Ministerie van Financiën

de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Datum Uw brief Ons kenmerk (Kenmerk)

7 mei 2004 BZ 2004-387 I

Onderwerp

Antwoorden op vragen van het Kamerlid Hofstra over het Besluit van Eurostat inzake PPS

Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van het kamerlid Hofstra aan de minister van Financiën over het besluit van Eurostat inzake de budgettaire behandeling van publiek-private samenwerking.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

1. Kent het recente besluit van Eurostat inzake de budgettaire behandeling van publiek-private samenwerking?

Ja.

2. Welke mogelijkheden ziet u om extra PPS-constructies te ontwikkelen nu Eurostat van oordeel is dat PPS-constructies onder bepaalde voorwaarden niet meetellen bij de bepaling van het begrotingstekort en de overheidsschuld?

3. Kunt u aangeven wat het effect is op het begrotingstekort en de staatsschuld als vanaf 2005 en volgende jaren de overheidsinvesteringen, in het bijzonder de budgetten van het Meerjarenprogramma Infrastrcutuur en Transport (MIT) en de Rijksgebouwendienst, zouden worden besteed via PPS-constructies die volgens de nieuwe regels van Eurostat, niet meetellen voor het begrotingstekort en de overheidsschuld?

Van belang is een onderscheid te maken tussen enerzijds de overwegingen die ten grondslag liggen aan de keuze om investeringsprojecten van de overheid al dan niet vorm te geven als PPS-constructie en anderzijds de precieze budgettaire verwerking van een PPS-constructie in het EMU-saldo van de overheid.

Leidend bij de keuze voor het al dan niet toepassen van een PPS-constructie is de vaststelling of een doelmatigheidswinst gerealiseerd kan worden in vergelijking met meer traditionele vormen van aanbesteding als à fonds perdu financiering. Hierbij zij opgemerkt dat de overheid het instrument van PPS vaker wenst in te zetten waar dit tot betere resultaten kan leiden in de vorm van maatschappelijke voordelen bijvoorbeeld bij gebiedsontwikkeling. Om dit te bereiken is een traject van gecontroleerde introductie en verbreding ingezet. Dit houdt in dat in een bepaalde sector gestart wordt met een beperkt aantal pilot projecten met als doel te kijken of PPS tot betere resultaten leidt, de PPS-structuur te optimaliseren, te zien welke (institutionele) belemmeringen in de weg staan voor het gebruik van PPS en het opbouwen van kennis om zo verdere toepassing van PPS te vergemakkelijken.

Indien op basis van genoemde doelmatigheidscriteria besloten is tot vormgeving van een investeringsproject als PPS-constructie dan vindt de budgettaire verwerking plaats conform het genoemde besluit van Eurostat. De consequenties van dit besluit zijn geen zelfstandig argument om toepassing van PPS-constructies te overwegen. De precieze budgettaire consequenties dienen steeds van geval tot geval beoordeeld te worden op basis van het besluit van Eurostat. Omzetting van à fonds perdu financiering in jaarlijkse vergoedingen moet derhalve niet vooraf worden geraamd, maar kan pas plaatsvinden op basis van het afgesloten contract. De regels van Eurostat schrijven twee mogelijke opties voor verwerkingen in het EMU-saldo voor.

Ingeval het risico van de PPS-constructie overwegend bij de overheid neerslaat dan vindt budgettaire verwerking plaats à la à fonds perdu financiering (de jaarlijkse investeringsuitgaven van het desbetreffende investeringsproject belasten het EMU-saldo in de constructiefase).

Ingeval het risico van de PPS-constructie overwegend neerslaat bij de private partij dan wordt het EMU-saldo van de overheid belast met de jaarlijkse beschikbaarheidsvergoedingen die de overheid overeen is gekomen met de private partij. Deze belasten het EMU-saldo vanaf het moment dat het investeringsproject ter beschikking wordt gesteld aan de overheid als opdrachtgever.

Het besluit van Eurostat geeft precieze voorwaarden aan wanneer er sprake is van overdracht van risico's aan de private partij. Er is alleen sprake van overdracht van risico van de overheid aan de private partij als zowel het constructierisico als het beschikbaarheidsrisico of het vraagrisico overgedragen is aan de private sector. Alleen in die gevallen wordt het EMU-saldo belast met de jaarlijkse beschikbaarheidsvergoedingen vanaf het moment van oplevering van het investeringsproject. De geschetste budgettaire verwerking kan zich ook uitstrekken tot projecten van het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT) en de Rijksgebouwendienst.

Overigens zijn er afspraken binnen het rijk gemaakt die er voor zorgen dat de omzetting van à fonds-perdu naar beschikbaarheidsvergoedingen (of andersom) voor het betrokken ministerie neutraal verloopt zodat bij een andere spreiding in de tijd de kosten voor de overheid niet wijzigen. De doelmatigheidswinst van een PPS-constructie komt ten gunste van het desbetreffende ministerie.

4. Kunt u de eventuele consequenties van een en ander betrekken bij de uitvoering van de moties Ten Hoopen c.s. en Hofstra c.s. zoals ingediend bij de begroting 2004 van de ministeries van Economische Zaken en van Verkeer en Waterstaat?

Ja.