Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2513 AA Den Haag
Uw brief Ons kenmerk
AV/WTZ/2004/31424
Onderwerp Datum
Derde nota van wijziging op het 10 mei 2004
wetsvoorstel Wet bestuurlijke boete
Arbeidstijdenwet (Kamerstuk 29 000)
Hierbij bied ik U, mede namens de minister van Verkeer en Waterstaat, een derde nota van
wijziging aan op bovenvermeld wetsvoorstel.
De wijziging betreft een aanvullende correctie in artikel 11:3 van het wetsvoorstel
betreffende de handhaving in de transportsectoren (derde lid) en in het bijzonder de
handhaving in het wegvervoer in relatie tot de recidivebepaling (eerste lid).
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
2
29 000
Wijziging van de Arbeidstijdenwet in verband met de invoering van
bestuursrechtelijke handhaving en de daarmee samenhangende bepalingen (Wet
bestuurlijke boete Arbeidstijdenwet)
DERDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen ...
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel I onderdeel E wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan het eerste lid van artikel 11:3 wordt toegevoegd: `, behoudens in bij algemene
maatregel van bestuur te bepalen gevallen'
B
In het derde lid van artikel 11:3 vervallen de aanduidingen "4:3, eerste lid," en "4:3, tweede
tot en met vierde lid".
Toelichting
Onderdeel A
De in artikel 11:3, eerste lid, opgenomen recidivebepaling is algemeen van aard. De
handhavingspraktijk binnen de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit vervoer is
echter zeer divers. De directe aanleiding van de hier voorgestelde wijziging is de
handhavingspraktijk in het wegvervoer daar waar het toezicht op de naleving verloopt via
staande houdingen langs de openbare weg. Deze wijze van handhaving via wegcontroles
kan er toe leiden, dat in een onderneming in een korte periode meerdere beboetbare feiten
worden vastgesteld en dat daardoor snel sprake is van herhaalde recidive, waarop artikel
11:3, eerste lid van toepassing is. Om die reden is het noodzakelijk om de mogelijkheid te
creëren om voor het wegvervoer van deze algemene recidivebepaling af te wijken.
Onderdeel B
In artikel 11:3, derde lid, is de strafbaarstelling geregeld daar waar sprake is van het ernstig
in gevaar brengen van de verkeersveiligheid. Het causale verband tussen het ontbreken
van een deugdelijke registratie en het ernstig in gevaar brengen van verkeersveiligheid
leidt echter tot bewijsrechtelijke problemen, doordat dit verband doorgaans niet is aan te
tonen. Daarom wordt voorgesteld de aanduidingen die betrekking hebben op artikel 4:3 te
laten vervallen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
A.J. de Geus
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid