19-03-2004
Mercedes-Benz met primeurs op de Technische Kontaktdagen
Tijdens de komende Technische Kontaktdagen in Wezep, 13 t/m 15 mei,
toont Mercedes-Benz niet alleen een brede doorsnee van haar
voertuigprogramma voor het bouwvervoer maar maakt ook van de
gelegenheid gebruik een aantal primeurs te presenteren.
Breed programma
Mercedes-Benz heeft een breed programma voor het bouwvervoer, reikend
van de Vito tot de zwaartransporttrekkers uit het Actros programma.
Binnen dit brede programma biedt Mercedes-Benz bovendien de
mogelijkheid om voertuigen af fabriek aan te passen aan heel
specifieke wensen, om op die manier voor elke inzet een bedrijfsauto
op maat te creëren. Mercedes-Benz beschikt over een eigen
aanpassingscentrum in Molsheim, waar deze aanpassingen worden
uitgevoerd binnen de eigen productaansprakelijkheid van de fabriek.
Daarnaast zijn er de Vito en Sprinter bestelwagens in hun vele
uitvoeringen, en bijzondere voertuigen als de M-klasse en de Unimog.
Voorbeelden van al deze typen zullen ook op stand van Mercedes-Benz
tijdens de TKD te zien zijn.
De nieuwe Vito met dubbele cabine
Een absolute tentoonstellingsprimeur is de nieuwe Vito met dubbele
cabine. Hij voldoet helemaal aan de Nederlandse
grijs-kenteken-wetgeving, maar biedt aanzienlijk meer ruimte in de
cabine dan de vorige generatie Vito met dubbele cabine, doordat hij is
gebaseerd op de versie met lang of extra lange carrosserie. Want dat
is het grote verschil tussen de huidige en vorige generatie Vito: de
nieuwe generatie is te leveren met een twee wielbasis varianten en
drie carrosserie lengte. Die dubbele cabine is leverbaar in een aantal
uitvoeringen, reikend van een functionele inrichting tot een uiterst
luxueuze variant.
Bij deze tweede generatie Vito stapt Mercedes-Benz over van voor- op
achterwielaandrijving. Als achteras heeft Mercedes-Benz niet gekozen
voor een starre as, maar voor een onafhankelijke wielophanging. Hij
biedt de bestuurder en passagiers het nodige veercomfort bieden,
terwijl de toepassing van een onafhankelijke wielophanging bij de Vito
de mogelijkheid biedt om de laadvloerhoogte laag te houden, ondanks de
keuze voor achterwielaandrijving. Die hoogte bedraagt dan ook niet
meer dan 56 cm - en is daarmee maar drie centimeter hoger dan bij de
oude generatie Vito. Het eindeffect is een auto die qua
rijeigenschappen duidelijk verschilt van zijn voorganger; de nieuwe
Vito biedt wat meer veercomfort, heeft een kortere draaicirkel en
vooral in beladen toestand een betere tractie. De voorwielophanging
bestaat bij beide typen uit McPherson veerpoten.
De nieuwe Vito biedt voor de aandrijving keus uit drie CDI
dieselmotoren en twee V6 benzinemotoren. De dieselmotoren zijn
allemaal gebaseerd op hetzelfde blok, met een boring en slag van 88
bij 88,3 mm en een cilinderinhoud van 2148 cc. Als inspuitsysteem
wordt een tweede generatie common-rail systeem van Bosch gebruikt.
Vergeleken met de huidige Vito-motoren zijn de prestaties van de
verschillende motoren beter, als gecombineerd resultaat van de tweede
generatie common rail en de toepassing van turboladers met variabele
geometrie (met uitzondering van de 88 pk versie). Bij de minst
krachtige motor is het vermogen toegenomen van 60 kW (82 PK) naar 65
kW (88 PK), bij het tussenmodel van 75 kW (102 PK) naar 80 kW (109 PK)
en bij de krachtigste uitvoering van 90 kW (125 PK) naar 110 kW (150
PK). Ook het koppel is behoorlijk gestegen, naar een niveau van 220 Nm
tussen 1400 en 2500 tpm bij de minst krachtige motor, 270 Nm tussen
1600 en 2500 tpm bij de tussenvariant en 330 Nm tussen 1800 en 2400
tpm bij het topmodel.
De common-rail systemen werken met een inspuitdruk tot 1600 bar. Een
van de merkbare voordelen van de verstelbare turbogeometrie is een
lager branstofverbruik. Het slanke silhouet van de carrosserie wekt
bij de nieuwe Vito de indruk dat hij wat langer is dan zijn
voorganger. In werkelijkheid is het verschil in lengte klein, de
nieuwe Vito in de korte uitvoering, die eigenlijk de opvolger is van
het oude model, is maar 8 cm langer. Wel zijn door de verplaatsing van
de aandrijflijn de verhoudingen binnen de carrosserie anders geworden,
zodat het bijvoorbeeld niet meer mogelijk is om voor de Nederlandse
markt een versie met dubbele cabine te bouwen op de korte basis van
dit type.
