Gemeente Eindhoven

Persbericht: 13 mei 2004, no. 129

Hand-in-Handhaving
Gemeente ziet voorlopig oordeel van rechter in zaak Lidl met vertrouwen tegemoet

De gemeente Eindhoven heeft besloten het voorlopig oordeel van de bestuursrechter af te wachten, op de verzoeken om een voorlopige voorziening, in de zaak tegen supermarktbedrijf Lidl, Hofdijkstraat 1. Naar verwachting zal de zaak medio juni dienen. De gemeente vertrouwt erop dat de rechter haar zienswijze deelt. Na de uitspraak (eind juni) zal de gemeente passende maatregelen nemen.

De gemeente Eindhoven liet de directie van Lidl, begin april, weten dat de supermarkt aan de Hofdijkstraat 1 dicht moet. Lidl heeft het gebouw in gebruik als supermarkt; dat mag niet. Omdat er van legaliseren van deze illegale situatie geen sprake kan zijn, heeft de gemeente aangekondigd bestuursdwang te zullen toepassen; dat wil zeggen gedwongen sluiting van de supermarkt.

In de periode van zes weken, na het aanzeggen van bestuursdwang, kan de gedaagde partij daartegen in verweer gaan. Lidl heeft inmiddels diverse verzoeken ingediend om een voorlopige voorziening. In het verzoek om een voorlopige voorziening, vraagt de gedaagde de bestuursrechter om een soort tussen vonnis, een voorlopig oordeel over de situatie. Het doel daarvan is te voorkomen dat de gemeente overgaat tot het uitvoeren van de aangekondigde bestuursdwang (sluiting).

Lidl Nederland GmbH vestigde in september 2000 een supermarkt in een magazijn aan de Hofdijkstraat 1. Dat is tegen het bestemmingsplan in; daar mag geen detail- en/of groothandel plaatsvinden. Andere geconstateerde overtredingen van de Lidl zijn: illegale verbouwing, illegaal aanbrengen van reclame, illegaal aangebrachte in- en uitrit op het parkeerterrein en het niet hebben van gebruiksvergunning.

© 2004 Gemeente Eindhoven