Gemeente Utrecht


2004 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
43 Vragen van de heer R.J.F. Giesberts en mevrouw mr. M. Schuring
(ingekomen 21 april 2004)

Gisteravond besteedde de actualiteitenrubriek Netwerk aandacht aan de Utrechtse serieverkrachter. Aan het woord kwam een vrouw die sinds 1996 de verkrachter meerdere malen heeft gezien. Zij was door haar verklaring, afgelegd in 1996, bij de politie bekend als betrouwbare getuige. Ten tijde van haar verklaring is haar toen verteld dat ze de verkrachter had gezien en juist had herkend.
Recent heeft de vrouw de verdachte man in de trein naar Geldermalsen gezien. Zij is bij station uitgestapt en heeft gepoogd de politie te waarschuwen. De politie bleek er niet op ingesteld adequaat te reageren. Meest recent heeft de vrouw de verdachte in Culemborg gezien.
De politie wilde, aldus de rubriek Netwerk, niet reageren op de uitzending.

GroenLinks neemt met grote verbazing kennis van het gebeurde. Het onderzoek naar de serieverkrachter dat sinds 1995 loopt heeft al vele uren arbeid en miljoenen euro's gekost. En los van deze praktische zaken legt het sinds de jaren negentig een schaduw over de zogenaamde Bermuda-vijfhoek (Uithof, De Bilt, Zeist, Bunnik, Houten). GroenLinks meent dat dit reden genoeg is om scherp te zijn op elke aanwijzing die over de verdachte bij de politie binnenkomt. Wij moeten op basis van de getuigenis van de vrouw constateren dat dit niet het geval is. Dat is schokkend.

Bijzonder slecht is het dan dat de politie op generlei wijze wil reageren op de uitzending. Het is cynisch dat net op een avond dat in het stadhuis met de burgemeester wordt geconstateerd dat communicatie over veiligheidskwesties vitaal is, de politie hierin een geweldig brevet van onvermogen afgeeft.

Dit geeft ons aanleiding tot de volgende vragen:

1. Hoe staat het met het onderzoek naar de serieverkrachter wat betreft vorderingen, menskracht en tijd?
2. Op welke momenten is in het voorbije jaar en in de afgelopen maanden de stand van het onderzoek aan de orde geweest in de veiligheidsdriehoek? En wat is de inzet van de korpsbeheerder hierbij geweest?
3. Hoe kon het gebeuren dat een melding van een bekende en betrouwbare getuige over de (tijdelijke) verblijfsplek (in de trein) van de verkrachter niet adequaat is behandeld?
4. Bent u met ons van mening dat de vrouwelijke getuige sinds haar eerste verklaring nadien in haar contacten met de politie niet serieus genoeg is behandeld?
5. Bent u bereid om voor dergelijke getuigen een speciaal telefoonnummer te openen via welke ze direct contact kunnen leggen met de verantwoordelijke rechercheurs?
6. Is er een procedure bij de politie voor burgers die verdachten signaleren en zo ja hoe ziet die er uit en wordt die ook bekend gemaakt? Zo nee, waarom niet?
7. Is de burgemeester met ons van mening dat de politie had moeten reageren op de Netwerkuitzending?
8. Zo ja wat is haar oordeel over dergelijk 'zie niks, hoor niks, weet niks'- gedrag?
9. Bent u bereid ons toe te lichten wie op welke gronden heeft besloten om dovenstommetje te spelen?
10. En welke stappen worden er gezet om herhaling in de toekomst te voorkomen?
11. Indien u vindt dat de politie juist heeft gehandeld door niet te reageren op de Netwerk-uitzending, op basis waarvan komt u tot deze mening?


Antwoord van Burgemeester en Wethouders
(verzonden 11 mei 2004)


De vragen die gesteld zijn hebben grotendeels betrekking op zaken die niet vallen onder de verantwoordelijkheid van de burgemeester. Voor wat betreft de beantwoording van onderstaande vragen heeft het Openbaar Ministerie de informatie ter kennisname verstrekt, mede omdat er als gevolg van de uitzending van Netwerk een verkeerd beeld is ontstaan.

