Artsen zonder Grenzen


Catastrofe dreigt voor Soedanese vluchtelingen in Tsjaad donderdag 13 mei 2004

AzG waarschuwt vandaag dat de omstandigheden voor de vluchtelingen in Tsjaad nu zodanig zijn verslechterd dat honger en ziekte het leven van tienduizenden mensen ernstig bedreigen.
Meer en meer mensen raken ondervoed, de overbevolkte vluchtelingenkampen volstaan niet, er is voedsel- en watertekort en het risico op gewelddadige aanvallen van Soedanese milities die de grens oversteken, blijft bestaan. De vluchtelingen in Tsjaad zijn gevlucht voor het extreme geweld en de slachtpartijen in de regio Darfur in buurland Soedan, waar massale humanitaire hulp onmiddellijk vereist is.

Hoewel teams van UNHCR (de VN vluchtelingenorganisatie) en internationale ngos al maandenlang in Tsjaad actief zijn en trachten de noodsituatie het hoofd te bieden, wordt er pijnlijk traag vooruitgang geboekt en escaleert de crisis.

We sporen de internationale hulporganisaties al sinds januari aan om vastberadener op te treden in Tsjaad, zegt Donatella Massai, AzGs operationeel coördinator voor Tsjaad. Maar blijkbaar is de boodschap niet overgekomen, daarom luiden we opnieuw de noodklok. Doordat er niet voldoende drinkwater, voedselvoorziening en onderdak is geregeld, gaat de gezondheid van de vluchtelingen sterk achteruit. Als er niet onmiddellijk ingrijpende maatregelen worden genomen, dreigt de situatie nog te verergeren, vooral ook omdat het regenseizoen eraan komt.

Jean de Cambry, noodhulpcoördinator bij AzG, keerde gisteren terug uit het grensgebied tussen Tsjaad en Soedan, en rapporteert het volgende: Het niveau van ondervoeding stijgt elke week. Midden april, namen we elke week drie tot vier ernstig ondervoede kinderen op in ons therapeutisch voedingscentrum in Iriba. Dat aantal is nu gestegen tot twintig à vijfentwintig per week.

In tegenstelling tot wat men zou verwachten, is de voedselsituatie binnen de vluchtelingenkampen voor veel vluchtelingen nog slechter dan erbuiten. De opgerichte kampen werken ver boven hun capaciteit verscheidene kampen die bestemd zijn voor zon 6000 mensen, tellen tweemaal zoveel vluchtelingen. Dat betekent dat de voedselvoorraden voor 6000 mensen, nu moeten dienen voor een veel grotere groep, en dus verre van voldoende zijn.

Ook de watervoorziening vormt een immens probleem. Duizenden vluchtelingen hebben geen toegang tot zuiver drinkwater. In onze gezondheidscentra in Tiné, Birak en Iriba zien we meer en meer patiënten met bloederige diarree, vervolgt de Cambry. De situatie is erg gevaarlijk, vooral voor de vele kinderen en volwassenen die al ondervoed zijn. Het probleem wordt nog verergerd omdat de sanitaire voorzieningen in de meeste kampen helemaal niet volstaan. In één van de kampen is er bijvoorbeeld slechts 1 latrine voor 400 vluchtelingen, wat 20 maal zoveel is dan de internationale standaard van 20 personen per latrine. Dat is absoluut onaanvaardbaar.

De tienduizenden vluchtelingen die nog niet verder landinwaarts in Tsjaad zijn gebracht, lopen ook nog steeds het risico om aangevallen te worden door Soedanese milities. Deze milities steken de grens van Soedan met Tsjaad over om de bezittingen van de vluchtelingen te plunderen en om vee te stelen. De vluchtelingen worden vaak gewond of gedood bij deze grensoverschrijdende invallen, volgens de Cambry. Ze hebben geen enkele bescherming. Velen worden ook gedood wanneer ze de grens proberen over te steken om voedsel uit hun huizen in Soedan op te halen.

AzG lanceert nu opnieuw een dringende oproep voor meer en betere hulpverlening, zowel in Tsjaad als in de regio Darfur.Meer voorraden, meer hulpverleners ter plaatse, efficiëntere dienstverlening door UNHCR en de internationale ngos, aldus Donatella Massai. De benarde toestand van de Darfurbevolking in Tsjaad en Soedan zou op dit moment een absolute topprioriteit moeten zijn voor de internationale hulpverlening.

---