Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie

email

actueel

Europarlementariërs willen uitbreiding discriminatiewetgeving

Verslag verkiezingsdebat "Discriminatiebestrijding in Europa: Klaar? Af", 7 mei 2004

Door Anna Pastor

Hoewel er op Europees niveau al heel wat bereikt is op het terrein van discriminatiebestrijding, moet er nog veel gebeuren. Europarlementariërs die zich verkiesbaar stellen voor de aankomende verkiezingen voor het Europees Parlement willen zich gaan inzetten om discriminatie uit te roeien in Europa. Zo willen de verkiezingskandidaten onder andere dat er méér geld ingezet moet worden voor discriminatiebestrijding, en minder voor landbouwsubsidies. Dit bleek tijdens het verkiezingsdebat "Discriminatiebestrijding in Europa: Klaar? Af!", georganiseerd door het Platform Artikel 13.

Op de bijeenkomst in perscentrum Nieuwspoort te Den Haag, waren vertegenwoordigers aanwezig van de zeven grootste partijen: het CDA, D66, GroenLinks, LPF, PvdA, SP en VVD. Zij werden tijdens het debat ondervraagd door deskundigen van verschillende expertisecentra op het gebied van discriminatiebestrijding. In het debat stond de vraag centraal of we, nu er twee Europese richtlijnen bestaan op het gebied van non-discriminatie, klaar zijn met het onderwerp.

Witte vlekken
Hubert Fermina, directeur van het LBR en voorzitter van het debat, gaf in zijn opening aan dat discriminatie een zeer ruim begrip is. Hij doelde hiermee op de verscheidene gronden waarop gediscrimineerd kan worden, zoals leeftijd, ras, handicap en sekse, en op de terreinen waarop discriminatie plaats kan vinden: arbeidsmarkt, goederen en diensten en sociale zekerheid. Op nationaal, maar zeker op Europees niveau, moet er wat betreft regelgeving nog heel wat gebeuren.

Dat we niet op onze lauweren mogen rusten op het gebied van discriminatiebestrijding werd uiteengezet door prof. mr. Jenny Goldschmidt, voormalig voorzitster van de Commissie Gelijke Behandeling. Zij liet zien dat er sprake is van zogenaamde witte vlekken : de reikwijdte van discriminatiebescherming verschilt per grond. Dit betekent dat er in de Europese richtlijn op het terrein van arbeid wél op de gronden geslacht, handicap, seksuele voorkeur, godsdienst en ras bescherming wordt geboden, maar dat er alleen bij de gronden ras en sekse ook op andere terreinen discriminatie wordt uitgesloten. Discriminatie op grond van ras is ook verboden op het terrein van goederen en diensten en sociale bescherming, waaronder sociale zekerheid. Op grond van geslacht is de bescherming alleen uitgebreid tot de terreinen sociale zekerheid en goederen en diensten. Goldschmidt ziet het als noodzaak de lacunes die er bestaan bij de discriminatiegronden geslacht, handicap, seksuele voorkeur, godsdienst en leeftijd, aan te vullen, en daarnaast te kijken of er een alomvattende wet kan komen.

Discrepanties
Naast de witte vlekken bestaan er meer problemen. Zo noemde Goldschmidt de discrepanties die kunnen ontstaan wanneer gronden samenvallen. Een bekend voorbeeld is de mogelijke botsing tussen de non-discriminatiedoelen godsdienst en geslacht. Verder wees Goldschmidt erop dat we niet aan de vraag ontkomen of alle antidiscriminatiegronden hetzelfde gewicht in alle situaties moeten hebben, of dat er een bepaalde hiërarchie in de gronden aangebracht moet worden. Tenslotte voorziet Goldschmidt problemen doordat de 25 lidstaten van Europa erg van elkaar verschillen, bijvoorbeeld wat betreft de ongelijke behandeling van etnische minderheden in de landen.

