Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Van Velzen (SP) over de verkoop van met salmonella besmette eieren (2030410430)

1.
Bent u op de hoogte van het feit dat er afgelopen zomer in Nederland eieren in de handel waren welke 160-voudig vaker besmet waren met salmonellabacteriën dan gebruikelijk, waardoor er 50 procent meer gevallen van salmonellavergiftiging ontstonden en er statistisch gesproken vier mensen aan moeten zijn overleden?

1.
Ja.
In september 2003 werd een trendbreuk gesignaleerd met betrekking tot het aantal bevestigde, eigerelateerde salmonella-infecties. In de maanden volgend op de vogelpest- crisis was er sprake van een verdubbeling van het aantal gevallen. De VWA is in september 2003 op de hoogte gesteld van genoemde trendbreuk. De Ministeries van VWS en LNV zijn daarover door de VWA mondeling in kennis gesteld.
De bewering dat Nederland te maken heeft met een 50% toename van salmonella-infecties is onjuist: het gaat om een 50% toename van het aantal eigerelateerde infecties (totaal geschat aantal salmonellosen 50.000; 18.500 door eieren; eind 2003 gestegen tot circa 37.000). Dat op basis van deze cijfers - statistisch gezien - vier gevallen met dodelijke afloop zouden zijn te betreuren, is een onjuiste bewering. Gezien de maatregelen die in Nederland van kracht zijn om een specifieke risicogroep te beschermen (verbod op gebruik van rauwe eieren op basis van de Hygiënecode voor instellingskeukens, horeca en catering) is deze veronderstelling niet houdbaar.
Ter vermindering van het risico voor consumenten die niet tot de genoemde risicogroep behoren wordt regulier gecommuniceerd dat tafeleieren salmonellabacteriën kunnen bevatten en adequaat verhit moeten worden.

2.
Wat is uw mening over het feit dat de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) reeds in juni 2003 door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) op de hoogte werd gesteld van de sterke toename aan salmonellabesmetting, maar desondanks niet besloot tot onderzoek naar de mogelijke oorzaken en reikwijdte van het probleem?

2.
De VWA heeft naar aanleiding van de melding van het RIVM in juni 2003 wèl onderzoek gepleegd naar de oorzaak van de constatering en heeft het volgende vastgesteld: a. Typering van de geïsoleerde salmonellabacteriën in combinatie met het gesignaleerde resistentiepatroon deed vermoeden dat het een buitenlandse bron moest betreffen. b. In 2003 is het aantal importeieren uit 22 landen ten opzichte van 2002, eveneens verdubbeld.
Naar aanleiding van RASFF-meldingen werd aangegeven dat UK een salmonellaprevalentie van circa 5% vaststelde in uit Spanje geïmporteerde eieren (versus een prevalentie van 0.3% in eieren in de UK).
Gebaseerd op de Engelse cijfers zou de salmonellabesmetting van geïmporteerde Spaanse eieren beduidend groter kunnen zijn dan de in Nederland geproduceerde eieren (0,03% besmet).

3.
Wat waren de overwegingen die de VWA tot bovengenoemde beslissing brachten?

2

3.
De VWA heeft sinds september 2003 en in de navolgende maanden bij het beschikbaar komen van meer gegevens die de veronderstelde trendbreuk bevestigden, geen uitgebreid onderzoek ingesteld naar de besmetting van geïmporteerde eieren. De VWA had - en heeft - daarvoor de volgende redenen: De VWA heeft geen aangrijpingspunten om een dergelijk (toegenomen) risico te reduceren aangezien er geen salmonellanorm is voor tafeleieren. Dat geldt zowel voor eieren van Nederlandse oorsprong als voor importeieren. Ik heb hiertoe in 2003, samen met de Minister van LNV een normvoorstel genotificeerd bij de EC. Nederland is door de Europese Commissie geïnformeerd dat maatregelen niet in de retail genomen mochten worden. De interventie zou moeten plaatsvinden in de fase van de levende dieren, de leghennen. De aanwijzingen dat de trendbreuk veroorzaakt werd door geïmporteerde eieren (waarvan de Spaanse eieren deel uit maakten) was zodanig dat aanvullend onderzoek geen extra gegevens zou opleveren. De VWA ging er overigens van uit dat het aandeel Nederlandse eieren snel weer op het `oude niveau' komt te liggen en dat daarmee de omvang van het risico weer tot normale (nog te omvangrijke) proporties zal worden teruggebracht. Het Productschap Vee, Vlees en Eieren deelt dan ook mee dat het aantal zendingen Spaanse eieren weer drastisch is teruggelopen.
Weigering van importeieren op basis van positieve bacteriologische diagnostiek is onmogelijk aangezien de pluimveehouderij (nog) geen `virtually free' status van Nederlandse eieren kan garanderen.
De mogelijkheden tot herkenning van importeieren door de consument, zijn niet zodanig dat daarop meer specifieke publieksvoorlichting kan worden gebaseerd.