Dankzij de verschillende lengtes en hoogtes biedt de nieuwe Vito een
royaal keuzepakket aan uitvoeringen. Zo varieert de laadruimte,
afhankelijk van het type, van 3.3 kubieke meter bij de versie met
dubbele cabine tot 6,49 kubieke meter bij de lange versie met enkele
cabine en hoog dak.
vijftig ton vijfassige Actros uit eigen productie
Mercedes-Benz presenteert op de TKD haar nieuwe generatie Actros
bouwvoertuigen in zijn geheel aan de Nederlandse bouwvervoerders.
Meest in het oog springend is uiteraard de vernieuwde cabine, die nu
ook gemonteerd wordt op de chassis voor kippers, betonmixers, trekkers
voor kipopleggers em speciale chassis voor het bouwvervoer. Het
programma bestaat uit twee-, drie- en vierassige voertuigen, leverbaar
met motoren in de vermogensklasse van 235 kW (320 PK) tot 425 kW (578
PK), aangedreven door de bekende Actros V6 en V8 dieselmotoren.
Opvallende variant is een vijfassige Actros met een GVW van vijftig
ton, voorzien van een vijfde, niet-aangedreven middenas. Twee jaar
geleden werd deze versie al getoond in de vorm van een door Estepe
omgebouwd chassis, bij de nieuwe generatie Actros bouwvoertuigen maakt
deze variant deel uit van het standaard programma af fabriek. De
vijfasser met een GVW van vijftig ton wordt toegevoegd aan de
bestaande range van 8x4 en 8x8 zware bouwvoertuigen en valt daarmee
ook binnen de garantie voorwaarden van Mercedes-Benz.
Een middel om de overschrijding van de asbelasting te voorkomen is de
montage van een aslastmeetsysteem, dat de belading per as continu meet
en toont op een display in de cabine. Mercedes-Benz toont op de TKD
een dergelijk systeem voor de Actros, als een uitbreiding van de
luchtvering op de voor- en achteras. Het systeem geeft de
afzonderlijke aslasten aan en het totaalgewicht, die op een display op
het dashboard zijn af te lezen. Zo kan de chauffeur meteen zien of een
van de assen is overbeladen. Tijdens het laden en lossen zijn de
veranderingen in het totaalgewicht en de belasting van de assen te
volgen. Daardoor zijn eventuele discussies over overbelading en
aslastoverschrijding met de verlader te voorkomen.
Overigens heeft zo'n tachtig procent van de aslastoverschrijdingen
plaats op de aangedreven as van tweeassige trekkers. Wordt alleen op
deze as een systeem voor aslastmeting gemonteerd, dan wordt daarmee
het risico van overbelading van de hele combinatie al met tachtig
procent beperkt.
Unimog alleskunner
DaimlerChrysler Nederland B.V. in Utrecht heeft eind vorig jaar de
import van de Unimog terreinvoertuigen aan haar activiteiten
toegevoegd. Het betekent dat de verantwoordelijkheid voor de import
van alle DaimlerChrysler producten nu ligt bij de eigen
DaimlerChrysler organisatie in Nederland. De import van de Unimog
voertuigen vormde op die regel de langste uitzondering, de import was
de afgelopen jaren in handen van verschillende zelfstandige
importeurs, als laatste Geveke in Veenendaal.
DaimlerChrysler heeft besloten tot het onderbrengen van de import van
de Unimog bij de lokale DC-organisatie vanwege de synergie, die er
inmiddels ook is tussen Unimogs en de overige Mercedes-Benz
bedrijfsautos, bijvoorbeeld op het gebied van onderdelen. Verder zijn
de Unimogs in de afgelopen jaren technologisch steeds hoogwaardiger
voertuigen geworden, met een grote hoeveelheid elektronica aan boord
voor het aansturen van allerlei processen binnen het voertuig. Dat
stelt niet alleen hogere eisen aan het onderhoud, maar biedt ook de
mogelijkheid om de diagnose en het softwarematige onderhoud van de
Unimogs te integreren in de diagnoisesystemen die nu al worden
gebruikt door de Mercedes-Benz dealers voor de overige bedrijfsautos.
Derde reden ten slotte om de import van de Unimogs onder te brengen
bij DaimlerChrysler Nederland is de synergie aan klantenzijde: de
Unimogs zijn voertuigen die bestemd en geschikt zijn voor dezelfde
klanten die ook al de Actros en Atego bouwvoertuigen van Mercedes-Benz
gebruiken, of de Econic voertuigen voor afvalinzameling, recycling,
etc.
