Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

logoocw

Raad van Cultuur

Postbus 61243

2506 AE Den Haag

Den Haag Ons kenmerk 12 mei 2004 ACB/ 2004/ 22836

Onderwerp
Aanvullende adviesaanvraag

Geachte raad,

Hartelijk dank voor uw advies ten behoeve van de Cultuurnota 2005-2008. Ruim vierhonderd instellingen hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid te reageren op het door u uitgebrachte advies. Ik verzoek u deze reacties in behandeling te nemen en aan te geven of u hierin aanleiding ziet uw advies te herzien.

In de Uitgangspuntenbrief gaf ik reeds aan dat ik uiteraard het artistieke inhoudelijke oordeel van de raad zal respecteren, maar dat ik op grond van eigen verantwoordelijkheid daar een andere conclusie aan kan verbinden dan waartoe de raad heeft geadviseerd. Daarbij kunnen financiële, beleidsmatige, bestuurlijke en bedrijfsmatige overwegingen een rol spelen, mede in relatie tot mijn beleidsprioriteiten. Dit geldt zowel voor het advies als voor de aanvullingen daarop.


1. Algemeen
Het totaal van alle door u geadviseerde subsidiebedragen en -reserveringen ligt 870.000 euro hoger dan het in de adviesaanvraag als taakstellend voorgeschreven financiële kader van 430,18 miljoen euro (inclusief huisvesting erfgoedinstellingen).1 Ik verzoek u het integrale advies alsnog aan te passen aan het werkelijk beschikbare bedrag.

Sommige in gunstige bewoordingen geformuleerde adviezen heeft u voorzien van de aantekening dat de financiering ­ in sommige gevallen geheel, in andere gevallen gedeeltelijk ­ niet uit het cultuurnota- budget zou moeten geschieden, uitgaand van de veronderstelling dat er hiervoor buiten het cultuur- notabudget nog geld beschikbaar is; u moet er echter rekening mee houden dat dit niet het geval is. Leidt dit tot aanpassing van die adviezen?

U geeft aan dat indien er extra geld beschikbaar komt, er ­ afgezien van de reserveringen ­ vijftien instellingen zijn die bij voorkeur in aanmerking zouden moeten komen voor rijkssubsidie. Ook voor deze categorie geldt dat er geen uitzicht is op extra middelen. Geeft dit gegeven u aanleiding tot een andere afweging te komen?


1 De bijlage bevat een lijst met de door u gemaakte reserveringen. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl Contactpersoon: M. Engelsman, T +31-70-4122841, E

blad 2/4


2. Erfgoedinstellingen
Enkele erfgoedinstellingen hebben extra subsidie aangevraagd voor gestegen exploitatielasten, waar- van een deel deze lasten heeft opgenomen in de begrotingspost `aangevraagde subsidie'. Ik ga ervan uit dat u bij de advisering over deze instellingen rekening heeft gehouden met dit bedrag. Andere instellingen hebben de gestegen exploitatielasten op andere wijze in de begroting verwerkt, of alleen in het beleidsplan genoemd. Dit is het geval bij onder meer Paleis het Loo en het Rijksmuseum voor Volkenkunde (verwerkt in de begrotingspost `saldo rentebaten en ­lasten'), Museum Boerhaave (aparte post op de begroting met de titel `Oplossing structurele problemen') en het Joods Historisch Museum (niet verwerkt in de begroting, wel genoemd in het beleidsplan). Heeft u in deze en soort- gelijke situaties het extra bedrag voor exploitatielasten meegewogen bij de advisering? Zo niet, dan verzoek ik u mij alsnog te adviseren hoe deze extra exploitatielasten te financieren binnen de cultuur- nota.


3. Six Stichting
In deel 4 van het advies geeft u aan dat, om als museum in aanmerking te komen voor rijkssubsidie, het instandhouden van een collectie niet voldoende is. De beherende instelling moet er ook een relevante maatschappelijke betekenis aan zien te geven. U geeft aan dat door de aard van de context het publieksbereik van de Six Stichting zeer beperkt is; toch wijst u op de uitzonderlijk hoge waarde van de collectie én van de context waarin deze zich bevindt. Six beoogt niet om de collectie voor een breed publiek toegankelijk te maken. Ik verzoek u duidelijker te maken hoe het oordeel ten aanzien van het huidige ­ en voorgenomen ­ publieksbereik luidt.

