Federale regering Belgie
Collectieve schuldenregeling
(2004-05-07)
Persbericht van de Ministerraad
Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie,
keurde de Ministerraad twee complementaire voorontwerpen van wet goed
die de wet betreffende de collectieve schuldenregeling wijzigen en de
procedure voor de arbeidsrechtbank vereenvoudigen.
De Minister van Justitie streeft hiermee een tweeledig doel na:
* Het « persoonlijk faillissement » wordt mogelijk gemaakt. Dit wil
zeggen dat
de minnelijke aanzuiveringsregeling van een particulier wordt
vergemakkelijkt door het mogelijk te maken dat al zijn schuldeisers,
publiek of privé, een volledige of gedeeltelijke kwijtschelding
toekennen.
* Het gerecht toegankelijker maken voor de rechtzoekenden, door
bepaalde kosten verbonden aan het inleiden van een zaak bij de
arbeidsrechtbank af te schaffen.
Waarom een wijziging van de wet betreffende de collectieve
schuldenregeling ?
Sedert de inwerkingtreding van de wet van 5 juli 1998 die de
collectieve schuldenregeling organiseert, werden er tot eind 2003
bijna 31.000 verzoekschriften tot collectieve schuldenregeling
ingediend. Het aantal opgestarte procedures blijft toenemen. De wet
beantwoordde dus aan een echte noodzaak.
Dit voorontwerp bevat niettemin belangrijke vernieuwingen, die de wet
aanpassen aan een aantal belangrijke terrein-realiteiten die werden
vastgesteld sinds 1998:
* Elke schuldeiser, onder meer ook openbare instellingen, toelaten
kwijtschelding van de schuld te verlenen in het kader van een
minnelijke aanzuiveringsregeling
Momenteel weigeren de meeste fiscale administraties en de sociale
zekerheidskassen systematisch om akkoord te gaan met minnelijke
aanzuiverings-regelingen waarin een gedeeltelijke kwijtschelding van
de schuld wordt voorgesteld.
Deze stelregels verhinderen het afsluiten van talrijke minnelijke
aanzuiverings-regelingen. Er zullen dus nieuwe wettelijke bepalingen
komen om een formele wettelijke basis te verstrekken aan de betrokken
openbare autoriteiten, teneinde hen toe te laten om in het kader van
een minnelijke aanzuiveringsregeling een kwijtschelding van schulden
toe te staan.
Deze nieuwe maatregel zal de kansen om met alle partijen een
minnelijke regeling af te sluiten vast en zeker doen toenemen.
* Het wordt mogelijk om in het kader van een gerechtelijke
aanzuiveringsregeling over te gaan tot een totale kwijtschelding van
schulden
Zodra de wet van 1998 in werking trad, bleken er bij de toepassing
problemen te rijzen voor de personen die over geen of slechts zeer
weinig terugbetalingsmogelijk-heden beschikten. In de praktijk
verwierpen bepaalde vonnissen de gerechtelijke aanzuiveringsregeling,
omdat daarvoor geen middelen waren en andere vonnissen legden een
gerechtelijke aanzuiveringsregeling op met een zeer ruime, quasi
totale kwijtschelding van de schulden.
Het nieuwe voorontwerp voorziet dat de rechter een volledige
kwijtschelding van de schuld kan toestaan, wanneer dat sociaal gezien
het enige toelaatbare is, met respect voor de menselijke waardigheid
en voor zover dit de enige oplossing is waardoor de schuldenaar terug
in de maatschappij kan worden geïntegreerd.
* Sociale geschillen worden ondergebracht binnen één en dezelfde
rechtbank
Om nog meer rekening te houden met het onweerlegbare sociale aspect
van de overmatige schuldenlast, zullen de betwistingen over de
collectieve schuldenregeling overgedragen worden aan de
arbeidsjurisdicties.
Het auditoraat en de arbeidsrechtbank beheren reeds samen de
betwistingen op het vlak van de sociale zekerheid, een taak die ze
zeer efficiënt uitvoeren. Ze beschikken immers over ervaring en
onderzoeksmiddelen die het hen mogelijk maken om beter dan eender wie
de sociale problemen te onderkennen waarmee mensen die overmatige
schulden hebben te maken krijgen.
De waarborg voor het respect voor de menselijke waardigheid die in de
wet staat wordt op deze manier versterkt.
Andere bepalingen zullen het mogelijk maken:
- het lot van de borgen te verbeteren, zowel tijdens als na de
procedure,
- de maximale duur van een regelingsplan te verduidelijken, door aan
de rechter niet meer toe te staan de termijn van 5 jaar te verlengen,
tenzij op nadrukkelijk en gemotiveerd verzoek van de schuldenaar, met
het oog op het vrijwaren van bepaalde delen van zijn patrimonium,
- de toegestane termijn voor het voorbereiden van een minnelijke
aanzuiveringsregeling tot 6 maanden te verlengen. Op die manier wordt
vermeden dat meermaals een verlenging van de termijn wordt gevraagd,
wat een nutteloos tijdsverlies veroorzaakt.
- de veralgemening voor van het gebruik van het verzoekschrift voor
het inleiden bij de arbeidsrechtbank. Dit zal gratis zijn en het
verzoekschrift kan rechtstreeks ingediend worden door de rechtzoekende
of via zijn advocaat. De dagvaarding wordt dus de uitzondering.
De goedkeuring van deze maatregelen betekent een belangrijke stap naar
een toegankelijkere, menselijkere en efficiëntere justitie.
Kabinet van de Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie
Handelsstraat 76/80
1040 Brussel
Mevrouw Saar Vanderplaetsen (N)
Tel.: 02/233.50.06
Fax: 02/230.15.37
s.vanderplaetsen@lo.fgov.be
Mevrouw Annaïk de Voghel (F)
Tel.: 02/233.51.21
Fax: 02/230.15.37
a.devoghel@lo.fgov.be
De Algemene Directie Externe Communicatie Kanselarij van de Eerste
Minister kan u bereiken op het volgende adres: cmr@premier.fed.be