Na het inleidende college probeerde middagvoorzitter Fermina te polsen welke problemen het publiek zoal meemaakt. Bestaat homodiscriminatie nog steeds? Iemand antwoordde: "Het zijn wel geen problemen van moord en doodslag, maar onder de oppervlakte sluimert er nog van alles." En het vrouwenverdrag, is dat echt noodzakelijk? Een vrouw: "Het is ontzettend belangrijk, het vrouwenverdrag. Zonder het verdrag zou er geen gelijke behandeling zijn."

Discriminatie geen luxeprobleem
Vervolgens werden de zeven aanwezige politici (voor de volledige lijst zie onder aan het artikel) gevraagd zich voor te stellen en te vertellen wat hun doelstellingen zijn. Erik Meijer, lijsttrekker van de SP, beet het spits af door te zeggen dat we nog lang niet tevreden kunnen zijn over het non-discriminatiebeleid. Als voorbeeld noemde hij de etnische minderheidsgroep de Roma, die sterk worden gediscrimineerd in Hongarije. "Er moet nog heel veel gebeuren op dit terrein, en het zal de komende vijf jaar moeilijker worden om iets te bereiken dan het de 25 jaar is geweest. Het zal een lange bittere strijd worden." Meijer ziet weinig nut in de Europese Grondwet, omdat de regels in de landen zelf vaak strenger zijn. Hierdoor halen de richtlijnen die volgens hem niet uitgebreid genoeg zijn, het vaak niet.

Marije Cornelissen (GroenLinks) ziet de Grondwet juist als middel om op het gebied van discriminatie kleine stapjes vooruit te komen. Volgens haar moeten we juist nu met praktische dingen komen voor groepen uit de Oostbloklanden die in erbarmelijke toestanden leven. "Maar ook in Nederland zijn we nog niet klaar. Organisaties die opkomen voor etniciteit, worden gekort. Het non-discriminatiebeleid op het gebied van leeftijd wordt misbruikt om oudere mensen te dwingen om te solliciteren." Discriminatie wordt soms gezien als luxeprobleem, maar het is juist de kern van alle problemen, en kan volgens haar een oorzaak van armoede zijn.

Ook Sophie in t Veld (lijsttrekker D66) vindt discriminatie absoluut geen luxeprobleem. Zij wees erop dat er in het Europees Parlement zelf ook nog heel wat moet gebeuren. Zo vindt zij de samenstelling van het parlement verre van ideaal: omdat de meerderheid rechts is, kun je weinig verwachten op het gebied van discriminatie, denkt In t Veld. "Ik wil de mensen aanraden op een progressieve partij te stemmen, die wat voor mensenrechten kan betekenen. Omdat er veel conservatieve partijen in het Europees Parlement zitten, is het nog belangrijker om het parlement progressiever te maken en daarmee een tegenwicht te creëren. Discriminatiebestrijding is nog helemaal niet af."

Joke Swiebel (PvdA) heeft zich jarenlang binnen het Europees Parlement bezig gehouden met mensenrechten, gelijke behandeling en vrouwen- en homo-emancipatie. "Na al die jaren ervaring op dit gebied kan ik zeggen dat het beeld dat het non-discriminatiebeleid oplevert, twee kanten heeft. Enerzijds is het een pluspunt dat de grondwet stevig verankerd is, daarmee staat het non-discriminatiebeleid op de agenda voor allerlei landen. De andere kant van de medaille is de ontwikkeling van de verrechtsing in Europa. Het immigratieprobleem heeft de laatste tijd een negatieve lading gekregen." Swiebel wilde er op wijzen dat het niet waar is dat er nog niks is gedaan aan de terreinen naast arbeid in het non-discriminatiebeleid. "Integendeel, wij zijn veel bezig geweest met de witte plekken. Wij zijn met een groen boek gekomen over hoe de lacunes aangevuld kunnen worden. Eén van onze aanbevelingen is dat de vele verschillende commissies wat meer samen zouden kunnen werken. Misschien moeten moet er één intergroep discriminatiebestrijding komen, als samenvoeging."

