Gemeente Den Haag

mei 2004
Ruim zestig procent van Hagenaars doet aan sport (13 mei)

Ruim zestig procent van de Hagenaars in de leeftijd van zes tot zeventig jaar is sportief actief. Zij doen minstens twaalf keer per jaar aan sport. Van deze groep sport 39 procent één per week of vaker. Dit blijkt uit een enquête, die de gemeente Den Haag vorig jaar hield. In 2001, toen voor de eerste keer een enquête werd gehouden, was 56 procent van de Hagenaars sportief actief. Met het percentage van 61 is het in de sportnota 'Beweegredenen' genoemde streefgetal van zestig procent sportende Hagenaars in 2005 inmiddels bereikt.

Uit de enquête van vorig jaar kwam naar voren dat jongeren tussen twaalf en veertien jaar het meest sportief zijn. Negen op de tien Hagenaars doet aan sport. Van kinderen in de leeftijd van zes tot twaalf jaar is 75 procent sportief actief. Vanaf het vijftiende levensjaar loopt de sportparticipatie aanmerkelijk terug. Verder is een grote meerderheid van zowel kinderen (80%) als jongeren (67%) in verenigingsverband sportief actief. Van de volwassenen is 45% ongebonden actief en 30% aangesloten bij een vereniging.

Van de Hagenaars van de tweede generatie uit de niet-Nederlandse cultuur doet 68 procent aan sport. Dit is evenveel als Hagenaars uit de Nederlandse cultuur.Ten opzichte van 2001 is de sportdeelname van Hagenaars uit de niet-Nederlandse cultuur boven de 26 jaar toegenomen (van plus acht procent tot plus veertien procent).

Fitness (9%) is de meest bedreven sportieve activiteit. Tweede staat zwemmen met 7,8% en derde veldvoetbal met 7,4. Bij de mannen staat veldvoetbal op de eerste plaats, fitness tweede en hardlopen/joggen/trimmen derde. De topdrie bij de vrouwen wordt gevormd door respectievelijk fitness, zwemsport en aerobics/steps.

In de enquête van 2003 is voor het eerst een vraag gesteld naar sportbeoefening en handicap.Van de Hagenaars, die aangeven dat zij een handicap hebben, doet 33 procent aan sport. Dit is aanzienlijk lager dan de Haagse gemiddelde sportdeelname van zestig procent.

De enquête is zowel in 2001 als in 2003 uitgevoerd volgens landelijk overeengekomen criteria in het kader van de Richtlijn Sportdeelname Onderzoek (RSO). In 2001 was de leeftijdsgroep van de ondervraagden zestien tot zeventig jaar, in 2003 zes tot zeventig jaar.