Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Aasted-Madsen over de kwaliteit van extramuraal, begeleid wonen.
(2030412410)

1.
Hebt u kennisgenomen van het bericht dat hulpverleners in Tilburg, door een ongelukkige samenloop van omstandigheden, niet eerder dan na twee weken het overlijden van een aan hen toevertrouwde man hebben geconstateerd?

1
Ja.

2.
Zijn er meer van dergelijke incidenten bekend? Zo ja, om welke aantallen gaat het jaarlijks?

3.
Hoe vindt controle plaats op de kwaliteit van extramuraal, begeleid wonen? Onder welk wettelijk kwaliteitsregime valt deze vorm van zorgverlening?

2 en 3
Nee, mij zijn geen vergelijkbare incidenten bekend. De cliënt viel onder verantwoordelijkheid van het Bureau Begeleid Wonen van het Instituut Maatschappelijk Werk Tilburg. Deze instelling behoort tot de gemeentelijke verantwoordelijkheid en valt derhalve niet onder het toezicht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Gelet op het feit dat het hier een gemeentelijke voorziening betreft, valt het toezicht onder de gemeente Tilburg.

4.
Bent u voornemens objectief onderzoek te laten verrichten naar de effecten van community care? Zo ja, op welke termijn?

4
In mijn brief van 23 april 2004 (DVVO-U-2475093) heb ik u bericht over mijn voornemens om te komen tot een Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Deze wet geeft gemeenten de verantwoordelijkheid om burgers die in een kwetsbare positie verkeren en niet binnen hun eigen kring ondersteuning kunnen krijgen, ondersteuning te bieden. Met deze wet wordt de verdeling van de verantwoordelijkheid voor zorg en ondersteuning duidelijker. Als voorbereiding op de invoering van deze nieuwe wet wil ik graag een aantal pilots laten uitvoeren, zodat mogelijke effecten tijdig gesignaleerd worden. Ook na de invoering van de wet zal regelmatig onderzoek worden gedaan naar de werking van de wet.


---- --