Gemeente Utrecht

Nieuwe woningbouwlocaties vergroten verdienend vermogen van Utrecht

De gemeente Utrecht wil haar inkomsten vergroten door op verschillende locaties in de stad winstgevende woningbouw te realiseren. Op korte termijn betreft het twaalf locaties. Voor vier gebieden zal daarnaast binnenkort worden onderzocht wat de mogelijkheden zijn om die winstgevend te ontwikkelen. De gemeente verwacht door ontwikkeling van deze gebieden tot 2017 een opbrengst van circa EUR 50 miljoen. Bovendien kan de voorraad sociale woningbouw hiermee worden uitgebreid en beter gespreid. Nog dit jaar kunnen de eerste plannen bekend worden gemaakt.

Met de ontwikkeling van winstgevende woningbouwlocaties geeft het college gevolg aan twee voornemens uit het collegewerkprogramma, te weten het vergroten van het verdienend vermogen en spreiding van de voorraad sociale huurwoningen over de stad. Ook strookt deze ontwikkeling met de regionale en rijkswens tot verdere binnenstedelijke verdichting.

De twaalf gebieden die de gemeente nu eerst heeft aangewezen als potentiële locaties voor woningbouwontwikkeling zijn: Adriaan van Ostadelaan/Abstederdijk, Karel Doormanlaan, Omgeving winkelcentrum de Gaard, Poort Goylaan, A. van Dalsumlaan, Rotsoord Briljantlaan, Cultureel Centrum Oog in Al, Vancouverdreef, Einsteindreef, Stelviobaan, Honders garage, Park Transwijk zuid. Voor deze twaalf gebieden komt het college op korte termijn met startnotities.

Bij de locatie Rotsoord geldt dat ervoor is gekozen om, toen de kinderboerderij ophield te bestaan, een bewonersinitiatief te honoreren ten behoeve van een (dieren)tuin voor 3 jaar. Daar zal een alternatieve locatie voor gevonden moeten worden.

De vier gebieden waar de mogelijkheden onderzocht worden zijn: Noord-oost (omgeving Veemarkt), Maarschalkerweerd, de oostelijke zone langs het Amsterdam-Rijnkanaal (zuidelijk deel) in Kanaleneiland en de Noordelijke Randweg Utrecht. Voor Maarschalkerweerd geldt een lichte ontwikkeling, waarbij vooral bebouwing nabij zwembad Krommerijn wordt onderzocht. Voor deze gebieden zal het college gebiedsvisies laten opstellen waarin de ruimtelijke mogelijkheden worden onderzocht. Op de langere termijn zullen ook andere locaties aangewezen kunnen worden.

Wethouder Van Zanen (VVD) heeft aangegeven zich niet te kunnen verenigen met het aanwijzen van Maarschalkerweerd als bouwlocatie en wethouder Spekman (PvdA) heeft aangegeven zich niet te kunnen verenigen met het aanwijzen van de Stelviobaan als bouwlocatie.

Uit een onderzoek naar potentiële locaties voor woningbouwontwikkeling blijkt dat het mogelijk is om op de langere termijn (2008 - 2017) het verdienend vermogen van de gemeente jaarlijks met ¬ 4 miljoen te verhogen. Dat kan alleen als de locaties met een voldoende stedelijkheid kunnen worden ontwikkeld. Voor de genoemde gebieden zijn de effecten onderzocht van optimalisatie van de locaties voor wat betreft "opbrengst", "woningaantal", "kwaliteit" en "draagvlak". Uit die verschillende varianten blijkt dat afhankelijk van de gemaakte keuze de opbrengst bijna EUR 100 miljoen (theoretische variant met optimalisatie "opbrengst") kan bedragen, maar ook een verlies van EUR 24 miljoen (defensieve variant met optimalisatie "draagvlak" en "kwaliteit") kan opleveren. Het aantal woningen dat gerealiseerd kan worden varieert van 10.500 woningen (maximaal woningaantal) tot 5.300 woningen (optimalisatie "draagvlak" en "kwaliteit").

Het college heeft tussen deze uitersten gekozen voor een variant met 1.000 sociale huurwoningen en een beperkte stedelijkheid. Deze basisvariant levert met circa EUR 50 miljoen voldoende opbrengsten voor de gemeente op en houdt ook rekening met andere overwegingen. In deze basisvariant kunnen in totaal 8.000 woningen aan de voorraad worden toegevoegd. Deze variant sluit ook goed aan bij de ambitie uit ons collegeprogramma ten aanzien van de sociale woningvoorraad.

Per locatie zal een startnotitie worden opgesteld. In de startnotities zal de afweging tussen ambitie, kwaliteit, draagvlak en financiën worden gemaakt.

Bij het vaststellen van de Voorjaarsnota 2003 heeft de gemeenteraad de ambitie vastgesteld om vanaf 2006 jaarlijks EUR 6 miljoen meer inkomsten uit de gemeentelijke grondexploitaties te halen. Daarvan moet EUR 4 miljoen worden verdiend in de bestaande stad. De overige EUR 2 miljoen moeten uit Leidsche Rijn komen. Dit verdienend vermogen is één van de drie sporen van de ombuigingsoperatie die in de Voorjaarsnota van 2003 is aangekondigd en door de gemeenteraad werd bekrachtigd.

Een extra aandachtspunt bij de ontwikkeling van deze locaties en het verhogen van het verdienend vermogen is dat bij het behalen van de doelstellingen rekening dient te worden gehouden met de bestaande afspraken in De Utrechtse Opgave (afspraken met de woningbouwcorporaties), het Masterplan Voortgezet Onderwijs (afspraken met de schoolbesturen over betere spreiding en kwaliteit van het onderwijsaanbod) en het Integraal Accommodatiebeleid (afspraken over integrale planning en aanpak van accommodaties voor de sociale infrastructuur).

Noot voor de media:
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met`bestuurscommunicatie, Hans Scholten, telefoon (030) 286 10 14 of (06) 250 327 39.

Bijlage: kaart verdiend vermogen (zit in bijvoegsel)

Utrecht, 11 mei 2004.