ERNST AND YOUNG

ERNST & YOUNG: 11e onderzoek Europese biotechnologie sector

EUROPESE BIOTECHNOLOGIE INDUSTRIE IN KWETSBARE
POSITIE VOLGENS NIEUW RAPPORT VAN ERNST & YOUNG

AMSTERDAM, 13 MEI 2004 - Uit het vandaag gepubliceerde 11e jaarlijkse rapport van Ernst & Young over de Europese biotechnologiesector, Refocus, blijkt dat de totale Europese inkomsten in 2003 met 12 procent zijn gedaald naar 11,27 miljard euro, de eerste inkomstendaling in de geschiedenis van deze sector. Bezuinigingen op onderzoek en niet-kerngebieden resulteerden in een daling van de R&D-uitgaven met 17 procent en een daling van het aantal werknemers met 5 procent, waardoor het netto verlies met maar liefst 52 procent werd teruggedrongen. De inkomsten van naamloze vennootschappen daalden met 16 procent naar 6,6 miljard euro, terwijl de marktwaarde steeg met 17 procent, een stijging van bijna 4 miljard euro.

Pieter Lucas van de Nederlandse Health Sciences Group van Ernst & Young licht toe: 'Over het algemeen heeft de Europese industrie niet de veerkracht gehad die we in de VS hebben gezien. Zij kon op de problematische financieringsomstandigheden en het gebrek aan vertrouwen bij de beleggers niet anders reageren dan door de kosten te reduceren, programma's in te perken en bedrijfsmodellen aan te passen. Kortom, de industrie is bezig haar prioriteiten opnieuw vast te stellen en te heroverwegen welke zaken essentieel zijn om vooruit te komen - zij wordt gedwongen opnieuw een richting te kiezen.'

Het Verenigd Koninkrijk is nog steeds Europees marktleider qua inkomsten en marktwaarde. De inkomsten daalden echter van 2,9 miljard naar 2,4 miljard euro, terwijl de marktwaarde steeg van 9,4 miljard euro naar ruim 11 miljard euro. Pieter Lucas legt uit: 'Hoewel het Verenigd Koninkrijk de dominante speler blijft op het Europese toneel, is dat een schrale troost wat betreft zijn mondiale positie, die, net als voor de rest van Europa, kwetsbaar lijkt. Europa heeft zonder twijfel talrijke voorbeelden van wetenschap die elders in de wereld niet wordt overtroffen, maar wetenschappelijke ontwikkelingen alleen zijn niet genoeg. Er moet een evenwicht komen tussen de juiste financiële en regelgevende infrastructuur en het juiste niveau van managementcapaciteit. Ondernemingen, beleggers en overheden dienen gedurfde stappen te nemen om ervoor te zorgen dat zij alle voordelen van kennis en hard werken ook daadwerkelijk realiseren. Uit ons rapport blijkt dat dat veel CEO's gelukt is; zij hebben hun bedrijven grondig bekeken en moeilijke beslissingen genomen. Dat is alleen maar een teken van rijpheid.'

De middelen die door Europese naamloze en besloten vennootschappen bijeen zijn gebracht, bedroegen 2,4 miljard euro, in vergelijking met slechts 123 miljoen euro in 2002, maar halen bij lange na niet het niveau van de 6,6 miljard euro die in 2000 bijeen werd gebracht. Terwijl de publieke markten een opleving lieten zien - emissies grotendeels op het conto van Elan, Serono en Actelion, was de private geldvergaring mager, ondanks het toenemende aantal transacties. Het bijeengebrachte risicokapitaal daalde met 18 procent naar 920 miljoen euro, waarbij Frankrijk de grootste klap incasseerde. Het Verenigd Koninkrijk zag een daling van 8 procent, terwijl Duitsland zich kon verheugen in een stijging van 3 procent. Pieter Lucas verklaart: 'Wij zien niet dat er voldoende contanten uit het risicokapitaal worden vrijgemaakt voor privaat gefinancierde bedrijven die het moeilijk hebben. De voorsprong van de leidende bedrijven wordt dus groter, terwijl de kleinere spelers steeds verder achterop raken. Als de financiering aan de onderkant niet verbetert, zullen we meer fusies zien, of gedwongen verkopen.'

