Het grijze gebied van een softwareoctrooi
10 Mei 2004
In de jaren zeventig dacht men dat het zou volstaan om de bescherming
van software te laten vallen onder het auteursrecht. Dat blijkt allang
niet meer te voldoen omdat een programma met een bepaalde
functionaliteit ook in andere programmeertalen kan worden gemaakt. In
verscheidene landen, waaronder Nederland en andere Europese landen, is
het al geruime tijd de praktijk dat een technische software
gerelateerde uitvinding beschermd kan worden door een octrooirecht.
Maar er zijn ook krachtige tegenstemmen.
Aanvankelijk gold een octrooi alleen voor technische uitvindingen
zoals gloeilampen en scheerapparaten. Nadat het programmeren van
computers mogelijk werd, ontstond er behoefte aan de bescherming van
die programmas. Vrijwel unaniem was men van mening dat het
auteursrecht voldoende bescherming bood voor software.
Slimmigheidjes
Maarten Ketelaars, Europees octrooigemachtigde elektrotechniek van het
Nederlandsch Octrooibureau, is gespecialiseerd in software. Het
auteursrecht was een uitstekende manier om software te beschermen,
zegt hij. Maar de ontwikkelingen gaan verder. Nu kun je een software
programma dat iemand heeft uitgevonden, met dezelfde functionaliteit,
in een andere programmeertaal maken, of een ander uiterlijk geven. Het
valt daarmee buiten het auteursrecht van het eerste software
programma, terwijl het programma eigenlijk hetzelfde doet en dezelfde
slimmigheidjes bevat. Om die technische slimmigheidjes te beschermen
kun je het octrooirecht benutten.
Software als zodanig
In de octrooiwetten van het Europees Octrooiverdrag, die in de jaren
zeventig zijn ontstaan en in alle nationale wetten in Europa zijn
geharmoniseerd, staat dat software als zodanig niet onder
octrooiwetgeving valt. Ketelaars: Met als zodanig wordt de broncode
bedoeld waarin de ontwerper zijn uitvinding vastlegt. Dat is een
programmeertaal. Dat deel als zodanig is niet te octrooieren. Maar als
je dat programma laadt op je computer, maak je van die computer een
ander technisch apparaat en daarmee vind je iets nieuws uit. Een
computer is iets wat bekend is, maar door hem te programmeren kun je
van die computer verschillende apparaten maken. Zo lang daar een
technisch aspect aan zit, zou het octrooieerbaar moeten zijn.
Richtlijn
In de jurisprudentie van het Europees Octrooibureau wordt dat
verduidelijkt. In de praktijk is het mogelijk om op een stuk software
octrooi te verkrijgen, mits aan een bepaalde voorwaarde is voldaan:
een technisch aspect moet een rol spelen. Merkwaardig genoeg is het
zonder meer mogelijk om op een stuk hardware met een bepaalde
technische functie octrooi te krijgen, terwijl dat niet geldt voor een
stuk software dat dezelfde technische functie vervult. In de
voorgestelde richtlijn van de Europese Gemeenschap, die voor een groot
deel de jurisprudentie van het Europees Octrooibureau volgt, zou dat
vastgelegd moeten worden. De landen van de Europese Gemeenschap moeten
dat vervolgens harmoniseren. Die zouden dus ook moeten toestaan dat
een stuk software dat een technische overweging meebrengt in beginsel
octrooieerbaar is.
Sterke lobby
Niet iedereen is het daar echter mee eens. De zogenaamde Open Source
beweging beijvert zich voor het vrijhouden van rechten op software.
Mensen die verbeteringen maken aan een bedrijfssysteem zoals Linux,
willen die voor iedereen beschikbaar houden. Daarvoor geven ze zelfs
de broncode gratis aan anderen. Ketelaars: De Europese Commissie heeft
in de afgelopen jaren een richtlijn ontworpen om aan te geven wat er
aan software te octrooieren is en onder welke voorwaarden. Het
afgelopen jaar is er blijkbaar een sterke lobby van de Open Source
beweging geweest, waardoor er allerlei veranderingen zijn aangebracht
die de mogelijkheden om een octrooi te krijgen op een stuk software
danig inperken. Daarom nam de Europese Commissie de richtlijn niet
aan; ze was het er maar gedeeltelijk mee eens, zodat er weer over
gepraat moet worden.
Veel geld
De Open Source beweging poogt om de voorgestelde richtlijn, die zou
vastleggen onder welke voorwaarden octrooi is te krijgen op een stuk
software, van tafel te krijgen. Zij vindt dat software helemaal vrij
moet zijn. Als iemand een stukje software schrijft en dat beschikbaar
wil stellen aan derden, moet hij daarin niet gehinderd worden door
eventuele octrooien van anderen. Het kan voorkomen dat een Amerikaans
bedrijf een stuk software heeft geoctrooieerd en dat iemand dat
gebruikt zonder dat hij daar erg in heeft, een bepaalde manier om
vensters te openen bijvoorbeeld. Dat zou dan dus niet kunnen, omdat
hij die software niet vrij kan uitgeven. Maar in
softwareontwikkelingen wordt enorm veel geld gestoken, legt Ketelaars
uit. Daar zitten innovatieve ideeën bij, waardoor zaken bijvoorbeeld
veel efficiënter gedaan kunnen worden. Het Nederlandsch Octrooibureau
vindt dat een uitvinder zich daarvoor beloond mag zien in de vorm van
een octrooi.
Amendementen
De richtlijn van de EU is dit najaar behandeld in allerlei commissies.
In de voorbereidingsfase zag het ernaar uit dat de richtlijn er onder
leiding van Frits Bolkestein en Arlene McCarthy doorheen zou komen.
Maar onder druk van de Open Source beweging zijn door leden van het
Europees Parlement verscheidene amendementen ingediend die
verstrekkende gevolgen kunnen hebben. Als de richtlijn met de
amendementen wordt aangenomen, is een aantal zaken niet meer te
octrooieren. Ketelaars: Het gaat dan bijvoorbeeld over het bewerken
van informatie, dat volgens de tekst van een van de amendementen niet
te octrooieren zou zijn. Dat zou betekenen dat bijvoorbeeld een
software gerelateerd systeem zoals teletekst, een signaal dat wordt
meegestuurd in het tv-signaal, niet meer beschermd kan worden, terwijl
dat investeringen en moeite heeft gekost. Je zou dan ook zeggen dat
iemand daarvoor bescherming moet kunnen krijgen.
Openbaar
Ketelaars heeft ook een oplossing voor de Open Source beweging: Een
vereiste van octrooiering is dat de uitvinding nieuw moet zijn. Als
dat niet het geval is, kun je er dus nooit meer een octrooi op
krijgen. Wanneer iemand een stuk software schrijft en niet wil dat
derden daar een octrooi op kunnen aanvragen, hoeft hij het alleen maar
openbaar te maken. Daar hoor je ze nooit over. Er moet nu verder
gediscussieerd worden over de amendementen, of die er wel of niet uit
gehaald worden. De jurisprudentie voor een Europese octrooiaanvrage
blijft bestaan. Bolkestein wil een Gemeenschapsoctrooi dat geldig is
in alle landen van de Europese Gemeenschap. Ketelaars hoopt dat de
richtlijn in deze vorm niet wordt aangenomen. Maar als dat wel
gebeurt, zegt hij, betekent dat een enorme achterstand van de Europese
industrie ten opzichte van Amerikaanse bedrijven.