Time : 4:09:01 PM
Date : Wednesday, May 12, 2004
Sender Name: Ministère de l'intérieur

Minister Dewael geeft in Kamer uitleg over asielcijfers

Vice-premier en minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael heeft vandaag in de kamercommissie voor Binnenlandse Zaken in antwoord op een parlementaire vraag uitleg gegeven over de stand van Zaken inzake asielcijfers.

Hieronder vindt u het antwoord van minister Dewael :

"Vooreerst wil ik opmerken dat de cijfers die u aanhaalt als zijnde de cijfers van de hangende asieldossiers voor mei 2004 ook de cijfers bevatten van de dossiers die in behandeling zijn bij de Raad van State.

De Raad van State is geen asielinstantie zodat deze cijfers niet kunnen worden meegeteld.

De cijfers die belangrijk zijn, zijn deze van de asieldossiers die wachten op behandeling door de drie asielinstanties met name de Dienst Vreemdelingenzaken, het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen en de Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen.

Het cijfer 43.715 dat u aanhaalt voor september 2002 is de achterstand die op dat moment bestond bij de hierboven gemelde drie asielinstanties.

Dit cijfer bedroeg begin mei 2004 29.592. Hieruit blijkt een aanzienlijke daling van de achterstand in minder dan twee jaar tijd met 14.123 dossiers.

Ik wens tevens op te merken dat niet alle openstaande dossiers als achterstand kunnen worden beschouwd. Het aantal openstaande dossiers moet verminderd worden met het aantal dossiers dat overeenkomt met de normale werkvoorraad voor de asielinstanties.

Wat betreft de achterstand van asieldossiers op de Dienst Vreemdelingenzaken moet worden vastgesteld dat deze in de loop van 2004 sterk is gedaald. Begin 2004 bedroeg deze nog 2403 stuks terwijl dit eind april 2004 was gezakt naar 1760 dossiers.

Wat betreft de achterstand van het Commissariaat-generaal moet worden opgemerkt dat gestaag wordt gewerkt aan het wegwerken van de achterstand. In september 2002 bedroeg de achterstand bij deze dienst in totaal 36.679 dossiers waarvan 17.782 in de ontvankelijkheidfase en 17.897 in de gegrondheidfase. De introductie van het LIFO-systeem (Last In First Out) wierp zijn vruchten af. In mei 2004 was het aantal dossiers in de ontvankelijkheid geslonken tot 5.253. In versneld tempo worden nu de dossiers in de gegrondheidfase aangepakt.

Uw insinuatie dat ik de achterstand van de behandeling van de asieldossiers niet opvolg is niet correct. Zoals ik heb gemeld in deze commissie op 17 maart 2004 is de procedure voor de benoeming van een nieuwe Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen lopende. De vacature zal zeer binnenkort gepubliceerrd worden. Artikel 10 van het Koninklijk Besluit van 13 september 2003 tot vaststelling van het statuut van Commissaris-generaal voorziet dat de commissaris-generaal binnen de drie maand na zijn aanstelling een ontwerp van beheersplan dient over te maken. Dit plan zal onder meer in maatregelen voorzien om de achterstand weg te werken. Ondertussen deelt de waarnemend commissaris-generaal mij zeer regelmatig mee op welke concrete wijze hij de achterstand inloopt.

Op de bijzondere ministerraad veiligheid en justitie van 30 en 31 maart werd beslist om met het oog op het wegwerken van de achterstand bij de Vaste Beroepscommissie een aantal belangrijke procedurele wijzigingen door te voeren en een aantal bijkomende magistraten aan te werven.

Tenslotte wens ik U mee te delen dat ik op de bijzondere ministerraad van 30 en 31 maart 2004 een voorstel tot wijziging van de specifieke procedureregeling voor vreemdelingenzaken op de Raad van State heb voorgesteld aan de mijn collega's. Deze voorgestelde wijzigingen hebben tot doel de achterstand in het Vreemdelingencontentieux op de Raad van State weg te werken. De voorgestelde maatregelen worden verder besproken met vertegenwoordigers van de Raad van State.

Behandeling aanvragen tot regularisatie artikel 9,3de lid van de Vreemdelingwet.

Wat betreft de behandeling van regularisatievragen artikel 9,3de lid Vreemdelingenwet moet inderdaad worden opgemerkt dat het aantal aanvragen is gestegen. Dit is deels een gevolg van het feit dat asielzoekers sneller uitsluitsel krijgen over hun asielaanvraag.

Door mijn diensten wordt eveneens vastgesteld dat ook al maken de aanvragers geen schijn van kans deze procedure wordt aangeraden door malafide advocaten (zie uitzending Panorama "Moskou-Brussel van 18 april 2004)..

Ik wens eraan te herinneren dat het indienen van een aanvraag tot machtiging tot verblijf op basis van artikel 9,3de lid op geen enkele manier een wettelijke grond voor verblijf biedt.

Tenslotte wens ik nog te melden dat binnen de Dienst Vreemdelingenzaken een aparte cel opgericht werd om de behandeling van de aanvragen artikel 9,3de lid van de Vreemdelingenwet efficiënt te beheren. Bij de behandeling van de aanvragen wordt eveneens het LIFO principe toegepast."

Perscontact : Laurent Panneels 0475/43.91.41
Greet Geypen 0479/39.58.17