Federale regering Belgie
Strafrechtelijke bescherming van minderjarigen
(2004-05-07)
Persbericht van de Ministerraad
Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie,
keurde de Ministerraad het voorontwerp van wet goed tot verruiming van
de strafrechtelijke bescherming van de minderjarigen.
Dit voorontwerp van wet, dat in de lijn ligt van de hervorming van de
wet van 65 over de jeugdbescherming, heeft drie doelstellingen :
1. Personen die minderjarigen inzetten bij misdrijven worden strenger
gestraft
Deze volwassenen hopen een strafrechtelijke vervolging te ontlopen
gezien de specifieke aanpak waarop minderjarigen recht hebben in het
kader van de wet betreffende de jeugdbescherming.
Om dit gevoel van straffeloosheid tegen te gaan voorziet het
voorontwerp van wet een verhoging van de minimumstraf voor de misdaad
of het misdrijf, wanneer een minderjarige zou zijn ingeschakeld om de
inbreuk te plegen.
Er wordt een bijkomende verhoging van de straf voorzien in geval van
verzwarende omstandigheden :
- De minderjarige is jonger dan 16 jaar,
- De volwassene maakt misbruik van de kwetsbare situatie van de
jongere (weggevlucht, achtergelaten enz&),
- De volwassene heeft gezag over de jongere of heeft hem in zijn
bewaring,
- Er is sprake van een gewoonte.
2. Het kader van de strafrechtelijke bescherming van de minderjarigen,
voorzien in de wet van 28 november 2000, wordt uitgebreid.
De wet van 28 november 2000 over de strafrechtelijke bescherming van
de minderjarigen, een rechtstreeks gevolg van de zaak Dutroux, richtte
zich bijna uitsluitend op zedendelicten en mishandeling ten aanzien
van minderjarigen.
Het huidige voorontwerp probeert op een adequatere wijze een antwoord
te geven op het gebruik van minderjarigen door volwassenen voor
criminele doeleinden, boven op het restrictieve kader van de wet van
2000.
3. Een coherentere strafrechtelijke bescherming van minderjarigen
Het voorontwerp maakt van de gelegenheid gebruik om de meeste
strafbepalingen die voorkomen in de wet van 8 april 1965 betreffende
de jeugdbescherming onder te brengen in het Strafwetboek. Het gaat
onder meer over het aanzetten tot bedelen van minderjarigen.
Het voorontwerp heft ten slotte de strafbepalingen uit dezelfde wet op
die betrekking hebben op misdrijven die vandaag door andere wetgeving
worden beteugeld, of die niet meer niet meer worden toegepast.
Met deze nieuwe maatregelen wil de Minister van Justitie een
efficiëntere strijd voeren tegen het inzetten van minderjarigen bij
misdrijven.
Kabinet van de Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie
Handelsstraat 76/80
1040 Brussel
Mevrouw Saar Vanderplaetsen (N)
Tel.: 02/233.50.06
Fax: 02/230.15.37
s.vanderplaetsen@lo.fgov.be
Mevrouw Annaïk de Voghel (F)
Tel.: 02/233.51.21
Fax: 02/230.15.37
a.devoghel@lo.fgov.be
De Algemene Directie Externe Communicatie Kanselarij van de Eerste
Minister kan u bereiken op het volgende adres: cmr@premier.fed.be