RAAD V DIERENAANGELEGENHEDEN

Lijsten geschikte huisdieren: reptielen, amfibieën en vissen

Raad voor Dierenaangelegenheden: beperkt aantal reptielen, amfibieën en vissen geschikt als huisdier

Een beperkt aantal soorten reptielen, amfibieën en vissen is geschikt om als huisdier te houden. Bij andere soorten komen de gezondheid en het welzijn in het gedrang als deze soorten als huisdier gehouden worden. Het houden van deze soorten als huisdier dient derhalve te worden afgewezen. Dat stelt de Raad voor Dierenaangelegenheden in een advies aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat op 11 mei as. gepubliceerd zal worden. De Raad heeft in zijn advies alle bekende soorten reptielen, amfibieën en vissen toegewezen aan een positief- (wel geschikt als huisdier) dan wel negatieflijst (niet geschikt als huisdier). Op de negatieflijst zijn onder andere de families Cetorhinidae (reuzenhaaien), Cheloniidae (zeeschildpadden) en Rhinophrynidae (Mexicaanse gravende kikkers) geplaatst. Op de positieflijst staan onder andere families Emydidae (waterschildpadden, waaronder de rood- en geelwangschildpadden), Chamaeleonidae (kameleons, onder voorwaarden), Boidae (boa's, een aantal soorten onder voorwaarden), Pythonidae (pythons, een aantal soorten onder voorwaarden), Salamandridae (echte salamanders), Melanotaeniidae (regenboogvissen) en Torpedinidae (sidderroggen, onder voorwaarden). De lijsten zijn in nauw overleg met belanghebbenden en deskundigen opgesteld.

De lijsten zijn op verzoek van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit opgesteld en kunnen de Minister helpen een standpunt in te nemen aangaande mogelijke regelingen voor en structurering van het houden van dieren als huisdier. De lijsten zijn een vervolg op de lijsten voor zoogdieren en vogels die op 4 november 2003 gepubliceerd werden.

De Raad wijst er op dat bij het opstellen van de positief- en negatieflijsten de gezondheid en het welzijn van de soort, indien gehouden als huisdier, leidend zijn geweest. Maatschappelijke acceptatie, humane gezondheidsrisico's of de mogelijkheid tot faunavervalsing in geval van ontsnapping behoren niet tot het kader van de Gezondheid- en welzijnswet voor dieren en kunnen derhalve geen criteria zijn waarop getoetst kan worden.

10 mei 2004

MEDEDELING VOOR DE PERS:

Nadere informatie over het advies van de Raad voor Dierenaangelegenheden is te verkrijgen bij dr. drs. Ingeborg D. de Wolf, ir. Majken van Dijk en mr. drs. Henk Lommers (tel: 070 3785266; e-mail: info@rda.nl). U kunt het advies ook opvragen bij het Bureau van de Raad voor Dierenaangelegenheden (tel: 070 3785266); op het advies rust een embargo tot 11 mei 2004 10.00 uur.

De Raad voor Dierenaangelegenheden is een overlegplatform van organisaties en deskundigen, dat de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit adviseert over strategische vraagstukken op het gebied van de gezondheid en het welzijn van gehouden dieren. Hij baseert zich daarbij op de meest recente ontwikkelingen in de wetenschap en houdt rekening met de opvattingen die leven in de Europese, en in het bijzonder de Nederlandse, samenleving. De Raad ontleent zijn bestaansrecht aan artikel 2 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, waarin is bepaald dat er een raad voor dierenaangelegenheden dient te zijn. In de Raad participeren vertegenwoordigers van belangenorganisaties, de wetenschap, het bedrijfsleven en de overheid.

10 mei 04 10:32