U geeft verder aan dat onduidelijkheid over de juridische grondslag van de subsidierelatie een financiële vertaling van het kwaliteitsoordeel binnen het cultuurnotabudget in de weg zou staan. Six en ik voeren inderdaad een discussie over de formele grondslag van de rijksbijdrage aan de exploitatie. Deze discussie heeft echter geen invloed op de activiteiten van de stichting als zodanig. Ik vraag u hierbij opnieuw deze activiteiten te beoordelen en dit binnen het cultuurnotabudget financieel te vertalen, onafhankelijk van genoemde discussie.

Dat er formeel geen aanvraag is ingediend, hoeft geen belemmering te zijn voor een financiële vertaling binnen het cultuurnotabudget. Six verzoekt feitelijk met enige nadruk om een structurele rijksbijdrage aan haar exploitatie. U heeft alle relevante informatie tot uw beschikking om te komen tot een oordeel en een financiële vertaling daarvan. Hoeveel subsidie acht u vanuit het cultuurnotabudget gerechtvaardigd voor deze instelling, met deze collectie binnen de huidige context?


4. Dichter aan Huis
U motiveert de afwijzing van de manifestatie Literair Paspoort met de zinsnede: `LP is veeleer een lokale gebeurtenis in ambassades'. Literair Paspoort is de internationale pendant van Dichter aan Huis, waarover u wél positief adviseert. De formule is identiek, beide evenementen vinden plaats op diverse locaties in Den Haag. Kunt u nader toelichten in welke opzichten ­ met name op het punt van programmering en publieksbereik ­ Literair Paspoort zich onderscheidt van Dichter aan Huis en dientengevolge niet in aanmerking dient te komen voor cultuurnotasubsidie?


5. SICA
Het bleek te vroeg om te adviseren over het subsidieverzoek van de SICA. U kondigt aan hierop in te zullen gaan in het aanvullende advies, waarin ook aandacht zal worden besteed aan de internationale rol van sectorinstituten, fondsen en koepelorganisaties. Met het oog op de besluitvorming moet ik er echter op aandringen het advies over de SICA vóór 1 juni uit te brengen.


6. Suver Nuver
U merkt op dat de eigen inkomsten van Suver Nuver kunnen worden verhoogd en verbindt daaraan consequenties voor de subsidiëring. Kunt u aangeven op grond waarvan u vindt dat de eigen inkomsten achterblijven van Suver Nuver bij die van vergelijkbare gezelschappen? En hoe komt u tot het geadviseerde bedrag?

blad 3/4


7. Het Toneel Speelt
U adviseert geen subsidieverhoging toe te kennen op basis van de artistieke kwaliteit. U merkt wel op dat er 110.000 euro extra nodig is om de activiteiten te kunnen continueren. Hoe komt u aan dit bedrag?


8. Vis à Vis
U merkt op dat de eigen inkomsten van Vis à Vis kunnen worden verhoogd en verbindt daaraan consequenties voor de subsidiëring. Ik ben met u eens dat Vis à Vis een omvangrijk publiek bereikt. Mij is echter ook niet ontgaan dat de groep substantiële eigen inkomsten weet te verwerven. Ik verzoek u daarom mij nader te informeren over de motieven die tot het advies voor subsidieverlaging op deze titel hebben geleid. Opnieuw stel ik u de vraag of u de mogelijkheid tot het verwerven van meer eigen inkomsten bij de beoordeling van alle aanvragen heeft betrokken.


9. Opera Spanga
Het advies bevat geen argumenten die verklaren waarom u de door het gezelschap voor enkele nauw omschreven doeleinden gevraagde subsidieverhoging niet in overweging heeft genomen. Kunt dit nader toelichten?


10. Xynix
Het advies bevat geen argumenten waarom u de door het gezelschap voor enkele nauw omschreven doeleinden gevraagde subsidieverhoging niet in overweging heeft genomen. Kunt u dit nader toelichten? Zou u ook uiteen kunnen zetten hoe u tot het geadviseerde bedrag komt?


11. Poppentheater Kollektief Terra
Het advies bevat geen argumenten die verklaren waarom u de door het gezelschap voor enkele nauw omschreven doeleinden gevraagde subsidieverhoging niet in overweging heeft genomen. Kunt u dit nader toelichten?


