Ministerie van Buitenlandse Zaken


- Aan de Voorzitter van de

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag


- Directie West en Midden Europa

Bureau West-Europa

Bezuidenhoutseweg 67

2594 AC Den Haag


Datum

14 mei 2004

Auteur

L. d'Huy


Kenmerk


- DWM/350-04

Telefoon


- 070-348 5351


Blad


- 1/1

Fax


- 070-348 6233


Bijlage(n)


- 1

E-mail


- DWM@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording van vragen van de leden Van der Staaij (SGP) en Huizinga-Heringa (ChristenUnie) over de dagvaarding van de voorganger van een protestants-evangelische kerk in Diyarbakir.


-


-

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen, gesteld door de leden Van der Staaij (SGP) en Huizinga-Heringa (ChristenUnie) over de dagvaarding van de voorganger van een protestants-evangelische kerk in Diyarbakir. Deze vragen werden ingezonden op 8 april 2004 met kenmerk 2030412320.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Van der Staaij (SGP) en Huizinga-Heringa (ChristenUnie) over de dagvaarding van de voorganger van een protestants- evangelische kerk in Diyarbakir.

Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat de oprichter van de protestants-evangelische 'Kerk van Diyarbakir' 1), de heer Ahmet Güvener, ervan beschuldigd wordt dat hij in strijd met het bestemmingsplan een kerk heeft gebouwd en dat hij door de Officier van Justitie gedagvaard is om op 12 mei 2004 voor de rechtbank van Diyarbakir (Turkije) te verschijnen?

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Bent u bereid te onderzoeken of het vermoeden gegrond is dat het feit dat de autoriteiten de komst van een nieuwe christelijke kerk als zodanig negatief bejegenen, de aanleiding is voor de dagvaarding?

Vraag 3
Indien het vermoeden in de vorige vraag gegrond blijkt te zijn, zou u dan van uw diplomatieke contacten gebruik willen maken om deze zaak aan de orde te stellen, zodat de belemmeringen die deze gemeente en haar voorganger ondervinden uit de weg geruimd kunnen worden?

Antwoord
De Nederlandse ambassade in Ankara heeft zich in het verleden regelmatig ingezet ten behoeve van de betreffende kerkgemeenschap en bij de Turkse autoriteiten aandacht gevraagd voor de praktische beperkingen die de kerkgemeenschap ondervindt. Tot voor kort kende de Wet op de bestemmingsplannen uitsluitend de categorie 'moskee', waardoor het formeel gezien onmogelijk was om een aanvraag te doen voor bestemming tot een bedehuis dat geen moskee is. Men kwam jarenlang bijeen in een woonhuis. In september 2003 is echter een wetswijziging tot stand gebracht, waardoor in bestemmingsplannen de categorie 'gebedshuis' kan worden opgenomen.

In mei 2001 begon de heer Ahmet Güvener van de protestants-evangelische kerkgemeenschap met de bouw van een kerk, in strijd met het bestemmingsplan waarin het gebouw als woonhuis werd geregistreerd. Naar aanleiding van de wetswijziging van september 2003 heeft de heer Ahmet Güvener de autoriteiten verzocht het bestemmingsplan te wijzigen, maar daar is nog altijd geen antwoord op gekomen.

Het lijkt mij op dit moment te vroeg om een oordeel te vellen over de intenties van de betreffende autoriteiten. De ambassade zal de zaak volgen en zal de Turkse autoriteiten aanspreken op zowel de letter als de geest van de wetswijzigingen zodra daartoe aanleiding is.

===