1. Er zijn nog steeds rechercheurs intensief met het onderzoek bezig. Daarnaast is de politie alert en neemt alle meldingen in deze zaak serieus. Dat geschiedt onder verantwoordelijkheid van het OM. Tevens wordt er nog steeds extra toezicht gehouden in het gebied.
2. De stand van zaken van het onderzoek komt regelmatig aan de orde in de veiligheidsdriehoek.
De korpsbeheerder is verantwoordelijk voor het beheer van het politiekorps van de regio. Dit beheer omvat de zorg voor de organisatie in de breedste zin: financieel beleid, middelen en personeelszorg. Opsporing en vervolging vallen onder de verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie. Met betrekking tot de personele inzet op deze zaak heeft de korpsbeheerder desgevraagd meegedeeld dat er nog steeds rechercheurs met het onderzoek bezig zijn. Zie beantwoording vraag 1.
3. Bij de politie is een melding vanuit de trein door getuige bij de politie niet bekend.
4. De verklaringen van de getuige zijn bij de politie uitermate serieus behandeld. Dit valt onder de verantwoordelijkheid van politie en OM.
5. De bereikbaarheid van de politie is geregeld via twee verschillende telefoonnummers te weten 112 voor spoedeisende gevallen en 0900-8844. In dit geval kan 112 gebeld worden, en is de meldkamer in staat snel door te verbinden naar het betreffende team, via een speciaal hiervoor gereserveerd telefoonnummer.
6. Zie beantwoording vraag 5.
7. Voorafgaand aan de uitzending van Netwerk, op dinsdagochtend 20 april 2004, heeft het hoofd van de afdeling Communicatie van de Politie Regio Utrecht contact gehad met de eindredacteur van Netwerk, de heer Thomas Ruigrok. Daarin is met betrekking tot de uitzending van diezelfde avond het volgende besproken:
. De politie zal niet voor de camera op dit specifieke geval reageren aangezien aangegeven is aan de media dat gedurende het nu lopende onderzoek geen mededelingen gedaan worden over het onderzoek, tenzij er bijzonderheden te melden zijn. Dit standpunt is bij alle media bekend.
. De politie wel degelijk alert is en alle meldingen over deze zaak serieus neemt.
. De politie nog steeds extra toezicht houdt in het gebied.
. Er nog steeds door enkele rechercheurs intensief aan het onderzoek wordt gewerkt, met name aan het uitrechercheren van tips.
. Politie en het Openbaar Ministerie op termijn uiteraard meer openheid willen geven over het onderzoek.
. Eindredacteur Ruigrok heeft daarop de toezegging gedaan deze informatie mee te nemen en te gebruiken in het slotwoord van de presentator Karel van der Graaf.
Deze laatste toezegging is door Netwerk niet nagekomen.
Na de uitzending heeft het hoofd communicatie van de Politieregio Utrecht wederom contact opgenomen met de heer Ruigrok en zijn onvrede over de uitzending en met name het slotwoord uitgesproken. Daarop heeft de heer Ruigrok de afspraken zoals hierboven beschreven bevestigd, maar aangegeven dat een en ander intern niet goed is gegaan, waarvoor hij zijn excuses heeft aangeboden.
8. Zie beantwoording vraag 7. Uw conclusie is niet juist.
9. Zie beantwoording vraag 7 en 8.
10. Zie beantwoording vraag 7, waarbij opgemerkt dient te worden dat het beleid momenteel is geen media-uitingen te doen over het onderzoek in verband met tactisch onderzoeksbelang. Overigens wordt die afweging wel bij elke vraag opnieuw gemaakt, waarbij de afspraken die met Netwerk voor de uitzending gemaakt waren, bevredigend leken en niet noopten tot afwijking van dit beleid. Vastgesteld kan worden dat Netwerk zich op 20 april 2004 niet aan de met de politie en het Openbaar Ministerie gemaakte afspraken heeft gehouden.
11. Zie beantwoording vraag 7.


---- --