Provincie Flevoland




Leefsituatie Flevolander verschilt weinig van doorsnee nederlander

De leefsituatie van de Flevolanders lijkt in veel opzichten op die van de doorsnee Nederlander. Dat geldt bijvoorbeeld voor de deelname aan het arbeidsproces, het besteedbaar inkomen en de kans om slachtoffer te worden van een misdrijf. Flevolanders zijn in dat opzicht dus gewone Nederlanders. Maar er zijn ook wel verschillen, zo blijkt uit het sociale rapport dat de provincie heeft opgesteld.

Net als een groot aantal andere provincies heeft Flevoland een rapport gemaakt waarin wordt aangegeven hoe de sociale situatie in de provincie er in een aantal opzichten uitziet. Het rapport geeft alleen feitelijke informatie over de bevolkingsontwikkeling, de arbeids- en inkomenssituatie, de manier waarop inhoud wordt gegeven aan modern burgerschap. Maar het geeft ook aan hoe het zit met de situatie van allochtonen, hoe het staat met de vermaatschappelijking van de (jeugd)zorg en natuurlijk hoe het zit met leefbaarheid en veiligheid in Flevoland.

Uit het rapport blijkt dat de leefsituatie van de Flevolanders niet heel erg verschilt met die van de gemiddelde Nederlander. Maar er zijn toch wel wat verschillen. Het rapport constateert in zuidelijk Flevoland een hele grote uitgaande pendel, de werkloosheid in Flevoland is relatief hoog, de wachtlijsten in de thuiszorg groeien sterker dan elders, het aantal meldingen bij het Advies- en meldpunt kindermishandeling is hoog en het aantal Flevolanders tussen de 55 en 64 dat lijdt aan kanker en hart- en vaatziekten is relatief groot. Het rapport constateert afwijkingen gebaseerd op diverse feitelijke bronnen maar intepreteert deze niet. Dat het aantal meldingen bij het AMK hoger is hoeft bijvoorbeeld niet te duiden op meer gevallen van kindermishandeling maar kan betekenen dat de drempel om gevallen te melden in Flevoland lager is dan elders. Aanvullend onderzoek zou in deze gevallen meer duidelijkheid kunnen geven.

In het oog springt ook dat van alle leerlingen die vroegtijdig schoolverlaten en nog leerplichtig zijn er slechts een derde weer geregistreerd wordt op een andere opleiding. Wat gebeurt er met de rest? Hierin wijkt Flevoland niet af van de rest van Nederland maar het zou interessant kunnen zijn om hierin meer inzicht te krijgen door aanvullend onderzoek.

Dit rapport is een eerste stap om allerlei gegevens die betrekking hebben op de leefsituatie van de Flevolanders eens bij elkaar te brengen. en de basis van de discussie op een bijeenkomst. Wethouders, statenleden en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties gaan op basis van het rapport op 27 mei s middags in het provinciehuis met elkaar discussiëren over het beeld wat er uit het rapport komt en of dat herkend wordt. Daarnaast wordt gesproken over de eventueel te nemen acties naar aanleiding van de constateringen in het rapport.