Kamerstuk, 13-5-2004
Voorhang aanwijzingen ex WTG
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Z/P-2479833
13 mei 2004
Mede namens de Staatssecretaris informeer ik u hierbij, op grond van
artikel 14 van de Wet tarieven gezondheidszorg (WTG), over de
zakelijke inhoud van mijn voornemen om aan het College Tarieven
Gezondheidszorg/Zorgautoriteit in oprichting (CTG/ZAio) een tweetal
aanwijzingen te geven. Overeenkomstig genoemd artikel zal tot het
geven van de aanwijzingen niet eerder worden overgegaan dan nadat tien
dagen verstreken zijn na verzending van deze brief.
Zakelijke inhoud van de aanwijzingen.
Met mijn voorgenomen aanwijzingen beoog ik het volgende.
1 Het voor 2004 ter beschikking stellen van middelen voor
zorgvernieuwing voor verpleeghuizen en thuiszorginstellingen.
2 Het verwerken van een taakstelling in verband met mogelijkheden tot
verlaging van het ziekteverzuim.
Toelichting per maatregel
Ad 1) Zorgvernieuwing verpleeghuizen en thuiszorginstellingen
Het gaat hier om het ter beschikking stellen van middelen voor
bekostiging van zorgvernieuwing voor organen voor gezondheidszorg als
vermeld in artikel 1, onder A, nummer 10, van het Besluit
werkingssfeer Wtg 1992 en die zijn toegelaten voor behandeling en
verblijf voor verzekerden met een somatische danwel psychogeriatrische
aandoening of beperking (voorheen verpleeghuizen) en voor organen voor
gezondheidszorg als vermeld in artikel 1, onder A, nummer 10, van het
Besluit werkingssfeer Wtg 1992 en die op 31 december 2002 in bezit
waren van een toelating als thuiszorginstelling van het Besluit
zorgaanspraken AWBZ (voorheen thuiszorginstellingen).
In 2003 maakten thuiszorginstellingen en verpleeghuizen gezamenlijk
voor circa EUR 170 miljoen aan bestedingsafspraken over
zorgvernieuwing. Door middel van een eerdere aanwijzing aan het CTG is
dit voor 2004 onmogelijk gemaakt. Er is bij het inboeken van de
ombuigingen rekening mee gehouden dat instellingen in ieder geval een
deel van de zorgvernieuwingsafspraken kunnen omzetten in
productieafspraken. Dat is op EUR 100 miljoen geraamd. Door LVT en
Arcares is gesteld dat instellingen niet goed in staat zijn om de
zorgvernieuwingsactiviteiten in productieafspraken om te zetten.
Tijdens de begrotingsbehandeling heb ik toegezegd dat, afhankelijk van
de mate waarin LVT en Arcares hun stelling kunnen onderbouwen, in
totaal maximaal EUR 100 miljoen aan de budgetten van deze instellingen
voor zorgvernieuwing kan worden toegevoegd. Onderbouwing door LVT en
Arcares heeft plaatsgevonden op basis van een onafhankelijk
accountantsonderzoek, uitgevoerd door PWC. Op grond daarvan heb ik
besloten voor het jaar 2004 EUR 40,4 miljoen beschikbaar te stellen
voor zorgvernieuwing aan de verpleeghuizen en thuiszorginstellingen
die daarover vorig jaar bestedingsafspraken gemaakt hebben. Dit krijgt
vorm via een beleidsregel van het CTG/ZAio waarbij iedere instelling,
mits geaccordeerd door het zorgkantoor, naar rato van de in 2003
bestede middelen zijn aandeel krijgt.
Ad 2) Ziekteverzuim
In het Hoofdlijnenakkoord is een taakstelling opgenomen in verband met
mogelijkheden tot verlaging van het ziekteverzuim in de zorg, het
onderwijs (excl. BVE, HO), de politie en het openbaar vervoer. De
maatregel wat betreft de zorg gaat in per 1 juli 2004. Voor de VWS
relevante sectoren komt dit neer op een korting over de loongevoelige
component van de instellingsbudgetten van 0,14% in 2004 (per 1 juli)
en 0,14% in 2005. Per 2006 wordt dit verhoogd naar 0,21% en per 2007
naar 0,28% structureel. Dit levert naar raming een kostenreductie op
van EUR 18 miljoen in 2004, EUR 35 miljoen in 2005, EUR 53 miljoen in
2006, oplopend naar EUR 70 miljoen structureel in 2007.
Een afschrift van deze brief zend ik aan het CTG/ZAio.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport