Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Toespraak van de minister van Verkeer en Waterstaat, mevrouw Karla Peijs, bij het truckersuurtje, in Rotterdam

Dames en heren,

Verliezen is nooit leuk, maar er zijn van die momenten dat je er extra slecht tegen kunt. Voor mij was zon moment de bekendmaking van de ongevallencijfers over 2003, een week of drie geleden.

Die cijfers bleken zeer verontrustend. Een van de redenen tot zorg was het aandeel dat het bestel- en vrachtverkeer erin heeft. Bij 29 procent van de dodelijke ongevallen was een vracht- of bestelauto betrokken. In 2002 was dat nog 23 procent. Het is te vroeg om van een trend te spreken, maar die 29 procent is wel het hoogste percentage in jaren.

Betrokkenheid van goederenvervoer bij ongelukken wil niet zeggen dat het goederenvervoer die ongelukken ook veroorzaakt. Bij de interpretatie van de cijfers mogen we het goederenvervoer niet ten onrechte zwart afschilderen. Dat gebeurt toch al te vaak.

Want helaas bestaan er nog steeds vooroordelen over het goederenvervoer. En die zijn puur een gevolg van onbekend maakt onbemind. Vrachtwagenchauffeurs worden geconfronteerd met rijgedrag van automobilisten waaruit blijkt dat die vaak niet weten wat een vrachtwagen allemaal kan en mag en wat niet. Ze zijn zich er bijvoorbeeld niet van bewust dat een vrachtauto een langere remweg heeft en een veel beperkter zichtveld.

Om ervoor te zorgen dat automobilisten zich daar wel bewust van worden, is het truckersuurtje bedacht. U weet het: toekomstige automobilisten mogen een uur meerijden op een vrachtwagen om zo meer inzicht te krijgen in de mogelijkheden en de onmogelijkheden van een vrachtwagen. Rijschoolhouders die zijn aangesloten bij de Federatie Autorijschool Management kunnen hun leerlingen zon truckersuurtje aanbieden. Het truckersuurtje is een initiatief van de Vereniging Eigen Rijders Nederland en het Verkeersveiligheidscentrum Rozendom.

Ik wil ze daarvoor bedanken, want ik vind het truckersuurtje een superinitiatief. Voor een veiliger verkeer kunnen verkeersdeelnemers volgens mij niet genoeg besef hebben van elkaars positie. Maar eerlijk is eerlijk: beroepschauffeurs zijn professionals, en dat geeft hun een extra verantwoordelijkheid, namelijk dat ze de zogenaamd onprofessionele automobilisten een beetje moeten helpen om ongelukken te voorkomen.

Om chauffeurs daarbij te helpen, laat ik op dit moment simulatortrainingen ontwikkelen. Daarmee kunnen ze ongelukken beter voorkomen. Wie al een oude rot in het vak is, hoeft niet bang te zijn dat de trainingen aan zijn neus voorbijgaan. Die passen namelijk heel goed binnen de vijfjaarlijkse bijscholing voor beroepschauffeurs die over een paar jaar verplicht is.

Het bedrijf dat chauffeurs voor de ontwikkeling van de trainingen beschikbaar stelde, Schenker uit Tilburg, meldde in de eerste maanden na de training dat de schades tot nul waren teruggelopen. Dat scheelt behoorlijk wat verzekeringspremies! Ook bleek het brandstofverbruik met 2,5% te zijn gedaald.

Los van deze voordelen vind ik de ontwikkeling van de trainingen een mooi voorbeeld van samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven. Gaat het om verkeersveiligheid, dan is die hard nodig. Want ik kan het als minister niet alleen. Ieder heeft zijn eigen verantwoordelijkheid, niet alleen vrachtwagenchauffeurs en individuele burgers, maar ook de overheid en maatschappelijke organisaties.

Ook daarom verdient het truckersuurtje alle lof: het is een uitstekend voorbeeld van een sector die haar eigen verantwoordelijkheid neemt. Met het truckersuurtje laat u het niet bij woorden. U komt ook tot daden.

Dames en heren,

Niemand twijfelt aan onze gezamenlijke missie: het terugdringen van die verschrikkelijke ongevallencijfers. Dat elk verkeersslachtoffer er één teveel is, moet onze leidraad zijn. Het truckersuurtje is vooralsnog een bescheiden, maar hopelijk effectief middel dat in dat streven past. Ik wens de initiatiefnemers er veel succes mee.

Dank u wel.