Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

29 513

Wijziging van enkele socialeverzekeringswetten en enige andere wetten in verband met het aanbrengen van enige vereenvoudigingen

NOTA VAN WIJZIGING

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel I (Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten), onderdeel B, wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. In het tot vierde lid vernummerde derde lid wordt "eerste en tweede" vervangen door: eerste, tweede en derde.

B

In artikel II (Werkloosheidswet) komt onderdeel I te luiden:

I
Artikel 85, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin, wordt na "categorieën van werkgevers" ingevoegd: en van werknemers.
2. In de derde volzin wordt "Bij algemene maatregel van bestuur" vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.

C

Aan artikel V (Algemene Ouderdomswet) wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

H
Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid komt onderdeel a te luiden:
a. met ingang van de eerste dag van de tweede maand volgend op die waarin de Sociale verzekeringsbank een schriftelijke opzegging van de gewezen verzekerde heeft ontvangen;.
2. In het eerste lid komt onderdeel e te luiden:
e. met ingang van de eerste dag van de vierde maand volgend op de laatste dag van de door de Sociale verzekeringsbank gestelde termijn waarbinnen de verschuldigde premie voor de vrijwillige algemene ouderdomsverzekering, bedoeld in artikel 26 van de Wet financiering volksverzekeringen, dient te worden betaald, indien de betaling niet of niet geheel heeft plaatsgevonden;.
3. In het eerste lid komt onderdeel f te luiden:
f. met ingang van de dag volgend op de laatste dag van een door de Sociale verzekeringsbank gestelde termijn waarbinnen de gewezen verzekerde de van hem, in verband met de toepassing van dit hoofdstuk, verlangde inlichtingen dient te verstrekken, indien de gewezen verzekerde die gegevens niet heeft verstrekt, tenzij de gewezen verzekerde aannemelijk maakt dat dat hem niet in overwegende mate kan worden verweten.


2


4. Het tweede lid vervalt.

D

Aan artikel VII (Algemene nabestaandenwet) wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

C
Artikel 63c wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid komt onderdeel a te luiden:
a. met ingang van de eerste dag van de tweede maand volgend op die waarin de Sociale verzekeringsbank een schriftelijke opzegging van de gewezen verzekerde heeft ontvangen;.
2. In het eerste lid komt onderdeel d te luiden:
d. met ingang van de eerste dag van de vierde maand volgend op de laatste dag van de door de Sociale verzekeringsbank gestelde termijn waarbinnen de verschuldigde premie voor de vrijwillige algemene nabestaandenverzekering, bedoeld in artikel 26 van de Wet financiering volksverzekeringen, dient te worden betaald, indien die betaling niet of niet geheel heeft plaatsgevonden;.

3. In het eerste lid komt onderdeel e te luiden:
e. met ingang van de dag volgend op de laatste dag van een door de Sociale verzekeringsbank gestelde termijn waarbinnen de gewezen verzekerde de van hem, in verband met de toepassing van dit hoofdstuk, verlangde inlichtingen dient te verstrekken, indien de gewezen verzekerde die gegevens niet heeft verstrekt, tenzij de gewezen verzekerde aannemelijk maakt dat dat hem niet in overwegende mate kan worden verweten.

4. Het tweede lid vervalt.

E

In artikel IX (overgangsrecht Beroepswet), onderdeel a, wordt "artikel X" vervangen door: artikel VIII.


3

Toelichting

Algemeen

De kern van deze nota van wijziging betreft de toevoeging aan het wetsvoorstel van een wijziging van de Algemene Ouderdomswet (AOW) en de Algemene nabestaandenwet (ANW) in verband met de uniformering van het tijdstip van beëindiging van de vrijwillige verzekering van deze wetten en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) (artikelen C en D).
Daarnaast word het wetsvoorstel nog op enkele andere punten gewijzigd. Dit betreft de aanpassing van delegatiebepalingen in de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (artikel A) en de Werkloosheidswet (artikel B), en een technische verbetering van het overgangsrecht van de Beroepswet (artikel E).