4.
Was u destijds op de hoogte van bovengenoemde beslissing? Zo ja, wat waren uw overwegingen om niet tot actie over te gaan? Zo neen, waarom niet?

4.
Het standpunt van de VWA werd en wordt door mij gedeeld. Specifieke risicocommunicatie was in deze situatie niet zinvol. VWS zet in afstemming met LNV met kracht het beleid voort om -in overeenstemming met het standpunt van de Europese Commissie- te komen tot effectieve maatregelen in de primaire fase die moeten leiden tot kanalisatie van eieren van besmette legkoppels naar een kiemreducerende behandeling zodat deze niet meer als tafelei de consument kunnen bereiken.

5.
Wat is uw mening over het feit dat de VWA op 16 januari 2004 door de RIVM volledig werd ingelicht over (a) de schaal en de oorzaken van de toename aan salmonellabesmetting gedurende de zomer van 2003 en (b) over de voortdurende signalering van verhoogde salmonellabesmetting ook in 2004, maar desondanks besloot het publiek niet in te lichten?

5.
Ik kan mij vinden in de beslissing van de VWA om het publiek niet verdergaand te informeren omdat de betreffende eieren voor het publiek onvoldoende herkenbaar zijn en aangezien niet kan worden uitgesloten dat het besmettingsniveau van importeieren uit andere landen (21) eveneens hoger zou kunnen liggen dan het Nederlandse niveau (0.03%). Bovendien gelden er voor specifieke risicogroepen reeds eisen die het risico aanmerkelijk reduceren (Hygiënecodes) en wordt als generieke waarschuwing reeds gecommuniceerd dat (tafel)eieren evenals kipvlees geen steriel product zijn en dat de consument `schadelijke bacteriën geen kans moet geven en betreffende producten goed moet verhitten voor consumptie'.

3

6.
Wat waren de overwegingen die de VWA tot bovengenoemde beslissing brachten?

6.
Zie beantwoording van vraag 3.

7.
Was u destijds op de hoogte van bovengenoemde beslissing? Zo ja, wat waren uw overwegingen om niet tot actie over te gaan? Zo neen, waarom niet?

7.
Aangezien er geen wijziging van de informatie had plaatsgevonden en het Productschap Vee, Vlees en Eieren mij meedeelde op basis van hun cijfers dat het aantal zendingen Spaanse eieren weer drastisch is teruggelopen, was er voor mij geen reden om andere maatregelen genomen te nemen, mede op grond van eerder genoemde overwegingen.

8.
Ziet u in bovenstaande aanleiding om maatregelen te nemen om de transparantie van, en de politieke controle op het werk van de VWA te vergroten? Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen en op welke termijn? Zo neen, waarom niet?

8.
Nee, de VWA signaleert en beoordeelt - conform haar taak - risico's voor de volksgezondheid. Waar mogelijk past zij het toezichtarrangement aan en als het benodigde handhavinginstrumentarium voorhanden is neemt de VWA maatregelen. De VWA adviseert mij, waar nodig, om handhaving en communicatie-instrumenten te optimaliseren hetgeen in de context van eigerelateerde salmonellosen is gebeurd.

9.
Ziet u in bovenstaande voorts aanleiding om maatregelen te treffen om de controle op salmonellabacteriën in voedselproducten sneller en effectiever te laten verlopen? Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen en op welke termijn? Zo neen, waarom niet?

9.
Met de Minister van LNV ben ik overeengekomen dat op 1 januari 2007 in Nederland aan de consument aangeboden tafeleieren `virtually free' zijn van Salmonella. Voordat de Nederlandse eieren `virtually free' zijn van salmonellabesmettingen kunnen geen maatregelen genomen worden ten aanzien van importeieren die een afwijkende bacteriologische status hebben.

Met betrekking tot andere producten zoals vers pluimveevlees heb ik onlangs een wetswijziging voorgesteld, ingaande 1 januari 2007, waarin het verbod opgenomen zal worden vers pluimveevlees aan te bieden aan de consument dat niet (nagenoeg) vrij is van Salmonella, en Campylobacterbacteriën.

1) Trouw, 10 maart jl., `Spaans ei zat vol salmonella: helft meer vergiftigingen door extra import tijdens vogelpest'.


---- --