie gedwongen
worden.
Volgens verschillende rapportages is het aantal gelegenheden in Kosovo
waar verhandelde vrouwen en meisjes misbruikt kunnen worden gestegen
van 18 in 1999 tot meer dan 200 in 2003. Tegeijkertijd blijft het
aantal juridische vervolgingen voor vrouwenhandel laag.
'Als vrouwen en meisjes eenmaal aan de eerste situatie van
mensenrechtenschendingen zijn ontkomen, worden ze onderworpen aan een
tweede situatie van schendingen door de handelaars. Als het ze lukt te
ontsnappen komen ze vaak in een derde situatie van
mensenrechtenschendingen terecht, dit keer door de autoriteiten,' zei
Amnesty International.
Ondanks enige positieve maatregelen door de autoriteiten om de
vrouwenhandel in Kosovo te bestrijden worden verhandelde vrouwen en
meisjes nog steeds als criminelen behandeld; ze worden vervolgd omdat
ze illegaal in Kosovo verblijven of door de UNMIK-politie beschuldigd
van prostitutie bij huiszoekingen. Na arrestatie krijgen de vrouwen en
meisjes niet de basale rechten van gevangenen: Ze worden niet
ingelicht over hun rechten, ze krijgen geen toegang tot een advocaat
en meisjes worden vaak ondervraagd zonder dat een wettelijke voogd
aanwezig is.
Amnesty International concludeert dat de VN-missie in Kosovo (UN
Interim Mission in Kosovo - UNMIK), de internationale troepenmacht
onder leiding van de NAVO in Kosovo (KFOR) en de voorlopige regering
(Provisional Institutions of Self-Government in Kosovo - PSIG) er niet
in geslaagd zijn de mensenrechten van deze vrouwen en meisjes te
beschermen en te respecteren.
Het wordt geschat dat leden van de internationale gemeenschap 20
procent uitmaken van de mensen die verhandelde vrouwen en meisje
gebruiken. Zij genereren een belangrijk deel van de inkomsten van deze
industrie.
'Het is schandalig dat de mensen die in Kosovo aanwezig zijn om deze
vrouwen en meisjes te beschermen hun positie gebruiken om hen in
plaats daarvan te misbruiken en dat dit straffeloos kan gebeuren. Het
heeft een vernietigend effect op het leven van deze vrouwen en
meisjes,' zei Amnesty International.
Amnesty International is erg bezorgd over het feit dat 15 tot 20
procent van de vrouwen die in de bars werken meisjes jonger zijn dan
18 jaar. Amnesty denkt dat zij tot prostitutie gedwongen zijn. UNMIK
heeft deze meisjes geregistreerd, maar in plaats van hen te
verwijderen worden ze in de bars gelaten, waar ze het slachtoffer zijn
van verdere schendingen van de mensenrechten, waaronder verkrachting
en mishandeling.
Hoewel verhandelde vrouwen en meisjes hulp krijgen van lokale
hulporganisaties en internationale organisaties, is Amnesty
International bezorgd om het feit dat UNMIK geen administratieve
richtlijn heeft uitgevaardigd om de vrouwen en meisjes compensatie en
herstel te garanderen. De organisatie meldt ook dat slechts een
beperkt aantal vrouwen langetermijn-bescherming genieten, zoals
getuigenbescherming voor vrouwen die bereid zijn te getuigen tegen hun
handelaars.
'Het handelen in vrouwen en meisjes in Kosovo en in andere
post-conflictsituaties zal nooit eindigen als de handelaars vrijuit
gaan en als het burger- en militair personeel ongestraft
mensenrechtenschendingen mogen begaan,' zei de organisatie.
Amnesty International roept de autoriteiten van Kosovo, waaronder
UNMIK en PISG, op maatregelen te treffen om de handel in vrouwen en
meisjes voor gedwongen prostitutie naar, van en binnen Kosovo te
stoppen. De autoriteiten moeten ook maatregelen nemen om de
slachtoffers van vrouwenhandel te beschermen, en ervoor zorgen dat zij
toegang krijgen tot het recht op herstel en compensatie voor de
mensenrechtenschendingen die zij hebben ondergaan.
De organisatie riep ook de VN en de NAVO op om maatregelen te treffen
voor de berechting van leden van militaire of burgerlijke
vredestroepen die verdacht worden van criminele activiteiten, verwant
aan vrouwenhandel. De handel in personen, voornamelijk die in vrouwen
en meisjes, in situaties die neerkomen op slavernij, valt onder de
meest ernstige misdrijven in het Statuut van Rome, dat ten grondslag
ligt aan de oprichting van het Internationaal Strafhof.
Amnesty International