---
Brieven aan de Kamer
---
Aanslagen op Nederlandse militairen in Irak
11-5-2004 20:30:00
Geachte voorzitter,
Als gevolg van een aanslag op militairen van het Nederlandse
detachement is de dood te betreuren van een Nederlandse militair. De
regering is geschokt en heeft haar medeleven betuigd met de
nabestaanden van het slachtoffer. In deze brief stel ik u, mede namens
de minister van Buitenlandse Zaken, op de hoogte van de feiten omtrent
twee aanslagen op Nederlandse militairen in Irak op 10 mei jl.
De aanslag op Nederlandse militairen in as Samawah
Op 10 mei jl. is een aanslag gepleegd op twee Nederlandse militairen
die op dat moment belast waren met de beveiliging van de brug over de
Eufraat in as-Samawah. Het Nederlandse detachement houdt al enige
weken rekening met een dreiging tegen infrastructuur, zoals deze brug
die op een belangrijke doorvoerroute ligt. Als tegenmaatregel is
permanente bewaking van de brug ingesteld door Nederlandse militairen
samen met functionarissen van het Iraqi Civil Defence Corps.
Rond tien uur in de avond plaatselijke tijd gooiden onbekenden vanaf
een motor twee handgranaten naar de twee militairen die op dat moment
op de brug stonden. Door de exploderende handgranaten raakten beide
militairen gewond. Extra militairen van de ingeroepen snelle reactie
eenheid (Quick Reaction Force) hebben de omgeving van het incident
veilig gesteld. De gewonden zijn per ambulance vervoerd naar het
Mobiel Geneeskundig Operatiekamersysteem (MOGOS) op de Nederlandse
basis "Camp Smitty" te as-Samawah. Tegen middernacht plaatselijke tijd
is één militair in het MOGOS aan zijn verwondingen overleden. De
andere militair is inmiddels uit het MOGOS ontslagen.
De Iraakse politie heeft na de aanslag een tweetal verdachten
aangehouden en overgedragen aan het Nederlandse detachement. Op basis
van onderzoek door het Nederlandse detachement, waaronder leden van de
Koninklijke Marechaussee, en het horen van beide Irakezen zijn beiden
op verdenking van betrokkenheid bij anticoalitie activiteiten in het
algemeen en bij de aanslag in het bijzonder overgebracht naar de
Britse Division Temporary Detainment Facility, detentiefaciliteit, te
Shaibah. Het onderzoek wordt voortgezet.
De aanslag op Nederlandse militairen in ar-Rumaythah
Eveneens op 10 mei jl. heeft bij ar-Rumaythah een tweede incident
plaatsgevonden, waarbij een patrouille belaagd werd met antitankwapens
en klein kalibervuur. Hierbij zijn geen slachtoffers gevallen. Een
gezamenlijke zoekactie met de Iraakse politie naar de daders is tot op
heden zonder resultaat gebleven.
Veiligheidsmaatregelen
Overeenkomstig de geldende veiligheidsmaatregelen droegen de
militairen die betrokken waren bij de aanslagen hun scherfwerende vest
en droegen ze de helm niet op het hoofd. De wijze van optreden van het
bataljon past bij de veiligheidsanalyse die permanent wordt gemaakt.
Daarbij wordt rekening gehouden met mogelijke aanslagen tegen
Nederlandse militairen en met de noodzaak van een vertrouwenwekkende
wijze van optreden. In de brief van 7 mei jl. bent u geïnformeerd over
de veiligheidssituatie in het zuiden van Irak.
In deze brief is gesteld dat de toename van het aantal incidenten in
Zuid-Irak, zoals de bomaanslagen in Basra en de mortieraanval op "Camp
Smitty", zorgwekkend was. Daarnaast is gesteld dat er aanwijzingen
zijn dat de onrust in de aanloop naar de soevereiniteitsoverdracht op
30 juni aanstaande kan toenemen. Bovengenoemde gebeurtenissen passen
in dit beeld. Zoals na ieder voorval wordt ook nu bezien of naar
aanleiding van de gebeurtenissen aanvullende maatregelen kunnen worden
genomen om de risico´s voor de Nederlandse militairen te beperken.
DE MINISTER VAN DEFENSIE
2004-05-11 Nederlandse militair gedood in Irak
Nieuws
Ministerie van Defensie