kamervragen over mogelijke vervulling van politietaken door
particuliere beveiligingsbedrijven
Antwoorden op kamervragen over mogelijke vervulling van politietaken door
particuliere beveiligingsbedrijven
7 mei 2004
Vragen van het lid Externe link De Wit(SP) aan de ministers van
Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over
mogelijke vervulling van politietaken door particuliere
beveiligingsbedrijven. (Ingezonden 7 januari 2004)
---
Antwoord van minister Donner (Justitie), mede namens de minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
1. Vraag
Wat is uw mening over de wens van particuliere beveiligingsbedrijven
om een aantal taken van de politie over te nemen? 1)
1. Antwoord
In onze brief aan uw Kamer van heden over particuliere veiligheidszorg
in het publieke domein hebben wij onze visie gegeven op de inzet van
particuliere beveiligingsbedrijven voor toezichthoudende taken
(Kamerstuk 28 684, nr. 28).
In het algemeen zijn wij van mening dat het overweging verdient om
werkzaamheden van de politie die zich daarvoor lenen uit te besteden
aan anderen, als de politie daardoor kan worden ontlast en zich kan
concentreren op die taken waarvoor haar inzet onmisbaar is. Onder
bepaalde voorwaarden kunnen dergelijke werkzaamheden ook door
particuliere beveiligingsbedrijven worden verricht. De mogelijkheden
om taken van de politie over te nemen zijn niet onbegrensd; dat geldt
met name voor taken waarbij het gebruik van politiebevoegdheden
noodzakelijk is. Particuliere beveiligingsbedrijven kunnen ook een rol
spelen ter aanvulling op de politie door toezicht te houden (oog- en
oorfunctie) in de (semi-)publieke ruimte, bijvoorbeeld op
bedrijventerreinen en in winkelcentra.
2. Vraag
Hoe oordeelt u over de beweegreden van particuliere
beveiligingsbedrijven om geld te willen verdienen met het vervullen
van meer politietaken?
2. Antwoord
Het staat particuliere beveiligingsbedrijven vrij om te zoeken naar
mogelijkheden om de markt voor de afzet van hun diensten uit te
breiden.
3. Vraag
Deelt u de mening van directeur Rolf, van het beveiligingsbedrijf
Falck, dat de politieke huiver voor het overnemen van politietaken
door de particuliere beveiligingsbedrijven "koudwatervrees" is? 2) Hoe
verhoudt zich dit tot de door de Tweede Kamer aangenomen motie, dat
het toezicht in het publieke domein een verantwoordelijkheid van de
overheid is en dat het inhuren van particuliere
veiligheidsorganisaties daar niet bij hoort? 3)
4. Vraag
Onderschrijft u de uitlating van de heer Rolf, dat het ministerie van
Justitie wel voelt voor het uitbesteden van zijn uitvoerende taken aan
particuliere beveiligingsorganisaties? 4)
3 en 4. Antwoord
Blijkens het krantenartikel hebben de uitspraken van genoemde
directeur betrekking op de rol van particuliere beveiligingsbedrijven
bij justitiële inrichtingen. Tijdens het algemeen overleg
sanctiecapaciteit van 12 februari 2004 heb ik aangegeven dat binnen de
Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) ruimte is voor publiek-private
samenwerkingsvormen. Gebruikelijkis dat bij piekbelasting particuliere
beveiligingsbedrijven ingezet worden. Ook maakt DJI gebruik van
particuliere justitiële jeugdinrichtingen en tbs-klinieken.
Van meer recente vormen van samenwerking met private partijen is
sprake bij de uitvoering van de Tijdelijke wet noodopvang
drugskoeriers in de vorm van het betrekken van particuliere
beveiligingsbedrijven voor het verrichten van werkzaamheden in de
detentiecentra. Eenzelfde samenwerkingsvorm met particuliere bedrijven
doet zich voor bij de uitzetcentra Schiphol en Rotterdam. In het kader
van het veranderingsproces waarin DJI thans verkeert wordt onderzocht
of naast de bestaande samenwerkingsvormen met private partijen nog
andere samenwerkingsverbanden wenselijk zijn. De keuze voor bepaalde
publieke-private samenwerkingsvormen hangt nauw samen met de vraag
omtrent het waarborgen van de kwaliteit én het waarborgen van de
ministeriële verantwoordelijkheid. De motie vermeld in vraag 3 heeft
betrekking op het inhuren van particuliere beveiliging door gemeenten
voor toezicht op straat. Voor onze visie op de inzet van particuliere
beveiliging voor toezichthoudende taken in het publieke domein zij
kortheidshalve verwezen naar bovengenoemde brief van heden aan uw
Kamer.
5. Vraag
Hoe oordeelt u over de uitspraak van de heer Van Hassel van de
brancheorganisatie voor particuliere beveiligingsbedrijven (VPB), dat
er geen weg meer terug is van het inwilligen van de wensen van de
particuliere beveiligingsorganisaties? 5) Deelt u die mening?
5. Antwoord
Voorzover met deze uitspraak wordt bedoeld dat er geen reden is om de
huidige bijdrage van particuliere beveiligingsorganisaties aan de
veiligheidszorg te beperken en dat deze nog zou kunnen worden
uitgebreid, delen wij deze mening. Verwezen zij ook naar het antwoord
op de vragen 3 en 4, alsmede naar bovenvermelde brief aan uw Kamer.
6. Vraag
Hebt u kennisgenomen van de onderhandelingen in de gemeente Bodegraven
om het beboeten van "kleine overtredingen" aan particuliere
beveiligingsorganisaties uit te besteden? Kunt u de kern van deze
onderhandelingen verduidelijken en voorzien van uw oordeel?
6. Antwoord
Verwezen zij naar bovenvermelde brief aan uw Kamer over particuliere
veiligheidszorg in het publieke domein. Daarin staat ook onder welke
voorwaarden het mogelijk is voor gemeenten om functionarissen van
particuliere bedrijven in te huren voor de uitvoering van boa-taken op
het gebied van de kleine ergernissen.
7. Vraag
Deelt u de mening, dat de particuliere beveiliging sluipenderwijs
terrein van de politie aan het veroveren is? Zo ja, bent u bereid een
standpunt hierover in algemene zin te formuleren, in acht nemende de
eerder genoemde motie, dat het toezicht op het publieke domein
voorbehouden blijft aan de politie? 6)
7. Antwoord
In bovenvermelde brief aan uw Kamer is ons standpunt uiteengezet.
1) Trouw, 30 december 2003
2) zie noot 1
3) Motie Van Heemst c.s., Kamerstuk 26 345, nr. 36
4) zie noot 1
5) zie noot 1
6) zie noot 2
---
---
---
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties