Gemeente Amsterdam

Nieuwe voorzieningen voor arrestanten: ook nadelen! 13 mei 2004 - Eveline Papa

De ingebruikneming van twee grote cellencomplexen heeft voor de arrestant in Amsterdam zowel goede als slechte gevolgen gehad. Dit schrijft de Commissie van Toezicht voor de Politiecellen Amsterdam-Amstelland in het Jaarverslag 2003.

Grote verbetering is de accommodatie in de cellencomplexen, een op het hoofdbureau, de ander in Osdorp (noordwest); een sceptische Amsterdammer zou zeggen: `Het lijken wel hotelkamers'. (In de tweede helft van 2004 is het derde grote cellencomplex bij Flierbosdreef in Zuidoost voltooid).

Een ander zeer groot voordeel is dat de arrestanten in deze cellencomplexen worden verzorgd door arrestantenverzorgers, die nu operationeel assistent worden genoemd. Jammer genoeg kan slechts een bepaald deel van de arrestanten optimaal van deze zorg profiteren: de mensen die in voorlopige hechtenis zitten, een boete moeten uitzitten of vreemdelingen. Andere arrestanten die op een wijkteambureau zijn aangehouden, verblijven alleen maar 's nachts in de cellencomplexen. Hoewel het de bedoeling was dat zij daar ook door de rechercheurs zouden worden verhoord is het intussen duidelijk dat deze rechercheurs geen gebruik maken van de prachtige verhoorkamers in de cellencomplexen. Deze arrestanten worden elke dag terugvervoerd naar de wijkteambureaus voor verdere afhandeling van hun zaak.

De nadelen hiervan zijn zichtbaar geworden. Omdat de arrestant 's morgens vroeg uit het complex wordt opgehaald, kan het voorkomen dat er geen tijd is voor een douche. Omdat lang niet elk wijkteambureau meer een douche heeft, schiet het wassen erbij in. Op dezelfde manier kan een arrestant ook zijn ontbijt mislopen.

Door de bouw van de nieuwe cellencomplexen is het niet meer nodig dat de andere politiebureaus cellen hebben; die worden daarom langzamerhand gesloten. Een nadeel van het vervoer van de arrestant terug naar `zijn' bureau is dan ook dat hij de hele dag op een bank in een dagverblijf moet zitten, wachtend op wat met hem gaat gebeuren (en soms gebeurt er een hele dag niets). En dit terwijl er veel minder voorzieningen beschikbaar zijn dan in de cellencomplexen, zoals een matras, het luchten, TV kijken.

Ook is het het laatste jaar opgevallen dat er grote communicatieproblemen kunnen zijn tussen cellencomplex en wijkteambureau. Men weet vaak op de ene plaats niet wat op de andere plaats met de arrestant is gebeurd en ook is er de neiging verantwoordelijkheden af te schuiven: `Daar gaan wij niet over'.

Aan het taalprobleem van de arrestanten is goed gewerkt, de formulieren van inverzekeringstelling en vreemdelingenbewaring worden vanaf nu in een taal opgesteld die door de arrestant kan worden begrepen.

Ook de opvang van de zogenaamde `niet-criminele geestelijk gestoorde' staat op de grens van een sterke verbetering. In november 2003 is de Spoedeisende Psychiatrische Opvangruimte (SPOR) bij het bureau Tweede Constantijn Huygensstraat geopend. Het zou dus eigenlijk niet meer nodig moeten zijn dat deze personen langer dan enkele uren op een politiebureau verblijven.

Hoewel de Commissie dus in het laatste jaar veel verbeteringen in de arrestantenzorg heeft kunnen vaststellen, wordt nog steeds kritiek geleverd op de schoonmaakactiviteiten in diverse wijkteambureaus. In het jaarverslag wordt een aantal voorbeelden opgesomd. In een ander hoofdstuk worden een paar aspecten van veiligheid in de cellen genoemd die door interventie van de Commissie konden worden hersteld. Ook illustreert de Commissie hoe nuttig het is de politiecellen op onverwachte momenten te bezoeken en misstanden op het spoor te komen. Er wordt overigens veel hulp van politiezijde ondervonden om misstanden zo snel mogelijk op te heffen.

Een exemplaar van het verslag is verkrijgbaar bij het secretariaat van de Commissie, sector Algemeen Bestuur, stadhuis, Amsterdam, telefoon 5523561.

pb-095

© Gemeente Amsterdam