CVS registreert 400 gestolen pleziervaartuigen
Jaarlijks worden er ongeveer 400 pleziervaartuigen gestolen. Dat
blijkt uit een onderzoek dat het Centrum voor Verzekeringsstatistiek
(CVS) onlangs heeft gedaan. Motorboten worden twee keer zo vaak
gestolen als zeilschepen. De verzekerde waarde van de gestolen
vaartuigen samen bedraagt al gauw 20 miljoen.
In Nederland varen gemiddeld zon 200.000 pleziervaartuigen rond,
waaronder ongeveer 100.000 motorboten en 100.000 zeilschepen. Het CVS
heeft berekend dat er jaarlijks ongeveer 400 worden gestolen. Ruim 80%
daarvan heeft een waarde van minder dan 75.000. De verzekerde waarde
van alle gestolen vaartuigen samen bedraagt ongeveer 20 miljoen, maar
volgens het CVS ligt de feitelijke schade lager doordat een deel van
de gestolen vaartuigen weer boven water komt.
Diefstal
Het aantal gestolen vaartuigen is de afgelopen jaren iets toegenomen,
maar het totaalbeeld verandert nauwelijks. Wel is de diefstal in
bepaalde prijsklassen (met name de duurdere vaartuigen) en bepaalde
soorten vaartuigen flink toegenomen. Tijdens een drukbezochte
themabijeenkomst van het Verbond, die onlangs plaatsvond, werden in
dat kader nieuwe manieren van beveiliging getoond. De Stichting
Certificering Motorrijtuigbeveiliging (SCM) heeft aangegeven nog dit
jaar verschillende beveiligingsklassen voor pleziervaartuigen te
kunnen certificeren. Daarbij moet rekening worden gehouden met het
feit dat de bestaande voertuigsystemen niet geschikt zijn voor
vaartuigen in verband met condensatie en corrosie.
Brand
Tijdens de bijeenkomst werd naast diefstal ook ingegaan op de
problemen rond de winterberging, met het oog op brandschaden.
Brandschaden vormen ongeveer 40% van de schadelast en drukken de
resultaten van transportverzekeraars behoorlijk. Tijdens de
bijeenkomst werd benadrukt dat verzekeraars veel meer preventie-eisen
zouden moeten stellen aan (de stalling van) pleziervaartuigen. Zo zou
de stalling van het vaartuig bijvoorbeeld gecompartimenteerd moeten
zijn, zodat brand in een botenloods kan worden beperkt. Ook moeten de
reglementen beter worden gehandhaafd door de stallinghouder én
vaartuigeigenaar (niet meer lassen in de berging, geen gasflessen aan
boord, geen kachels onbeheerd achterlaten, etc.). Om de
vaartuigeigenaar bewuster te maken van de brandrisicos heeft het
Verbond tijdens de themabijeenkomst een concept-adviesclausule
gepresenteerd, die nader zal worden uitgewerkt.
Pleziervaartuigen vallen verzekeringstechnisch gezien onder de branche
Transportverzekeringen. Pleziervaartuigen vormen daarbinnen een
relatief kleine branche. Jaarlijks gaat er ruim 50 miljoen aan premie
in om.
Verzekerd!, mei 2004
Verbond van Verzekeraars