Beëindiging vrijwillige verzekering (artikelen C en D)
Degene die gebruik maakt van de vrijwillige verzekering AOW, ANW of AWBZ, kan deze voortijdig beëindigen. Op grond van de AOW en de ANW gaat deze beëindiging in met ingang van de dag volgend op die waarover voor het laatst premie is betaald (artikel 37, tweede lid, van de AOW en artikel 63c, tweede lid, van de ANW). In het Besluit vrijwillige verzekering AOW en ANW 2001 (artikel 2, tweede en derde lid, alsmede artikel 4, eerste lid) is vastgelegd dat de premie voor de vrijwillige verzekering per kalenderjaar vooruit dient te worden betaald en dat eenmaal betaalde premie niet wordt gerestitueerd.
Op grond van de AWBZ eindigt de vrijwillige verzekering met ingang van de eerste dag van de tweede maand volgend op die waarin de Sociale verzekeringsbank (SVb) een schriftelijke opzegging van de verzekerde heeft ontvangen (artikel 32c, eerste lid, onderdeel b). Het Besluit vrijwillige verzekering AWBZ (artikel 6, tweede lid, en artikel 5, derde lid) regelt in dit verband dat te veel betaalde premie door de SVb wordt terugbetaald.

Indien vrijwillig verzekerden voor zowel de AOW en de ANW als de AWBZ hun vrijwillige verzekering door middel van één schriftelijke mededeling opzeggen, kan het voorkomen dat die verzekeringen niet op hetzelfde moment eindigen. Omwille van uniformiteit in wetgeving en wetsuitvoering wordt het juist geoordeeld de huidige regelingen krachtens de AOW en de ANW aan te passen aan die van de AWBZ, zodanig dat de vrijwillige verzekeringen op hetzelfde moment eindigen. Aansluiten bij de AWBZ-praktijk is voor de (gewezen) vrijwillig AOW/ANW-verzekerde vanuit financieel oogpunt bezien rechtvaardiger: de opzegtermijn is korter en er vindt premierestitutie plaats.
Overgangsrecht kan ten aanzien van de hier voorgestelde wijziging achterwege blijven. In de praktijk kan de wijziging van de beëindigingstermijn in de vrijwillige AOW/ANW-verzekering uitsluitend betrekking hebben op nieuwe gevallen.

De voorgestelde wijziging heeft geringe financiële consequenties.

Artikelsgewijs

Onderdeel A (Wijziging Wet REA)
De wijziging van het tot het vierde lid vernummerde derde lid van artikel 16 van de


4

Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten maakt het mogelijk om ook ten aanzien van het nieuwe derde lid bij algemene maatregel van bestuur nadere of afwijkende regels te stellen.

Onderdeel B (Wijziging WW)
De wijziging van artikel 85, eerste lid, derde volzin, van de Werkloosheidswet maakt het mogelijk om ook bij ministeriële regeling nadere regels te stellen omtrent de vaststelling van wachtgeldpremiepercentages.
De wijziging van artikel 85, eerste lid, eerste volzin, was al in het oorspronkelijke wetsvoorstel opgenomen.

Onderdelen C en D (wijziging AOW en ANW)
Met de voorgestelde wijzigingen van artikel 37 van de AOW en artikel 63c van de ANW worden de bepalingen met betrekking tot het beëindigen van de vrijwillige verzekering in beide wetten aangepast aan die welke van toepassing zijn bij beëindiging van de vrijwillige AWBZ-verzekering. Naast de hiervoor genoemde wijziging bij opzegging van de vrijwillige verzekering, is voor de beëindiging van de vrijwillige verzekering bij niet-betaling of het niet verstrekken van inlichtingen ook aangesloten bij de systematiek van de AWBZ.

Onderdeel E (wijziging overgangsrecht Beroepswet)
In artikel IX wordt abusievelijk verwezen naar artikel X van dit wetsvoorstel, terwijl de wijziging van de Beroepswet wordt geregeld in artikel VIII. Artikel IX wordt daarom gecorrigeerd.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(A.J. de Geus)