Jens van der Vorm (lijsttrekker LPF) trok de aandacht van het publiek met een pakkende binnenkomer: "Ik ben getrouwd, ik heb twee kinderen, een dochter en een zoon, en mijn man heet Martijn." Van der Vorm wond zich erover op dat de vorige sprekers deden alsof discriminatiebestrijding iets is van de linkse flank. "Dat is onzin: Pim was homo en ik ben het ook. Ook vind ik dat er wat neerbuigend gedaan wordt over Oost-Europeanen. Zij zijn niet achterlijk, ze hebben ook een verdrag getekend die vrouwen en mannen gelijkstelt. Ik ga er op letten dat andere landen de richtlijnen ook echt gaan uitvoeren."

Wytze Russchen (VVD) gaf aan dat zijn homoseksualiteit zelfs een van de redenen is dat hij zich verkiesbaar heeft gesteld voor het Europees Parlement. Hij vroeg zich af hoe het kan zijn dat we discriminatie nog niet hebben bestreden. "Antidiscriminatie voor alle gebieden willen we van harte ondersteunen. Maar het gaat erom: hoe pas je het toe? Voorlichting is essentieel. Implementatie en informatie moeten voorop staan." Mainstreamen, het integreren van de verschillende non-discriminatiedoelen in regulier beleid, vindt Russchen mooie woorden , maar hij zou het graag toegepast zien. Verder vindt Russchen het belangrijk dat het parlement beter samenwerkt met de belangenverenigingen, zodat er een vuist gemaakt kan worden.

Bartho Pronk (CDA) ziet in de Grondwet een middel om discriminatie te bestrijden. "Als iets in de Grondwet wordt opgenomen wordt het echt een recht. Door de nieuwe wetgeving kunnen de achtergestelde groepen in de nieuwe landen van de Europese Unie geholpen worden." Pronk vindt dat er in Nederland veel sprake is van navelstaren. Hij vindt dat het nationale parlement zou moeten luisteren naar het debat in het Europees Parlement.

Na de pauze stelden de deskundigen van de verschillende expertisecentra vragen aan de politici. Nieuwkomer Emine Bozkurt (PvdA) nam de plaats van Joke Swiebel in.

Concrete aanpak
Marianne Kroes, juriste bij de Chronisch Zieken en Gehandicaptenraad, vroeg: "Het is duidelijk dat jullie allemaal tegen discriminatie zijn en daarvoor willen strijden, maar wat gaan jullie nu concreet doen?" Emine Bozkurt wil ervoor zorgen dat er regelgeving komt om de witte plekken in te vullen. Ze vreest wel dat het een zaak van de lange adem zal worden. "Alles goed geregeld hebben voor zieken en gehandicapten kost veel geld." Sophie in t Veld: " Twee dingen: er moet geen hiërarchie zijn in de non-discriminatiegronden en er moet een huwelijk komen voor iedereen, in gebieden waar dit nog niet mogelijk is. En we gaan de richtlijnen aanpakken." Ook Bartho Pronk wil erop gaan letten of de richtlijnen worden nageleefd. Wytze Russchen pleit zelfs voor uitzetting van de landen die zich niet aan de richtlijnen houden. Erik Meijer wil alle initiatieven van verbetering gaan ondersteunen. Marije Cornelissen was iets concreter. Zij wil een quotum instellen voor grote bedrijven om chronisch zieken in dienst te nemen. Jens van der Vorm wil eerst gaan uitzoeken wat discriminatie precies is. Sophie in t Veld vindt dit onzin. Volgens haar is duidelijk genoeg wat er met discriminatie wordt bedoeld.