Terwijl de VS-sector een gestage stroom van productgoedkeuringen heeft gerealiseerd, is er in Europa nog steeds geen positief productnieuws. De Europese industrie bleef kampen met het ontbreken van nieuwe goedkeuringen van geneesmiddelen, maar omdat naamloze vennootschappen beschikken over ruim 60 producten in fase III, kan een positieve nieuwsstroom tegemoet worden gezien. Dat zal ertoe bijdragen waarde vast te houden en te creëren aan de bovenkant van de markt, waar de kans groot is dat de producten zichzelf zullen gaan terugverdienen. In hoeverre dit in de keten naar beneden zal doordruppelen hangt af van de doeltreffendheid waarmee afzonderlijke ondernemingen hun bedrijfsmodel hebben aangepast om de duurzaamheid aan te tonen.

Refocus omvat een mondiaal deel dat uitgebreide gegevens en commentaren bevat over de industrie in Noord-Amerika en Azië-Pacific. Wereldwijd stegen de inkomsten van de biotechnologie industrie in 2003 met 17 procent naar 46,6 miljard dollar; de R&D-uitgaven daalden met 16 procent naar 18,6 miljard dollar en het netto verlies bedroeg 4,5 miljard dollar, een verbetering van 65 procent. Het aantal beursgenoteerde bedrijven liet een lichte daling zien van 1 procent naar 611, maar het wereldwijde aantal werknemers maakte een sprong van 9 procent naar 196.000.

Slimme bedrijfsbesluiten en productvorderingen vertaalden zich ook in een hernieuwde belangstelling van de belegger voor aandelen en financieringen in de biotechnologie, maar het herstel was ongelijk over de wereld verdeeld. De marktwaarden van de Amerikaanse industrie lieten een plotselinge stijging zien van bijna 60 procent, terwijl de Canadese industrie een stijging kende van 56 procent. De biotechnologie industrie in de VS, Europa en Canada bracht in 2003 18,4 miljard dollar bij elkaar, in vergelijking met 10,5 miljard dollar in 2002. De markt voor beursintroducties in de VS begon eind 2003 en begin 2004 op temperatuur te komen - een mogelijke katalysator voor verbetering in IPO-markten in andere landen, in de loop van 2004.

In Azië-Pacific, dat onder meer Japan, China, India en Australië omvat, stegen de totale inkomsten van 120 beursgenoteerde bedrijven met 9 procent, de R&D-uitgaven met 10 procent en het netto verlies met 52 procent. Het totale aantal biotechnologie naamloze en besloten vennootschappen steeg met 11 procent. Pieter Lucas merkt op: 'Er is steeds meer consensus dat de regio Azië-Pacific de echte bedreiging vormt voor de dominantie VS-industrie, in plaats van Europa. Vooruitkijkend zou dat zeker zo kunnen zijn in een aantal sleutelgebieden zoals merkloze geneesmiddelen en productie. Deze regio is een opkomende reus.'

Net als Europa had de VS zijn op één na beste financieringsjaar in de geschiedenis, maar aan de overzijde van de oceaan was het vertrouwen wijder verspreid. De Amerikaanse ondernemingen brachten 14,4 miljard dollar bijeen, en de Canadese ondernemingen haalden 1,3 miljard dollar aan privaat vermogen binnen, een stijging van 155 procent ten opzichte van 2002. Maar uit de Ernst & Young Survival Index blijkt dat de Europese en Canadese biotechnologie industrieën zich nog steeds gesteld zien voor een tekort aan liquide middelen. In Europa heeft 43 procent van de beursgenoteerde ondernemingen voor minder dan twee jaar liquide middelen, en in Canada ligt dat percentage zelfs nog hoger, op 56 procent. In de VS heeft 31 procent van de beursgenoteerde ondernemingen voor minder dan twee jaar liquide middelen, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van 2002.

'De vraag waar het om draait, is of de biotechnologie industrie in Europa sterk genoeg is om duurzaam en uiteindelijk winstgevend te worden. De concurrentie van goed gefinancierde VS-bedrijven zal toenemen. Kwaliteitsbedrijven moeten zich ontwikkelen, en er moeten sneller inkomsten worden gegenereerd. De regelgevende instanties kunnen daaraan bijdragen door het proces voor de goedkeuring van medicijnen te versnellen, maar nieuwe potentiële medicijnen bereiken het goedkeuringsproces niet snel genoeg om de markten een positiever beeld te kunnen verschaffen van de industrie. Dit is niet alleen een kwestie van het oplossen van wetenschappelijke problemen, maar van de manier waarop de industrie wordt gefinancierd en geleid,' besluit Pieter Lucas.

