Stopzetting betaling loon is onvoldoende om einde dienstbetrekking aan te nemen

Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht

Datum actualiteit: 11-05-2004

Het enkele feit dat de werkgever op enig moment voor 28 december 2000 is gestopt met het betalen van loon is onvoldoende om te concluderen dat als gevolg daarvan de dienstbetrekking op dat moment zou zijn beëindigd. Juist in een dergelijke situatie dient blijkens de systematiek van artikel 29, lid 1, Ziektewet (ZW) in verbinding met artikel 7:629, lid 1, BW het uitgangspunt te zijn dat de zieke werknemer zich, eventueel middels een gerechtelijke procedure, tot de werkgever wendt met het verzoek het loon door te betalen. De enkele omstandigheid dat de kantonrechter geen voorlopige voorziening heeft willen treffen, betekent niet dat van betrokkene niet te vergen zou zijn om zijn aanspraken op loon in een bodemprocedure tot gelding te brengen. Aan artikel 47a, lid 2, ZW zou betekenis komen te ontvallen als het bestuursorgaan gehouden zou zijn ziekengeld uit te betalen in een situatie dat partijen verdeeld zijn over het (voort)bestaan van de dienstbetrekking en de daaruit voor de werkgever voortvloeiende loonverplichtingen. De weigering van de werkgever tot betaling van loon betreft een privaatrechtelijke kwestie tussen de werknemer en de werkgever.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AO8668

Zie het origineel