Goederen en diensten
Een vrouw uit de zaal vroeg wat de politici doen om hun eigen regering aan te sporen zich bezig te houden met de richtlijn van non-discrimatie op grond van goederen en diensten, die vooral gevolgen zal hebben voor de pensioenen. Sophie in t Veld: "Ik zal mijn eigen partij er nog een keer op aanspreken. Maar wij hebben er wel altijd voor gestaan." Net als de andere linkse partijen vindt ze dat verzekeringsmaatschappijen zich moeten houden aan de antidiscriminatieregelgeving. Jens van der Vorm denkt hier anders over: "Onder verzekeringsmaatschappijen moet concurrentie komen. En de benadeelde groepen moeten zich manifesteren. Dan worden ze een interessante groep voor de commercie." Goldschmidt uitte haar verontwaardiging over deze stelling: "Mensen verstoppen zich omdat ze niet veilig zijn!" Sophie in t Veld viel haar bij. "Vrouwen zijn heel goed zichtbaar, maar worden toch nog gediscrimineerd. Elementaire rechten moet je vastleggen." Maar Bartho Pronk vindt dat je niet dezelfde regel bij iedereen kunt toepassen, omdat gehandicapten nou eenmaal meer geld kosten. Een man uit de zaal, die een gehandicapte zoon heeft, benadrukte dit. "Als we praten over gelijkheid, dan moeten gehandicapten en zieken eigenlijk worden voorgetrokken om hetzelfde te kunnen bereiken als andere mensen."

Structureel geld
Bij de twee antidiscriminatierichtlijnen hoort een actieprogramma waarin de financiering van projecten wordt geregeld. Dit loopt in 2006 af. Dick Houtzager van het LBR was benieuwd wat er daarna zal gebeuren. De partijen waren het erover eens dat als blijkt dat het programma goed uitgewerkt heeft, het doorgezet moet worden. Sophie in t Veld stelde dat er gekeken moet worden waar het geld heengaat. De andere partijen sloten zich bij haar aan: er moet geld weggehaald worden bij landbouw en structuurfondsen wanneer dat geld niet efficiënt besteed wordt.Dit geld zou dan overgeheveld kunnen worden naar discriminatiebestrijding. Marije Cornelissen zei dat er structureel geld moet komen voor discriminatiebestrijding, niet alleen voor kleinschalige projecten.

Positie Europees Parlement
Anouk Mulder van het Expertisecentrum Leeftijd en Maatschappij vroeg hoe de politici een sterkere positie van het Europees Parlement denken te realiseren. Erik Meijer is pessimistisch: "We kunnen niet veel doen. Het enige dat we kunnen is vragen stellen aan de Europese Commissie." D66 en het CDA zijn iets optimistischer. Sophie in t Veld: "Het parlement bereikt wel heel wat. Wel moeten we eigen initiatieven gaan ontwikkelen. De problemen aanwijzen en de landen erop aanspreken. Emine Bozkurt vindt het belangrijk om te kijken of de implementatie goed doorgevoerd wordt, en om te luisteren naar de organisaties die zich met dit onderwerp bezig houden.

Positieve actie
Margreet de Boer, directrice van het Clara Wichmann Instituut, wilde weten hoe de politici staan tegenover positieve actie, het positief discrimineren van benadeelde groepen. Het merendeel bleek voor te zijn. Sophie in t Veld: "Soms is het nodig om een voorbeeldgroep, een zichtbare groep, te creëren." Alleen LPF en VVD zijn tegen positieve actie. Jens van der Vorm: "Wij zijn tegen discriminatie in het algemeen, dus ook tegen positieve discriminatie."

Tweesporenbeleid
Judith Schuyf, coordinatrice bij het Kenniscentrum Lesbisch- en Homo- Emancipatiebeleid, vroeg wat de politici vinden van het tweesporenbeleid. Dit is een beleid dat enerzijds gericht is op specifieke discriminatiegronden, en anderzijds gericht op mainstreaming. De partijen zijn hier niet erg enthousiast over. Bartho Pronk: "Ik vind het mooi als het werkt, maar anders is het alleen maar papierwerk."

Toegang tot Europees Hof
Kenneth Cuvalay van EARN, de zwartkaderleden van de FNV, is benieuwd hoe artikel 13 geïmplementeerd wordt in landen als Oostenrijk, en vindt dat het parlement landen die zich niet aan de richtlijnen houden, voor het Europese Hof moeten slepen. Sophie in t Veld: "De implementatie van de richtlijnen wordt overgelaten aan de lidstaten zelf. Wat wij kunnen doen is ervoor zorgen dat er iets gebeurt en het aan de kaak stellen." Maar Goldschmidt is het hier niet mee eens: "Het parlement kan meer doen! Burgers zouden naar het Europese hof moeten kunnen stappen, er moet rechtstreekse toegang tot het Europese Hof zijn. Daarnaast zou het parlement de Europese Commissie moeten aanzetten tot initiatief- nemen." D66 zei de twee door Goldschmidt genoemde punten te willen invoeren.