De Europese conclusies in 2003, in vergelijking met 2002, zijn onder meer de volgende:


- Een inkomstendaling van 12 procent, een daling van de R&D-uitgaven van 17 procent, gekoppeld aan een verbetering van het netto verlies van 52 procent.


- De marktwaarde van de industrie steeg met 17 procent, met een waardestijging van bijna 4 miljard euro. Eind 2003 konden zeven bedrijven in de top tien zich verheugen in een marktwaarde van ruim 1 miljard euro, in vergelijking met vier bedrijven aan het begin van het jaar.


- Terwijl Duitsland nog steeds het grootste aantal bedrijven heeft, heeft het Verenigd Koninkrijk een leidende rol wat betreft marktaandeel en inkomsten; deze zijn respectievelijk ruim 11 miljard euro en 2,4 miljard euro.


- Het aantal overheidsbedrijven daalde met 6 procent, terwijl het aantal werknemers daalde met 5 procent.


- Naamloze en besloten vennootschappen brachten ongeveer 2,4 miljard euro bijeen. Terwijl in 2002 de financiering met risicokapitaal stand hield en de publieke markt voor vervolgemissies haperde, gebeurde in 2003 het tegenovergestelde.


- Het bijeengebrachte risicokapitaal in Europa daalde met ongeveer 18 procent naar 920 miljoen euro, waarbij Frankrijk de grootste klap incasseerde.


- Ondanks een toename van de transacties met risicokapitaal, daalde de gemiddelde transactiewaarde voor het derde achtereenvolgende jaar, naar 5,8 miljoen euro, waarbij de afronding van de transacties gemiddeld bijna twee jaar in beslag nam.


- De activiteiten op het gebied van fusies en acquisities namen toe, met 39 fusies in 2003, in vergelijking met 29 in 2002. Het aantal transacties in de vorm van samenwerkingsverbanden daalde daarentegen scherp met ruim 50 procent, een teken van de gevoeligheid voor risico's die van invloed zijn op de mate waarin men overeenstemming kan bereiken inzake de voorwaarden en de waarde. Het aantal fusies met Amerikaanse bedrijven daalde voor het derde achtereenvolgende jaar.

Noot aan de redactie
Refocus is een van de drie rapporten die vandaag zijn gepubliceerd in de serie Global Biotechnology Report 2004 van Ernst & Young. De twee andere rapporten zijn Resurgence, The Americas Perspective en On The Threshold, The Asia-Pacific Perspective.

Inlichtingen
Wilt u meer informatie, neem dan contact op met woordvoerder Toby Ellson, Ernst & Young, tel. +31 (0)10 406 53 64.

Over Ernst & Young
Al ruim 25 jaar is Ernst & Young medeverantwoordelijk voor de ontwikkeling van de mondiale gezondheidswetenschappenbranche, en adviseert zij meer toonaangevende ondernemingen in deze branche dan enige andere zakelijke dienstverlener. Organisaties doen niet alleen een beroep op ons omdat wij over het grootste team specialisten op het gebied van gezondheidswetenschappen in meer dan 50 landen beschikken, maar ook omdat wij inzicht hebben in de branche en in haar activiteiten.

Ernst & Young, wereldwijd toonaangevend op het gebied van de zakelijke dienstverlening, zet zich in om het vertrouwen van de samenleving in de zakelijke dienstverlening en de kwaliteit van financiële verslaggeving te herstellen. Onze 103.000 medewerkers in meer dan 140 landen streven de hoogste standaarden van integriteit, kwaliteit en professionaliteit na om cliënten oplossingen te bieden op basis van de kennis van financiën, transacties en risicomanagement die aanwezig is binnen de kerndisciplines van Ernst & Young: accountancy, fiscaal advies en corporate finance. Tevens bieden de kantoren van Ernst & Young in landen waar dat toegestaan is juridische dienstverlening. Voor meer informatie over Ernst & Young en onze aanpak van verschillende bedrijfsvraagstukken kunt u terecht op onze website www.ey.com/perspectives. Met Ernst & Young wordt bedoeld alle lidfirma's van de wereldwijde Ernst & Young organisatie.

13 mei 04 00:01