12. Caspar Rapak
U merkt op dat de eigen inkomsten van Caspar Rapak kunnen worden verhoogd en verbindt daaraan consequenties voor de subsidiëring. Kunt u aangeven op grond waarvan u de mening bent toegedaan dat de eigen inkomsten achterblijven bij die van vergelijkbare gezelschappen? En kunt u aangeven hoe u tot het geadviseerde bedrag bent gekomen?


13. De Noorderlingen
Uw afwijzende conclusie over dit gezelschap baseert u mede op het ontbreken van informatie over de artistieke leiding. Ik heb echter geconstateerd dat het beleidsplan wel antwoord geeft op de vraag naar de artistieke leiding voor de komende jaren. Ik verzoek u uw conclusie in het licht van de beschikbare informatie nogmaals te bezien.


14. Het Nederlands Danstheater
U adviseert de subsidie met twee procent te verlagen. Binnen de danssector zijn er geen andere adviezen van deze strekking aangetroffen. Kunt u aangeven op basis van welke overwegingen u tot dit percentage bent gekomen?


15. Toneelgroep Het Volk
U merkt op dat de eigen inkomsten kunnen worden verhoogd en verbindt daaraan consequenties voor de subsidiëring. Ik ben met u eens dat Het Volk een omvangrijk publiek bereikt. Mij is evenmin ontgaan dat de groep substantiële eigen inkomsten weet te verwerven. Ik verzoek u daarom mij nader te informeren over de motieven die tot het advies voor subsidieverlaging op deze titel hebben geleid. Opnieuw stel ik u de vraag of u de mogelijkheid tot het verwerven van meer eigen inkomsten bij de beoordeling van alle aanvragen heeft betrokken.

blad 4/4


16. Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds (Nlpvf) en Fonds voor Bijzondere Journalistieke Projecten (FBJP)
In het advies van beide fondsen ontbreekt een motivering van de voorgestelde korting van 3 procent. Kunt u die alsnog geven?


17. Schrijvers, School en Samenleving
U acht het verzoek om ruimere personele middelen gerechtvaardigd, doch adviseert de subsidie op het huidige niveau te handhaven. Kunt u dit toelichten?


18. Teylers Museum
In het advies over het Teylers Museum is als gevraagde subsidiebedrag 1.950.010 euro opgenomen. Het Teylers Museum heeft echter 2.595.716 euro aangevraagd. Is dit verschil voor u aanleiding uw advies te herzien?


19. Dutch Jazz Orchestra
U adviseert de onderzoeksfunctie van de Stichting Dutch Jazz Orchestra te ondersteunen. Uit het beleidsplan blijkt dat daar 2.000 euro per jaar mee is gemoeid. Waarop is het voorgestelde subsidiebedrag van 50.750 euro gebaseerd?


20. Jazz en Wereldmuziek Kollektief
U adviseert het huidige subsidiebedrag van de Stichting Jazz en Wereldmuziek Kollektief te verlagen met 53.000 euro. Het lijkt erop dat die verlaging uitsluitend is gebaseerd op de reductie van het aantal formaties van twee naar één, en dat de geadviseerde subsidie thans overeenstemt met de genormeerde subsidies voor kleine en middelgrote jazzensembles uitsluitend het gevolg is van de voorgestelde verlaging. Is deze interpretatie van uw advies juist?


21. Muziekwerkplaats Brabant
U adviseert een verlaging van de huidige subsidie met 45.000 euro teneinde meer evenwicht in geadviseerde subsidiebedragen tussen productiehuizen en werkplaatsen te brengen. Hoe bent u te werk gegaan bij het berekenen van een dergelijk evenwicht? Hoe komt u aan het bedrag van 45.000 euro? Zijn er nog andere gevallen waarin het evenwicht in de geadviseerde subsidiebedragen tussen productiehuizen en werkplaatsen een rol heeft gespeeld bij de beoordeling?


22. OZU
Kunt u nader motiveren waarom de geadviseerde subsidie lager is dan de aangevraagde subsidie?


23. Wereldfestival Parade Brunssum
Kunt u aangeven waarom u de voor enkele nauw omschreven doeleinden gevraagde subsidieverhoging ­ onder meer voor de professionalisering van de organisatie ­ niet in uw overwegingen heeft betrokken?

Ik verzoek u deze vragen en opmerkingen, samen met de reacties van instellingen, te betrekken bij de totstandkoming van een aanvullend cultuurnota-advies. Graag ontvang ik uw aanvullend advies uiterlijk 25 juni a.s.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

(mr. Medy C. van der Laan)