Botsing van grondrechten
Een mevrouw uit de zaal vroeg hoe het zit met de botsing van verschillende grondrechten, bijvoorbeeld tussen vrijheid van godsdienst en de gelijkheid tussen seksen. Dit kan voorkomen wanneer er geen hiërarchie wordt aangebracht in de discriminatiegronden. Wytze Russchen vindt: "Gelijkheid tussen seksen is belangrijker. Wij willen scheiding van kerk en staat in heel Europa."

Toegang tot beleidstukken
Een slechtziende man uit de zaal gaf aan dat visueel gehandicapten de beleidsstukken niet kunnen raadplegen, omdat er bijvoorbeeld geen braille-versies beschikbaar zijn. Moet hier niet wat aan gedaan worden? Alle parlementariërs zijn het hiermee eens, de stukken zouden door iedereen ingekeken moeten kunnen worden.

Na de discussie vatte Willemien Ruygrok van E-Quality de middag samen. Ze zei namens de organisatoren blij te zijn dat de politici de volgende toezeggingen hadden gedaan:
* De politici willen de komende vijf jaar de witte plekken gaan invullen met richtlijnen.
* Wanneer het actieprogramma een succes blijkt te zijn geweest, zullen ze zich inspannen om een nieuw actieprogramma te laten starten.
* Er zal bekeken worden of er méér geld kan gaan naar discriminatiebestrijding, en of er structureel geld ingezet kan worden.
* Er zal niet alleen scherp gelet worden op de implementatie van de richtlijnen in de nieuwe lidstaten, maar ook in de huidige lidstaten.
* Intergroepen moeten nauwer samenwerken, daaraan zullen de parlementariërs aandacht besteden. Tenslotte stelde Ruygrok voor dat de expertisecentra over een jaar weer in gesprek gaan met de Europarlementariërs en op een rijtje zetten wat er in het jaar gedaan is op het gebied van discriminatiebestrijding. Vervolgens kan bekeken worden welke stappen nog gezet moeten worden. Een woordvoerder van het COC Haaglanden voegde hier aan toe: "Laat Brussel volgend jaar weer hier komen! Deze middag was een groot succes."

Tot slot liet de theateract Elektra Unlimited met een startschot de wedstrijd beginnen waarin gelijke behandeling het moet opnemen tegen onder andere discriminatie, vooroordelen en bureaucratie. De eerste horde in de wedstrijd is het stemmen op 10 juni aanstaande, op de partij die het hardst tegen discriminatie zal gaan strijden.

Column van Elektra Unlimited

Aanwezige politici:

Emine Bozkurt (PvdA)
Marije Cornelisse (GroenLinks)
Sophie In 't Veld (D66)
Erik Meijer (SP)
Bartho Pronk (CDA)
Wytze Russchen (VVD)
Joke Swiebel (PvdA)
Jens van der Vorm (LPF)

Het Platform Artikel 13 wordt gevormd door de volgende organisaties:

E-Quality
Chronisch zieken en Gehandicapten-Raad Kenniscentrum Lesbisch- en Homo- Emancipatiebeleid Clara Wichmann Instituut
LBL, expertisecentrum Leeftijd en Maatschappij LBR, Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie


----------------------------

LBR

Schaatsbaan 51

3013 AR Rotterdam

Tel: 010-2010201

Fax: 010-2010222

Internet: www.lbr.nl

Aan dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend.Dit elektronisch bericht is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Als u dit bericht per abuis hebt ontvangen, wordt u verzocht het te vernietigen en de afzender te informeren. Wij adviseren u om bij twijfel over de juistheid of de volledigheid van dit bericht contact op te nemen met afzender.

No rights can be derived from this message.This electronic message is intended only for the addressee. Should you have received this message in error, you are kindly requested to delete it and inform the sender. Should you question the accuracy or the completeness of this message, you are advised to contact the sender.