Ook productietechnisch heeft er inmiddels een integratie
plaatsgevonden van de Unimogs met de overige bedrijfsautos van
Mercedes-Benz, de assemblage van de Unimogs is verplaatst van de
fabriek in Gaggenau naar de Mercedes-Benz bedrijfsautofabriek in
Wörth. Daarmee is de gehele bedrijfsautoproductie van Mercedes-Benz
geconcentreerd in één enkele fabriek.
Voor het onderhoud van de Unimogs wordt DCNL ondersteund door de
dealers Pordon in Veenendaal, Sturm in Roozendaal, Autoster
Doetinchem, Rüttchen in Gorinchem en Liam in Haarlem, die over
specialistische kennis met betrekking tot de Unimog beschikken. Een
van de kenmerken van de Unimog is de enorm grote bodemvrijheid,
doordat er gebruik gemaakt wordt van portaalassen. Tweede opvallende
detail is de unieke vering door middel van schroefveren, die de
Unimogs een enorme terreinwaardigheid geeft. Bijkomend voordeel van de
toepassing van schroefveren was een redelijke mate van comfort voor de
bestuurder.
Ook de Unimogs ontkomen niet aan de vooruitgang, de nieuwe modellen U
3000, U 4000 en U 5000 die sinds vorig jaar in Wörth van de band lopen
als opvolgers van de U 1550, U 2150 en U 2450, koppelen de
traditionele terreinwaardigheid van deze voertuigen aan een zeer
moderne motoren- en transmissietechnologie.
Aangedreven worden de nieuwe Unimogs door elektronisch geregelde Euro
3 dieselmotoren met een vermogen van 110 kW (150 PK) tot 160 kW (218
PK), die stammen uit de 900-serie van Mercedes-Benz. De
versnellingsbakken zijn uitgerust met de elektropneumatische Telligent
schakeling, die ook wordt gebruikt op de Actros trucks. In dit geval
bedient dit systeem een hoofdbak en een hulpbak, die samen acht
versnellingen vooruit en zes achteruit hebben. Snel en geautomatiseerd
van de voor- in de achteruit schakelen, bijvoorbeeld in het terrein
als het voertuig door snel voor- en achteruitschakelen en vervolgens
gas geven zich weer vrij moet rollen, kan met behulp van EQR,
afkorting van Electronic Quick Reverse. De nieuwe Unimogs hebben
standaard schijfremmen voor en achter en zijn voorzien van
uitschakelbare ABS.
Wordt de nieuwe Unimog gebruikt als werktuigdrager, dan is hij uit te
rusten met het Isobus elektronische regelsysteem, waarmee de bediening
van de aangebouwde werktuigen geheel te automatiseren is in die zin,
dat ze allemaal te bedienen zijn vanaf een terminal op de
middenconsole. Dit Isobus systeem is te koppelen aan de CAN-bus van
het voertuig, waarmee de mogelijkheid wordt gecreëerd om gegevens uit
te wisselen tussen bijvoorbeeld de motor en de werktuigen. Ook kan het
Isobus systeem worden uitgebreid tot een soort boordcomputer, die
voertuiggegevens vastlegt en de mogelijkheid om via GPS het voertuig
aan te sturen of gegevens uit te wisselen. Zelfs kan er op afstand een
diagnose worden gesteld, als er problemen zijn met het voertuig. Voor
zowel de Unimog U 400 en U 500 als de U 3000 t/m U 5000 is inmiddels
een Automatic Shift optie beschikbaar. Bij deze bak zijn zowel de
bediening van de koppeling als de schakeling helemaal geautomatiseerd.
Voor de chauffeur blijft er alleen nog de bediening van het gaspedaal
en de rem over, naast natuurlijk de besturing.
Met een schakelaar op de versnellingshendel zijn de standen A van
Automatische en M van handmatige bediening te selecteren. In de
M-stand heeft de chauffeur bijvoorbeeld de mogelijkheid om met behulp
van het gaspedaal en door snel voor- of achteruit te schakelen het
voertuig te bevrijden uit een lastige situatie.
Inbouw van de Automatic Shift transmissie levert niet alleen een
groter bedieningsgemak op voor de bestuurder, het betekent ook een
gewichtsbesparing van 200 kg. Overigens is een koppelingspedaal nog
steeds aanwezig in de Unimog-cabine met Automatic Shift, zij het dat
dit pedaal in de standaard positie weggeklapt is. Het wordt alleen
gebruikt in extreme situaties, bijvoorbeeld om een PTO of werktuig
snel in- of uit te schakelen in een klim.
Daarmee is de Unimog, die ooit begon als een vrij simpel voertuig om
de agrarische sector en de bosbouw van veelzijdige mobiliteit te
voorzien, in een geheel nieuwe fase gekomen dat van een hoogwaardige,
geavanceerde mobiliteitsoplossing voor al die sectoren en activiteiten
waar conventionele voertuigen en machines de grenzen van hun
mogelijkheden en capaciteiten hebben bereikt.
BedrijfsautoRAI