Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken Afdeling Documentenverkeer en Fraudebestrijding
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag


Datum


- 12 mei 2004

Behandeld


- Jonathan Charas


Kenmerk


- DFJC015

Telefoon


- 070-3486123


Blad


- 1/5

Fax


- 070-3486140


Bijlage(n)


- - - dpv-df@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen vanhet lid De Vries over legalisatie en verificatie van vervangende geboortebewijzen in Nigeria en Ghana


-

Graag - bied iku hierbij- , mede namens de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - het lid- De Vriesover - legalisatie en verificatie van vervangende geboortebewijzen in Nigeria en Ghana. Deze vragen werden ingezonden op - 31 maart 2004met kenmerk - 2030411730.


- De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens mevrouw Verdonk, minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, op vragen van het lid De Vries (PvdA) over de legalisatie en verificatie van vervangende geboortebewijzen in Nigeria en Ghana.

Vraag 1-

Herinnert u zich de eerder gestelde vragen over het toelaten van alternatieven voor een geboortebewijs?

Antwoord

Ja.

Vraag 2
Wat is uw reden geweest om in het specifieke geval waar in de eerdere vragen naar is verwezen, alsnog een verblijfsvergunning te verlenen nadat de afwijzing van de aanvraag is gesanctioneerd door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State en er dus een onherroepelijke rechterlijke uitspraak was?

Antwoord-

Er is in dit geval een nieuwe aanvraag voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning ingediend die is ingewilligd. Hierop is in verband met de individuele omstandigheden van het geval van betrokkene besloten het machtiging tot voorlopig verblijfvereiste niet langer tegen te werpen. Aan de overige voorwaarden werd voldaan zodat de aanvraag is ingewilligd.

Vraag 3
Is het waar dat in Nigeria en Ghana zeer weinig geboortegegevens, bijvoorbeeld geboortedata, worden bijgehouden door instellingen als kerken, scholen en ziekenhuizen.

Antwoord

Nee, dat is niet helemaal correct. Uit het gegeven dat zo'n 65% van alle legalisatieaanvragen wel gehonoreerd wordt, kan afgeleid worden dat in de meeste gevallen de persoonsgegevens uit de aanvraag wel degelijk bevestigd kunnen worden door andere bronnen, zoals registers van ziekenhuizen, kerken of scholen.

Vraag 4
Is het waar dat vervangende geboortebewijzen afkomstig uit Ghana en Nigeria niet worden gelegaliseerd door de Nederlandse vertegenwoordiging in die landen, omdat de geboortegegevens niet kunnen worden bevestigd door bijvoorbeeld inschrijving op scholen en kerken?

Vraag 5

Hoe kunnen de gegevens die in het vervangende geboortebewijs staan aangegeven, worden geverifieerd indien er geen volledige gegevens, bijvoorbeeld geboortedata, bekend zijn bij de bovengenoemde (of andere) instellingen?

Vraag 6

Kunt u aangeven welk percentage van de vervangende geboortebewijzen afkomstig uit Nigeria en Ghana, wordt gelegaliseerd na een inhoudelijke verificatie?

Antwoord 4,5,6
In Nigeria worden overwegend vervangende geboortebewijzen ter legalisatie aangeboden. Voor het in te stellen verificatieonderzoek hebben geboortebewijzen en vervangende geboortebewijzen een gelijke waarde. Gelet hierop wordt geen aparte registratie van vervangende geboortebewijzen bijgehouden. De Ghanese administratie kent geen vervangende geboortebewijzen.

Vraag 7

Welke consequentie heeft het niet legaliseren van vervangende geboortebewijzen? Kan dit betekenen dat Nederlanders hun partner dan wel echtgenoot niet kunnen laten overkomen uit Nigeria en Ghana, terwijl wel aan de overige voorwaarden voor gezinsvorming dan wel gezinshereniging wordt voldaan? In hoeverre acht u deze praktijk in strijd met Artikel 8 van het Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens?

Antwoord

Voor onderdanen van de vijf zogeheten probleemlanden, waaronder Nigeria en Ghana, geldt ten aanzien van het genoegzaam aantonen van de identiteit dat zij ter afgifte van de machtiging tot voorlopig verblijf naast een geldig document voor grensoverschrijding, een geverifieerde en gelegaliseerde geboorteakte dienen te overleggen. Wanneer deze akte ontbreekt staat hun identiteit niet vast. In dat geval is niet gewaarborgd dat de machtiging tot voorlopig verblijf wordt afgegeven aan de juiste persoon en wordt de afgifte doorgaans geweigerd. Indien de identiteit van de vreemdeling niet vast staat wordt er niet toegekomen aan een toetsing in het kader van artikel 8 van het Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens.

Echter, indien de identiteit op andere wijze is vast komen te staan wordt er in beginsel zowel in het geval van gezinsvorming als gezinshereniging een belangenafweging gemaakt door de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie.

Deze praktijk is voorts zowel in geval van gezinsvorming als gezinshereniging niet strijdig met artikel 8 van het Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens. Het in dit verband gevoerde beleid vindt steun in de jurisprudentie. In geval van gezinsvorming is er geen sprake van inmenging in het recht op respect voor gezinsleven. Tevens is er geen sprake van een positieve verplichting. Er is namelijk in het algemeen geen verplichting om de domicilie keuze te eerbiedigen en het gezinsleven kan in het algemeen ook in het land van herkomst worden uitgeoefend. In het geval van gezinshereniging kan er sprake zijn van inmenging en wordt beoordeeld of die inmenging is gerechtvaardigd.

===