Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Kamerstuk, 10-5-2004

Vaccinatie tegen kinkhoest

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DBO-K-U-2481312

10 mei 2004

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport over vaccinatie tegen kinkhoest.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

H. Hoogervorst
PDF
Vaccinatie tegen kinkhoest (nieuw venster)

Om het kamerstuk op te halen:

Zie het origineel
Kamerstuk, 10-5-2004 (2 pag., 12 kB)
Antwoorden op de van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport over vaccinatie tegen kinkhoest.
1.
Om welke redenen kan het combinatievaccin pas in 2005 worden ingevoerd? 2.
Op welke gronden heeft u geen uitzondering gevraagd op de Europese aanbesteding in verband met de urgentie van deze kwestie?
1 en 2
Onlangs heb ik u mijn standpunt kenbaar gemaakt om tijdelijk over te gaan tot aankoop van een DKTP-Hib vaccin met acellulaire kinkhoestcomponent voor gebruik bij zuigelingen in het Rijksvaccinatieprogramma. Ik wil benadrukken dat het wijzigen van het Rijksvaccinatieprogramma zorgvuldig moet gebeuren. Er moet na invoering van een nieuw vaccin zekerheid bestaan over de kwaliteit en de continuïteit van de nieuwe producten op korte en lange termijn. Daarnaast moet de organisatorische en logistieke afhandeling onmiddellijk op een hoog niveau zijn. Tenslotte moet ik er van overtuigd zijn de best mogelijke kwaliteit tegen de laagst mogelijke prijs te kunnen verkrijgen. Dat pleit voor zorgvuldige aanbesteding en invoering. Ondanks wat sommige (markt)partijen willen doen geloven, is het huidige product veilig en nuttig. De Gezondheidsraad geeft aan dat zowel acellulaire als cellulaire vaccins zelden of nooit ernstige bijwerkingen met blijvende lichamelijke gevolgen veroorzaken. Daarnaast beschermt het huidige cellulaire vaccin tegen ernstige kinkhoest, waardoor sterfte en ziekenhuisopnames voorkomen worden. Er is dus geen sprake van een situatie die vraagt om overhaaste beslissingen.
Er is dus geen enkele reden om gebruik te maken van de juridische uitzonderingsmogelijkheden die het Europese recht biedt. Ik wil benadrukken dat er meer leveranciers zijn die het gewenste combinatievaccin kunnen leveren. Een aankoop van het vaccin via de reguliere bepalingen van het Europese aanbestedingsrecht is veruit het beste middel om de doelmatigheid en continuïteit van de vaccinvoorziening te waarborgen.
Dat GlaxoSmithKline (GSK) zich aanbiedt wil bovendien niet zeggen dat zij een stabiele vaccinvoorziening kan garanderen. In het Rijksvaccinatieprogramma wordt aan vierjarigen het aK vaccin toegediend. GSK is de leverancier hiervan, in samenwerking met het NVI. Er zijn technische problemen opgetreden waardoor op korte termijn er geen aK vaccin kan worden geleverd. Daardoor dreigt er binnenkort een tekort te ontstaan. Er wordt nader bezien hoe GSK zijn verplichtingen alsnog kan nakomen.
Om knelpunten te voorkomen zijn de entadministraties nu bezig het nog beschikbare aK vaccin waar nodig te herdistribueren. VWS werkt hard aan een oplossing om te voorkomen dat kinderen tijdelijk niet kunnen worden gevaccineerd.
De gang van zaken rond de ontstane leveringsproblemen van het kinkhoestvaccin voor vierjarigen heeft mij niet alleen gesterkt in mijn standpunt over Europees aanbesteden, maar heeft ook vragen opgeroepen met betrekking tot de betrouwbaarheid van GSK als leverancier. Ik heb de Inspectie voor de Gezondheidszorg dan ook gevraagd een onderzoek te starten naar de beschikbaarheid en leveringsaspecten van acellulair kinkhoestvaccin in Nederland. Voordat ik mijn standpunt heb bepaald, heb ik overleg gevoerd met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, de Gezondheidsraad, het Nederlands Vaccin Instituut en de Landelijke Vereniging van Entadministraties over de mogelijkheden en de noodzaak om het nieuwe vaccin snel in te voeren. Op basis van een afweging van vijf factoren (veiligheid, werkzaamheid, betaalbaarheid, beschikbaarheid, en organisatorische mogelijkheden) heb ik besloten het nieuwe DKTP-Hib vaccin met acellulaire kinkhoestcomponent begin 2005 in te voeren en niet in 2006 zoals GSK recent in de media meldde. Genoemde organisaties kunnen zich in deze aanpak vinden.